Heb vertrouwen in jezelf en in de toekomst

Tekst en foto’s: Corine Strausz

Als een donderslag bij heldere hemel. Daar stond het dan zwart op wit op de sheet bij het vak psychopathologie. Een stemmingsstoornis dat is dus wat ik heb. Ik was angstig en blij tegelijk. Ik wist eindelijk wat ik mankeerde. Het was 1993 en ik studeerde 2e jaars psychologie in Nijmegen. Dit was mijn Eureka-moment. Een keerpunt in mijn leven. Erkenning en herkenning.

Daarna ging alles in stroomversnelling. De studentenpsycholoog haalde er een psychiater bij, die een bipolaire stoornis bij mij constateerde. Ik meldde me aan bij het Radboudumc, bij de afdeling psychiatrie. Voor dat ik het goed besefte had ik consulten bij een psychiater en zat ik aan de lithium. Dit heb ik 14 jaar geslikt. Eerst die vreselijke lithiumcarbonaat, die ik echt niet weg kreeg, daarna Priadel. Ik had geen last meer van depressies en het leven werd heel overzichtelijk. Het was zwart of wit. Grijs bestond niet. Twijfel ook niet. Heerlijk!

Totdat bleek tijdens een echo dat mijn ene nier verschrompeld was. Snel afbouwen van lithium en daarna begon mijn zoektocht naar een goed vervangend middel. Ik heb van alles geprobeerd, maar zonder goede resultaten. Depakine was een jaar lang hypomanie (geweldig jaar maar doodvermoeiend en zeer uitputtend). Seroquel bezorgde mij waanbeelden en ik zat continu in een droomwereld. Van carbamazepine werd ik acuut depressief. Zyprexa voelde net als vergif voor mij (ik gaf melk en had dagelijks diarree), alhoewel het wel goed hielp tegen de hypomanie. Om een lang verhaal kort te houden; niks kon lithium vervangen. Ik moet uiteindelijk genoegen nemen met sertraline en Abilify.

Wat een zoektocht en strijd is mijn weg naar herstel geweest. Wat een strijd heb ik geleverd. Zo gevochten tegen de depressie die mij volledig lam legde. Mijn hoofd deed het niet meer en ik voelde mij letterlijk bedorven. Niet meer kunnen koken, niet meer kunnen besluiten. Zelfs de afwasmachine uitruimen was een groot dilemma. En simpelweg douchen was een drama. Alles in mijn lijf en hoofd roept nee! Ik wilde onder de dekens blijven en helemaal verdwijnen. En ik wist zeker dat dit het eindstation was. Ik zou nooit meer kunnen genieten of lachen of stralen. Dit was zo vreselijk zwaar en ik dacht “dit is blijvend”.

Ook heb ik mezelf gesaboteerd. Ik vond mezelf een slecht mens, omdat ik niet met deze maatschappij mee kon. Dit werd bijna mijn dood. Ik heb 6½e week bijna niet geslapen. Zo strafte ik mezelf. Ik mocht niet slapen van mezelf. Dankzij een paardenmiddel kon ik weer slapen en begon mijn weg naar herstel. Ik heb de knop omgezet en dacht “Ik ben een prima mens”. Ik stopte met mezelf met anderen te vergelijken.

“Van nu af aan ontleen ik mijn identiteit aan wie ik ben
en niet wat ik doe”.

Wat een eye-opener was dit voor mij!

In 2011 ben ik vrijwilligerswerk gaan doen bij De Kentering in Nijmegen. Dit is een stichting die volledig gerund wordt door en voor mensen uit de psychiatrie. Er zijn een paar ondersteuners en voor de rest is iedereen die daar werkt gevoelig op psychisch gebied. Ik heb meegedaan met een aantal projecten zoals onderzoeken of de gemeente Nijmegen wel goed bezig was met de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Ook heb ik de Ervaringswijzer leven ingeblazen in Nijmegen. Ik stuurde een team van recensieschrijvers aan over wat er te doen was in Nijmegen voor psychisch gevoelige mensen.

Ik heb mezelf beetgepakt en ontwikkeld. Dit ging met vallen en opstaan. Iets proberen wat totaal mislukte, neerdonderen en weer opstaan. Weer wat proberen, weer neergesabeld worden en weer opstaan. Ik heb relatie coaching gegeven aan drie stellen, wat geen succes was. Ik kon een temperamentvolle vrouw niet aan die propjes door de zaal gooide en haar boek verscheurde. Ook stierf mijn trouwe metgezel Milo, mijn hond, en ik gleed langzaam in een zware depressie.

Maar ook die depressie kwam ik te boven. Ik rouwde om mijn hond en na een hersteltijd van drie maanden pakte ik de draad weer op. Ik heb veel cursussen gedaan en mezelf ontwikkeld tot een gelukkige en wijze vrouw. Door extra druppels sertraline, die ik innam in het najaar, heb ik al twee jaar geen depressie meer gehad. Ik word nog wel hypomaan, maar heb door mijn ervaring en leefregels hier meer controle over dan voorheen.  

In april 2021 kwam mijn eigen werkboek ‘Stemming In Balans’ uit over het bewust worden van je stemming en het ingrijpen als je stemming dreigt om te slaan. Ook ontwikkelde ik de bijbehorende cursus ‘Stemming In Balans’. Het werkboek wordt in zes bijeenkomsten besproken en toegelicht met mijn ervaringen in een groepje van zes ervaringsgenoten. In maart 2022 heb ik de pilot afgerond dat een groot succes was. Ik had mensen echt geraakt. Dit is waar ik meer dan 15 jaar naar op zoek was; mijn eigen verhaal delen en eindelijk echt voldoening en geluk in mijn leven hebben. Ik ben zo trots op mezelf en ik gun jou dit ook!


Ik ben Corine Strausz (1972). Ik ben een ondernemende en doortastende dame met een sterke wil. Ik ben sinds 2004 gelukkig getrouwd met Michiel en heb een fantastische bordercollie Nena. Ik woon sinds 2014 in het landelijke Afferden (15 km vanaf Nijmegen) in een opknapboerderij. Ik ben psychologe sinds 1998. Mijn passie is om mensen meer inzicht in zichzelf te geven, zodat zij zelf hun leven bewuster en fijner kunnen maken. Ik houd van dansen, yoga, fotograferen, creatief bezig zijn en wandelen met Nena.

Meer informatie is te vinden op mijn website: www.stemminginbalans.nl

Als ik het kan, kan jij het ook

Tekst en foto’s: Annette

Ik ben een KOPP-kind* en kreeg op 34-jarige leeftijd een psychose met vervolgens meerdere manieën en depressies. Ik verloor mijn droombaan als fysiotherapeut en ook mijn sociaal netwerk van collega’s en mensen binnen de kerkgemeenschap. Gelukkig hield ik een kleine vriendenkring over die klaar voor mij stond. Ik werd lastiggevallen door stemmen, hallucinaties en hele heftige nachtmerries waar ik moest vechten voor mijn leven.

Mijn moeder ging weg toen ik acht jaar oud was. Ik was een gevoelig kind en ik miste haar heel erg. Mijn vader was een hele lieve man maar hij sprak niet over zijn gevoelens en ik heb hem zelden boos of verdrietig gezien. Ik wilde zijn zoals mijn vader. Stabiel en rustig met weinig emoties. Niet zoals mijn moeder.

Omdat mijn vaders familie mijn moeder’s karakter veroordeelden, was er een stigma op emotioneel zijn. ‘Doe normaal, dan doe je al gek genoeg’. Mijn moeder heeft ook twee psychoses gekregen.

In mijn vroege pubertijd werd ik depressief en deed ik een zelfmoordpoging. Mijn vader vertelde mij die dag dat hij heel erg veel van mij hield en dat ik een wonder was. Hij had namelijk nooit gedacht dat hij ooit kinderen zou krijgen. Ik voelde mij geen wonder dus ik maakte ervan ‘ik moet een wonder zijn’.

Achteraf gezien besloot ik die dag om niet langer mijzelf te zijn maar een perfect kind voor mijn vader. Ik creëerde een alter ego en stopte mijn gevoel in een kistje. Mijn vader dacht dat mijn depressie was verholpen want ik was weer vrolijk.

Omdat mijn moeder gericht was op carrière dacht ik onbewust dat ik een goede baan kon combineren met perfect kinderen opvoeden. Dat zag ik ook in films. Het bleek helaas niet waar te zijn. Eerst kreeg ik een burn-out bij mijn eerste kind en bij mijn tweede een psychose.

image0

Mijn verhaal verscheen ook in het boek ‘Herstel als leerproces’ van Jaap van der Stel.

Na een maand te zijn opgenomen in de GGZ dacht ik dat ik goed hersteld was met medicatie en begon weer te werken. Helaas raakte ik opnieuw ontregeld en moest ik mij ziekmelden. Ik kwam erachter dat het krijgen van een psychose een heel zware ziekte is die niet in een paar maanden verholpen kan worden met een pilletje. Ik heb meerdere therapieën gevolgd die mij inzicht hebben gegeven in mijn ziektebeeld en mij hielpen bij een stuk herstel zoals haptonomie.

Ik merkte voordat ik een psychose kreeg dat ik mat was in mijn emoties. Ik wilde mij geliefd en gewenst voelen maar ik voelde helemaal niets. Ik voelde niet dat mijn man en mijn kinderen van mij hielden en wat ik van mijzelf vond, wist ik al helemaal niet. Ik moest merken dat zij van mij hielden door de dingen die ze voor mij deden. Maar mijn hart voelde leeg aan.

De therapie haptonomie was gericht op het leren voelen. In het begin vertelde ik over mijn verleden. Ik lag op de behandelbank en de therapeut raakte mij aan. Op die manier werd ik bewust van mijn lichaam. Er veranderde de eerste paar keer niet veel.

Tot de therapeut tijdens de 3e-4e behandeling haar hand op mijn linkerzij legde. Ik gilde keihard, trilde en schoot van de behandelbank af. Op dat moment wist ik niet wat er aan de hand was maar niet lang daarna voelde ik mij depressief en suïcidaal. Het verdriet van vroeger, de zelfhaat en de lijdensdruk overviel mij in een keer. Ik belde de therapeut op om te vragen als ze het kraantje dat ze net had opengedraaid weer dicht kon draaien want dit gevoel wilde ik niet hebben. Helaas was haar advies: “Ga wandelen, richt je op het moment, denk niet aan het verleden”.

Een jaar lang bleef ik depressief en suïcidaal. Ik lag veel in bed te huilen en ik voelde mij moe en uitgeblust. Ik had roofbouw op mijzelf gepleegd en ik voelde mij stervende. Het leven was te zwaar voor mij geworden. Ik kon niet langer leven. Opnieuw deed ik een zelfmoordpoging. Ik noem het ‘lijdensdood’. Ik was aan de ene kant wel blij dat ik weer kon voelen maar het gevoel overmande mij.

In die tijd werd ik op iedereen boos.

Op mijn man dat hij mij niet hielp in de huishouding en met de opvoeding van de kinderen.

Op mijn moeder dat ze weg was gegaan.

Op mijn overleden vader dat hij als arts zijnde mij nooit naar een psycholoog of psychiater heeft gestuurd.

Op mijzelf dat ik was aangekomen en bleef eten.

Op mijn kerk die mij in de steek had gelaten.

Op mijn vrienden.

Op iedereen….

Steeds werd ik teleurgesteld omdat mensen mij niet konden helpen met mijn afwijzing en eenzaamheid. Ik leerde in die tijd veel van mijn dochter. Ze werd mijn voorbeeld. Wat had de kleine Annette in mij nodig? Aandacht, liefde, geduld, een luisterend oor, troost, positieve woorden van bemoediging. Alle dingen die ik mijn dochter gaf, had ik zelf ook nodig.

Ik wil anderen meegeven dat er hoop is en dat hoe lang het ook duurt je weer met hulp een betekenisvol leven kan leiden. Een leven waarin je rekening houdt met je kwetsbaarheid. Je bent niet afgeschreven en klaar voor het grofvuil. Het stigma op psychische ziektes die in films en in het nieuws wordt verteld, is niet de waarheid. Er zijn genoeg mensen die herstellen en weer een leuke baan vinden of een lieve moeder worden.

Neem de tijd om te herstellen en om je verleden een plek te geven.
Als ik het kan, kan jij het ook.


image0 2
Ik ben Annette (39) en gelukkig getrouwd met mijn lieve man. Ook heb ik twee fantastische kinderen. Ik woon in Hoofddorp en ik ben fulltime moeder en afgekeurd voor mijn werk als fysiotherapeut. Ik heb een betekenisvol leven opgebouwd en sta positief in de maatschappij. Hiervoor heb ik keihard, geduldig, huilend voor moeten vechten.

 

*) KOPP staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen

Deel 2: Zoektocht naar de oorzaak van een bipolaire stoornis bij mij

Tekst en foto: Pascal Gilissen 

Voor ik verder ga met mijn verhaal wil ik even wat benadrukken. Op de vraag die werd gesteld na mijn eerste gastblog: “Kun je mij ook komen genezen?”, kan ik alleen ‘nee’ zeggen. Dit omdat het een proces is wat eenieder met zichzelf aan gaat. Het is een proces met jezelf en jouw verleden, met jouw familiegeschiedenis en door de tijdgeest van eeuwen. Ik kan door mijn verhaal te delen alleen laten zien hoe ik mijn weg heb bewandeld, wat een leidraad kan zijn voor andere mensen. Ik heb deze weg zo kunnen bewandelen omdat ik het heel mijn leven op mijn eigen wijze heb gedaan. Hierin ben ik mezelf altijd aan het verbeteren en vernieuwen geweest. Alleen moest ik nu voor de oorzaak van de bipolaire stoornis bij mij, nog verder de diepte in duiken. Het is allemaal zeker de moeite waard geweest. Het heeft mij zoveel inzicht en kennis gegeven over mezelf, de familiegeschiedenis en hoe het door de eeuwen heen is gelopen voor de mensheid waardoor het voor mij niet vreemd is waarom er veel mensen met lichamelijke of geestelijke problemen zitten.

FB_IMG_1579879722740

Voor ik het intakegesprek had met de therapeut, die mij zou begeleiden tijdens dit proces, had ik voorwerk gedaan. Ik was namelijk alle adressen waar ik in mijn jeugd gewoond heb met mijn ouders, broertjes en zusje, langs gegaan voor herinneringen. Dit waren, tot ik op mijn zeventiende leeftijd het ouderlijk huis uit ben gevlucht, negen adressen. Daarvan waren er vier in Brabant en vijf in Limburg. In Limburg ging ik naar de adressen waar ik had gewoond met mijn ouders en zusje maar ook naar de adressen van mijn opa’s en oma’s. Ook had ik herinneringen bij de lagere school in Maastricht. Dus daar ging ik ook langs. Vervolgens ben ik ook nog even naar het adres van mijn vriendinnetje van de lagere school gegaan en zo terug naar Brabant.

In Brabant was een adres waar ik met mijn ouders naartoe verhuisden vanuit Maastricht. Op dit adres was het nodige gebeurd: vechtscheiding met geweld, kinderbescherming en met heel wat rechtzaken. Hier kwam ook al snel een tweede man in het leven van mijn moeder en dus ook van mij en mijn zusje. Ook werden hier mijn broertjes geboren uit deze nieuwe relatie van mijn moeder. Daarnaast was er een aardappelschuur waar we een jaar in hadden gewoond. En ook een boerderij waar we hebben gewoond en waar ik gevlucht ben. Ook was er het adres van de mensen die mij na een week van straat hebben gehaald en anderhalf jaar hebben opgevangen.

Aan al deze adressen waar ik heb gewoond, zaten herinneringen en ook emoties en gevoelens vast. Ik had ook veel foto’s die ik later in mijn proces wilde gebruiken voor herinneringen. Door dit zo te ondernemen met mezelf kwam ik al snel tot een inzicht. Dit inzicht was:

De herinneringen, gebeurtenissen, emoties en gevoelens die ik vanaf mijn geboorte tot ik uit huis ben gevlucht heb gekend, zouden bepalend kunnen zijn voor de ontwikkeling van de bipolaire stoornis bij mij.

Ook wist ik dat de herinneringen die ik had en de herinneringen die mijn broertjes en zusje hadden veel hetzelfde waren maar anders beleefd. Zij hadden er andere gevoelens en emoties bij en waarschijnlijk daardoor geen bipolaire stoornis ontwikkeld. Natuurlijk wist ik dat mijn broertjes een andere vader hebben en dat dus ook ander DNA meespeelt in de persoonlijkheidsontwikkeling van mijn broertjes.

Ook was de opvoeding die ik kreeg in het huwelijk van mijn moeder en vader anders dan in het tweede huwelijk van mijn moeder. En ook had ik als oudste van de vier kinderen een andere rol binnen het gezin. Mijn gevoeligheid was anders dan die van mijn broertjes en zusje.

Tijdens mijn opleiding tot voetrefextherapeut, kreeg ik de medische basiskennis. Door deze kennis kon ik mijzelf splitsen. Hiermee bedoel ik; ik heb van beide ouders DNA. Dat wil dus zeggen dat delen van mijn ouders, die berusten op emotioneel, psychisch, mentaal en fysiek gebied, ook in mij zitten. Daarnaast is het mijn ziel die gereïncarneerd is in het fysieke lichaam wat zijn oorsprong heeft in de eicel van mijn moeder en de zaadcel van mijn vader.

Mijn beide ouders hebben zo ook hun ouders en een plek in het gezin gekend met daarbij hun rol. Allemaal invloeden waarvan ik van mening was dat dit mee kon spelen in de oorzaak van de ontwikkeling van een bipolaire stoornis bij mij. Voor mijn broertjes zag dit er natuurlijk anders uit dan voor mij. Zij hebben namelijk een andere vader en dus ook ander DNA. Een deel wat wel hetzelfde is, is natuurlijk het deel van onze moeder.

Met dit alles ging ik naar de afspraak met de therapeut voor een intakegesprek. De therapeut stond versteld van de manier waarop ik bezig was geweest en het inzicht waar ik mee kwam. Hij bevestigde dat de ontwikkeling van een bipolaire stoornis bij mij daar voor een groot deel mee te maken zou kunnen hebben.


Ik ben Pascal Gilissen en geboren in 1975 te Maastricht. Op zevenjarige leeftijd ben ik met mijn ouders verhuisd naar Brabant. Ik ben de oudste van vier kinderen uit twee huwelijken van moeder. Ik heb meerdere relaties gehad, heb nu een latrelatie en er bewust voor gekozen om niet aan kinderen te beginnen.

Ik woon in Haaren (Brabant) samen met Luna mijn trouwe viervoeter, een Amerikaanse stafford. Op jonge leeftijd had ik al interesse in hoe mensen met elkaar omgaan en het functioneren van mensen. Ook heb ik altijd veel interesse in spiritualiteit en metafysica gehad. Op dertigjarige leeftijd een beroepsopleiding tot voetrefextherapeut gestart, alleen deze na drie jaar moeten beëindigen.

In 2010 gediagnosticeerd met bipolair 2. Ik heb van de bipolaire stoornis een project gemaakt. Dit project ben ik met mezelf gestart in 2017 en had als doel: de diepere oorzaak van een bipolaire stoornis bij mij te achterhalen en indien mogelijk te genezen. Dit is gelukt.

 

Zoektocht naar de oorzaak van een bipolaire stoornis bij mij

Tekst: Pascal Gilissen

Laat ik beginnen te zeggen, dat ik jullie allemaal moedig vind. Moedig om staande te blijven met de belasting van een bipolaire stoornis. Voor familie en naasten heb ik respect. Ook jullie zijn belast met de bipolaire stoornis van jullie geliefde en naaste.

Mijn naam is Pascal Gilissen en heb in 2010, op 35 jarige leeftijd, de diagnose bipolaire stoornis type 2 gekregen. Ik ben de oudste van vier kinderen uit twee huwelijken van mijn moeder. Voor mij was het een raadsel dat ik een bipolaire stoornis had. Dit omdat ik de enige in het gezin en familie was met deze aandoening. Een vrij gevestigde psychiater heeft bij mij de diagnose gesteld. Toen ik van deze psychiater de diagnose te horen kreeg, had ik een tegenstrijdig gevoel. Dit kwam door wat de psychiater er vervolgens achteraan vertelde:

“Hier kom je nooit meer van af en dien je medicijnen voor te gebruiken”.

Het gaf mij een enorme weerstand en een heel negatief gevoel. Maar wat ook heel tegenstrijdig was, is dat ik ook blij was met deze diagnose. Blij omdat ik na jaren niet weten wat er gaande was, nu een naam had gekregen. Ik kon eindelijk doelgericht aan mezelf gaan werken. Ik kon leren om te gaan met een bipolaire stoornis. Om van de stemmingswisselingen te kunnen stabiliseren waren de medicijnen nodig. Tegen medicijnen had ik ook weerstand. Ik had er een uitgesproken mening over.

Altijd ben ik van mening geweest dat medicijnen zouden onderdrukken en dus alleen iets aan symptoombestrijding zouden doen. Ik moest deze gedachte loslaten want met de heftigheid van de stemmingswisselingen was ook niet te leven. De psychiater kon mij alleen helpen door mij in te stellen op de juiste lithiumspiegel. Daarna zou ik bij de ggz verder geholpen worden. Door de lange wachtlijst duurde het ruim drie maanden voor ik terecht kon. Deze tijd gebruikte ik om zoveel mogelijk te weten te komen over de bipolaire stoornis. Daarbij keek ik naar mezelf en hoe de bipolaire stoornis er voor mij uitzag.

kijkdaar

Toen ik eenmaal bij de ggz terecht kon, wist ik al veel toe te passen om mezelf stabiel te houden. Dit in combinatie met de lithium. Uiteindelijk besloot ik in 2014 om met de Lithium te stoppen. Ik had werk, een nieuwe relatie en voelde me daardoor goed en dacht dat het wel kon. Eind 2015 kreeg ik last van de eerste depressieve klachten. Hier gaf ik alleen niet aan toe. Ik bleef doorwerken omdat ik in mijn werk altijd een uitdaging vond. Hierdoor had ik minder last van de depressieve klachten.

Mijn relatie werd in 2016 beëindigd en ik kwam al snel in een hypomanie. Gelukkig ontdekte ik dit binnen een week en wist snel te handelen. Per mail benaderde ik de psychiater die ik in 2010 bezocht had en ik kon daar dezelfde week nog terecht. Na een gesprek met hem, werd ik weer ingesteld op lithium. In 2017 speelde de bijwerkingen en het gevoel onderdrukt te worden weer op. Alleen had ik al ervaren dat stoppen geen optie was.

Ik dacht: “Stel dat de dosering die door de psychiater wordt aangehouden niet klopt voor mij als persoon?”. Dit bracht mij op het idee zelf de dosering te gaan verlagen. Afbouwen deed ik heel langzaam en tussen de verlagingen in zaten minimaal zes weken. Hierdoor kon ik goed blijven voelen wat de verlaging met mij deed. Ik kon makkelijk bijsturen wanneer dit nodig was. Dan pakte ik terug op de dosering waar ik voor de verlaging op zat. Ik ging ook in kaart brengen welke gebeurtenissen hadden plaatsgevonden waardoor ik ontregelde en de medicatie moest verhogen.

Nadat ik een half jaar geëxperimenteerd had met de lithium, bleef ik op 600 mg stabiel. Terwijl de psychiater mij op 1000 mg had ingesteld.

Door het experimenteren met de lithium en te kijken wat het met mij deed, kreeg ik meer inzicht in hoe de bipolaire stoornis er voor mij uit ziet. Hiermee besloot ik dan ook om de bipolaire stoornis bij mezelf verder te gaan onderzoeken.

Ik ben gaan kijken naar de factoren die de oorzaak zouden kunnen zijn voor de ontwikkeling van een bipolaire stoornis bij mij. Hier had ik namelijk nooit eerder naar gekeken. Zowel aan vaders- als moeders kant had niemand anders een bipolaire stoornis. Deze factor viel voor mij dus weg. De factor verslaving aan drugs was al ruim acht jaar geleden en voor mij niet meer van toepassing. Dan bleef alleen de factor nog over, waarbij ik zou moeten gaan kijken hoe mijn leven gelopen was.

Dat bracht mij op de volgende gedachte:

“Wat als ik de oorzaak van de ontwikkeling van een bipolaire stoornis bij mij zou kunnen ontdekken?”

Zou het dan misschien ook mogelijk kunnen zijn dat ik door daaraan te gaan werken van een bipolaire stoornis af zou kunnen komen? Dit motiveerde mij en begin 2018 vond ik een therapeut waarmee ik dit proces aan ging.

Nu november 2019 ben ik ruim een jaar vrij van alle symptomen die zijn toegeschreven aan een bipolaire stoornis en vrij van medicijnen.

Warme groet,
Pascal Gilissen


Ik ben Pascal Gilissen en geboren in 1975 te Maastricht. Op zevenjarige leeftijd ben ik met mijn ouders verhuisd naar Brabant. Ik ben de oudste van vier kinderen uit twee huwelijken van moeder. Ik heb meerdere relaties gehad, heb nu een latrelatie en er bewust voor gekozen om niet aan kinderen te beginnen.

Ik woon in Haaren (Brabant) samen met Luna mijn trouwe viervoeter, een Amerikaanse stafford. Op jonge leeftijd had ik al interesse in hoe mensen met elkaar omgaan en het functioneren van mensen. Ook heb ik altijd veel interesse in spiritualiteit en metafysica gehad. Op dertigjarige leeftijd een beroepsopleiding tot voetrefextherapeut gestart, alleen deze na drie jaar moeten beëindigen.

In 2010 gediagnosticeerd met bipolair 2. Ik heb van de bipolaire stoornis een project gemaakt. Dit project ben ik met mezelf gestart in 2017 en had als doel: de diepere oorzaak van een bipolaire stoornis bij mij te achterhalen en indien mogelijk te genezen. Dit is gelukt.

Bipolair anders

Tekst: Ronald van Aalten

Sinds een aantal maanden ben ik lid van de groep ‘Werkende Bipolaire Mensen’ op LinkedIn. Echter, ik voldoe niet helemaal aan het profiel. Werken doe ik wel; als coach, therapeut en trainer, maar bipolair ben ik niet meer. Althans, niet in de zin van het hebben van een bipolaire stoornis. Wél in de zin van een geneigdheid tot uitersten. Ik herken de kern van de bipolaire dynamiek nog steeds in mezelf. Als ik de uitingsvorm van deze dynamiek afzet op een schaal van 0 tot 10 dan zit ik nu rond de 1. Dat is wel anders geweest.

Mijn manische psychose op mijn 18e scoort wel een 10 op deze schaal, de latere depressies zeker een 9 (afgewisseld met hypomane episodes: een 8). Op mijn eerste psychose na heb ik nooit medicatie gebruikt met als gevolg dat ik alle episodes ook ten volle heb beleefd. Geen aanrader!

Twee jaar van intensieve lichaamsgerichte therapie hebben me rond mijn dertigste verlost van de extreme episodes. Sindsdien ben ik nooit meer manisch, hypomaan of depressief geweest.

Wat niet wil zeggen dat mijn bipolaire dynamiek voorbij was. Een jaar of 6 geleden kwam deze dynamiek nog even flink tot uiting tijdens mijn opleiding tot Zijnsgeoriënteerd psychotherapeut. Ik schommelde een poosje tussen de pool van het supertherapeut zijn – iemand die iedereen kan helpen – en de andere pool, het gevoel een waardeloze prutser te zijn die er maar beter mee kon stoppen (rond de 5 op mijn bipolaire schaal). In de down pool voelde ik de trekkracht van de depressie: de deken van zwaarte die bezit van me wilde nemen. Evenals de bijhorende gedachten over hoe mislukt mijn leven wel niet was. Gelukkig was er al voldoende opgeruimd en had ik inmiddels voldoende vaardigheden geleerd om mezelf hier op een constructieve manier doorheen te begeleiden zodat de depressie niet tot ontwikkeling kwam.

“Door alle therapie die ik onderging in de opleiding werd het me duidelijk dat mijn bipolaire dynamiek sterk samenhangt met mijn inherente gevoel van waardigheid. Of beter gezegd, het ontbreken daarvan.”

Mijn waardigheid, eigenwaarde was in belangrijke mate gekoppeld aan mijn gevoel van capabiliteit. Mijn vermogen om iets te kúnnen. Zoals dus nu het vermogen om iemand te kunnen coachen. Met als gevolg grote inzet om maar succesvol te zijn en grote angst om te falen. Tijdens mijn eerste schreden op het coaching pad was ik dan ook vaak zo gespannen dat ik er niet veel van bakte.

Het doorzien en doorvoelen van deze koppeling maakte dat het contact met mijn inherente, natuurlijke waardigheid zich herstelde. Hierdoor is mijn prestatie-gedrevenheid en mijn faalangst fors minder geworden. Ik zit nu voor mijn gevoel tussen de 1 en 2 op mijn bipolaire schaal. Een zekere kwetsbaarheid is er nog steeds maar door de juiste zelfzorg is dat geen enkel probleem meer. Dingen die ik vroeger héél erg moeilijk vond door mijn grote stressgevoeligheid, zoals koken of spullen inpakken voor een vakantie, doe ik nu met gemak.

Bijna ben ik op mijn 28e gevallen voor het geloof dat de bipolaire stoornis erfelijk is en dat je er niet van kunt herstellen. Er was net een artikel verschenen in het vakblad Nature over de genen die manische-depressiviteit zouden veroorzaakten. Ik dacht ‘dan toch maar Lithium’ en deed een intakegesprek bij een psychiater. Gelukkig was het zo’n afstandelijke vervelende kerel dat ik van schrik niet meer terug ben geweest. Kort daarna bereikte ik een omslagpunt en loste mijn naderende depressie op om nooit meer terug te keren.

Inmiddels is men erachter gekomen dat het niet gaat om die paar genen waar men het toen over had in het Nature artikel, maar dat er honderden zo niet duizenden genen bij betrokken zijn, evenals allerlei epigenetische factoren. Ook is er na al die jaren onderzoek nog geen robuust biologisch bewijs gevonden voor de stelling dat de bipolaire stoornis een hersenziekte is.

Mijn stelling is dan ook dat ik vast niet de enige ben waarbij de bipolaire stoornis een gevolg is van energetisch-psychologische verstoringen. In mijn geval een diepe verwonding in mijn gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Zoals het mij is gelukt om de bipolaire dynamiek terug te brengen tot zeer aanvaardbaar niveau, is dit denk ik voor veel meer mensen mogelijk. Het is dan wel nodig om diep in jezelf af dalen om de kern laag te kunnen helen. Therapieën zoals cognitieve gedragstherapie of interpersoonlijke therapie bieden hiervoor onvoldoende emotionele diepgang. Gelukkig zijn er aardig wat complementaire therapieën die dit wel in huis hebben.


ronald van aalten 2016

Wil je meer weten over mij en mijn visie op de bipolaire stoornis?
Kijk dan eens op mijn site www.bipolairanders.nl

 

Wie ik écht ben

Tekst en foto’s: Esther

Ik ben een vrouw van eind veertig en sinds 2012 in balans na een leven dat bestond uit enorme pieken en diepe dalen, veel… heel veel medicatie, opnames, therapieën en sombere vooruitzichten. Er is eens gezegd dat ik al stuiterend geboren ben. Als kind was ik erg druk. Mij concentreren en stilzitten was moeilijk. Toch had ik ook periodes dat ik me terugtrok, dan kon ik uren op mijn kamer zitten, muziek luisteren, lezen en vooral alleen zijn.

Gevoel uiten hoorde niet in die tijd, dat deed je gewoon niet. Punt.

Op mijn 16de kreeg ik voor het eerst antidepressiva. Ik was vooral moe. Later bleek het de ziekte van Pfeiffer. De medicatie haalde me totaal uit balans en gaf innerlijk veel verwarring omdat ik mezelf kwijt raakte en dat niet onder woorden kon brengen. Therapieën volgden, meer medicatie en ik ging hoe langer hoe meer ‘stuiteren’.

Mijn stemmingen wisselden elkaar steeds sneller af en een klein geluk was dat de depressies korter waren dan de hypomane episodes. Daardoor werden behandelingen afgesloten. Het ging weer goed met me. Depressie voorbij en ik voelde me goed. Dit patroon bleef en op mijn 37ste kreeg ik diagnoses waaronder de bipolaire stoornis. Eerst blij dat het een naam had. Dan een soort rouwproces want in de psycho-educatie werd duidelijk dat ik nooit kon genezen, altijd medicijnen moest slikken en onder behandeling van psychiater zou moeten blijven. Dat wilde ik niet geloven en dat was een terugkerend onderwerp in gesprekken. Ik MOEST accepteren dat dit zo was en ik moest uit die ontkenning.

Vanaf dat moment begon het drama pas echt. Balans was ver te zoeken ondanks alle medicatie, onderzoeken, second opinion, therapie, opnames enz. Ik ontregelde steeds meer, vaker en heftiger. Iedereen wees naar mij. Ik bleef in de ontkenning dat dit de oplossing was en bleef zeggen dat ik zou herstellen. Dat ik stabiel zou worden zonder medicatie. Natuurlijk zat er in mijn hoofd ook een twijfelstem want waarop baseerde ik dit? Op mijn gevoel. Maar dat werd ook overhoop gehaald door al die pillen. Dus kon ik mijn gevoel nog vertrouwen? Voelen werd iets dat steeds verder weg stond van me. Ik was aan het overleven in plaats van leven.

In januari 2012 kwam ik uit een opname en besloot dat het genoeg was. Ik stopte van de één op de andere dag met alle medicatie, stelde mijn psychiater hier netjes van op de hoogte en ging naar een klassiek homeopaat. Zij was tevens spiritueel coach wat mij aansprak want al langer had ik het idee dat er iets anders was dan de gestelde diagnoses.

stand-out-from-the-crowd_storyheadtwocol

Dit vermoeden leek te kloppen en er vielen toen zeer veel dingen op zijn plek. Ik voelde zeer subtiele trillingen om me heen en dat waren dus géén psychotische verschijnselen zoals ze eerder genoemd werden. Ook nam ik bijvoorbeeld stemmingen van anderen over en ik leerde me daarvoor af te schermen. Ik leerde om juist wél te voelen, om juist wél alles toe te laten wat zich in mijn lijf en hoofd afspeelde. En ik leerde hoe ik daarmee om kon gaan. In combinatie met klassieke homeopathie kwam er in zeer korte tijd balans in mijn leven. Ik ging weer voelen. Door de medicatie was dit zo onderdrukt dat ik het min of meer opnieuw moest leren. Het was een pittige tijd en toch wist ik dat dit mijn redding was, mijn kans op balans. Ik ben zeer gevoelig en dat hoeft niet onderdrukt te worden. Juist niet want dat maakte het alleen maar erger. De prikkelgevoeligheid mag er zijn en daarmee leren omgaan maakt het verschil tussen last en kracht.

Ik leefde lange tijd vooral in mijn hoofd en was daardoor het contact met mezelf kwijt. Overleven in plaats van leven. Ik ging weer naar feestjes en hield dan rekening met extra rust vooraf en nadien. Ik leerde mild te zijn voor mezelf door extra rustmomenten in te bouwen wanneer ik voelde dat ik dat nodig had. Dat leren herkennen en dan erkennen heeft mijn leven veranderd. Ik ben liefdevoller naar mezelf geworden en neem mezelf serieus.

Alles wat ik voel is waar, is echt en het mag er ook zijn. De depressies en manieën waren een gevolg van onderdrukken van gevoel en leven vanuit mijn gedachten. Ver weg van mezelf dus. Dat gevoel zich niet laat onderdrukken is nu wel duidelijk voor me. De angst om het aan te gaan, kan al zorgen voor een dip. En dat is ook gevoel, dat klopt, maar dat is meer een ontkenning, vlucht en vechtmechanisme. Tijdens een manie hoefde ik niks met mijn echte gevoel, want het ging prima. Tijdens depressies ook niet, want dan moesten ze me gewoon met rust laten en was ik vooral slachtoffer.

dandelion

Dat laatste is nog steeds belangrijk om te voelen voor me. Ik ben géén slachtoffer en ten alle tijden verantwoordelijk voor mijn eigen geluk, balans en leven in alle opzichten. Ik bepaal wat ik voel, wat ik denk en hoe ik omga met alles dat op mijn pad komt en niemand anders.

Ik herken nu ook wanneer ik minder in mijn lijf zit en mijn, vaak nog negatieve gedachten, de boventoon laat voeren. Terug in mijn lijf dus. Aarden. Veel de natuur in. Ademen. Rust en keuze maken of ik wil vluchten, vechten of accepteren. Accepteren van voelen en de angst om het aan te gaan is vaak vele malen groter dan het echte voelen. Ik ben enorm dankbaar voor de begeleiding die ik ook nu nog heb van iemand, die me steeds dichter naar mezelf brengt, wie ik écht ben en niet de persoon die ik zoveel jaren dacht te zijn. Leven vanuit mijn kracht, diezelfde kracht die ik in 2012 kon voelen en inzetten om mijn weg te gaan waarvan ik diep van binnen wist dat die de juiste was.  Een persoon die me alleen ziet al mens, voorbij welk label dan ook. Zo mag en kan ik mezelf nu ook zien, als mens…zonder etiket. Ik ben in balans zonder medicatie.

Eindelijk kan ik voluit zeggen: IK LEEF.


Ik ben Esther en woon sinds 1993 met mijn vriend in de mooie Achterhoek. We hebben een zoon van 20 jaar, twee katten en een hond: mijn maatje, mijn alles. Dieren en natuur in alle facetten speelt een heel belangrijke rol in mijn leven.

Hoe kracht, vertrouwen en liefde mij bracht waar ik nu ben

Tekst: Huub Hendriks

Toen ik in 1974 een eerste opname van 14 maanden met vele psychoses moest doorstaan, kon ik nooit vermoeden dat dit het einde van mijn werkzame leven zou zijn. Ik heb het geluk dat ik een echtgenote heb die al die jaren achter mij stond en mij nooit in de steek heeft gelaten. Mijn lijfspreuk die ik later tijdens voorlichting gebruikte was: ‘Ik heb de ziekte en mijn vrouw heeft het kruis’.

In de jaren na mijn opname had ik last van enorme stemmingswisselingen die een grote wissel in ons gezin trok. Ook was ik geregeld depressief maar de meeste tijd was ik manisch. Tientallen opnames zouden nog mijn deel worden en bijna altijd werd ik psychotisch opgenomen. Vaak maanden lang.

Ook heel wat medicatie passeerde de revue maar in het begin heeft niets echt geholpen. Heel wat psychiaters en hulpverleners hebben we samen aan de kant gezet omdat we de kracht vonden om goed voor onszelf op komen. Ik raad ook iedereen aan dat als een hulpverlener niet bij je aansluit of niet op een lijn met je zit, wissel dan van behandelaar. Zorg dan eerst voor een intakegesprek op een andere plek want uiteindelijk moet jij er niet voor de psychiater zijn maar hij of zij voor jou.

Ook durfden we risico’s te nemen onder het mom ‘niet geschoten is altijd mis’. In overleg werd er vaak aan de medicatie gesleuteld om me op een zo laag mogelijke dosering te krijgen. Ook wisselden we vaak van medicatie. Iets wat ook wel eens verkeerd uitpakte. Vaak moesten we gedwongen wisselen omdat ik een medicijnvergiftiging had. Dan begon opnieuw de zoektocht.

In 1980 begon de eerste fase van herstel. Ik ging bij de Koepel van Limburgse cliëntenraden en werd RIAGG cliëntenraad voorzitter. Ik leerde de gevoelens van medecliënten op waarde te schatten en kon hun belangen zo goed mogelijk behartigen. Dit deed ik anderhalf jaar lang. Op het RIAGG voelde ik mij als een vis in het water. Tussendoor volgde ik samen met mijn vrouw nog een psycho-educatiecursus die ons enorm veel inzicht gaf in mijn manisch depressieve stoornis.

baggage

Op het RIAGG kon ik mij erg positief ontwikkelen. Er kwam een gedichtenbundel genaamd ‘Eindelijk is de pijn gedicht’. Ik begon met het schrijven van mijn eerste boek ‘De brand in mij’. Ook ging ik Client Recht en Ethiek studeren aan de universiteit van Maastricht en maakte deze studie ook af. Dit alles zou als bagage dienen voor de, zo als ik het noemde, volle rugzak van mijn psychisch leven. Ook kwam ik in aanraking met de VMDB waar ik nu al 21 jaar lang lid van ben en waarvoor ik heel wat taken doe. Onder andere bemens ik, al even lang dan als ik lid ben, de Landelijke Lotgenotenlijn en geef voorlichting aan studenten, jonge huisartsen in opleiding en sinds kort op de Nederlandse Politie Academie. Verder schrijf ik heel veel in onze Plusminus en op twee websites. Verder geef ik nog geregeld lezingen.

“Ik ben heel erg voor openheid over onze stoornis.
Alleen zo kun je vooruitgang boeken.”

Ontwikkel jezelf. Wees niet te streng voor jezelf en bedenk dat na iedere tegenslag de zon weer gaat schijnen. Net zoals onze stoornis zelf met haar ups en downs. Vaar verder op veel gebieden je eigen koers. Laat je gevoel en inzicht je hierbij helpen. Als je een persoon bent die beschadigd is tijdens je leven waardoor je weinig zelfvertrouwen bezit en een laag zelfbeeld hebt. Bijvoorbeeld de neiging om je negatief gevoel boven je positief gevoel te laten prevaleren. Dan heb je het extra moeilijk in deze keiharde maatschappij. Bedenk dat niemand onbeschadigd zijn jeugd doorkomt. Ook bij mij bleek dat mede de aanzet tot mijn stoornis.

Bij ons thuis heb ik nooit echte liefde warmte en genegenheid mogen ervaren. Verder speelde erfelijkheid ook een grote rol. Wel heb ik geleerd in mijn leven, hoe moeilijk het ook was, om niet alles te accepteren. Vooral in de hulpverlening gaan er wel eens dingen mis. Hoe goed ze ook bedoeld worden. Zoek daarom net zolang tot je iemand vindt waarvan je kunt zeggen: “Zo dit is mijn hulpverlener voor het leven.” Iemand waar je altijd op terug kunt vallen en iemand die zich 100% voor je inzet.

Nu na 41 jaar gedwongen met de stoornis te hebben moeten leven, durf ik rustig te stellen dat ik mijn leven op de rails heb. Alhoewel een stemmingswisseling altijd nog om de hoek kan komen kijken. Al meer dan 12 jaar heb ik ook geen psychose meer gehad. Ik ben verder erg medicijntrouw en drink weinig of geen alcohol. Wel heb ik me aangeleerd de dingen te doen die ik leuk vind. Hierdoor ben ik ook erg gelukkig. Vooral het werk aan de Landelijke Lotgenotenlijn van de VMDB en het geven van voorlichting geven mij heel veel voldoening in mijn leven. Mijn leven… dat hierdoor ook een enorme meerwaarde heeft gekregen.


 

2013Mondriaanhuub hendriks16 - kopie

Mijn naam is: Huub Hendriks, geboren in Slenaken (1950). Ik was de oudste van vier broers. Op mijn 23ste leerde ik Ans kennen. Samen hebben we één zoon Dave. In 1974 gaat het plotseling goed mis en word ik voor het eerst psychotisch. Een opname van 14 maanden volgt en in die tijd wordt, zonder dat ik daarbij ben, onze zoon geboren. Bij mij wordt de diagnose manisch-depressief gesteld. Nog vele lange opnamen volgen. Ik ben wel altijd erg medicatietrouw geweest en heel langzaam kreeg ik de controle terug over mijn leven. In 1975 werd ik volledig arbeidsongeschikt en daarmee heb ik het jarenlang heel erg moeilijk gehad.

De weg die herstel heet

Tekst: Romana Slagboom

Aan het begin van mijn weg naar herstel was ik compleet door mijn ziekte overrompeld. Ik wist niet wat er met mij gebeurde. Ik was bekend met angst maar niet met alle bijverschijnselen die mij nu plotseling overvielen. Ik zag dingen die er niet waren, hoorde gesprekken waar ik toch echt alleen was en mijn lichaam leek niet meer te functioneren. Ik voelde zoveel tegelijkertijd dat ik de individuele emoties niet meer kon onderscheiden. Ik was in de war, begreep niet wat er met mij aan de hand was en ik was wanhopig want wat nu? Hoe moest ik verder als ik zelfs mijzelf en mijn eigen lichaam niet meer kon vertrouwen? Hierop ging ik in de wachtstand en was ik tot niet veel meer in staat dan ademhalen. Ik heb aan de bel getrokken bij de GGZ en werd niet gehoord. Ook omdat ik niet in staat was om mijn klachten goed en duidelijk te verwoorden.

butterfly-730430_640

In de tweede fase van mijn herstel, zoals ik die nu herken, kon ik weer wat helderder denken. Er was nog een enorme angst voor een terugval maar ook het besef dat ik hulp moest zoeken. Toen ik eenmaal wist wat er met me aan de hand was, dat ik een bipolaire stoornis had, ben ik gaan vechten om beter te worden. Ik ging genezen dat wist ik zeker. Mijn ziekte verklaarde dan misschien mijn verleden maar zou zeker geen plaats hebben in mijn toekomst. Ik kon niet accepteren dat ik misschien altijd klachten zou blijven houden. Ik schaamde me, voelde me een zwakkeling en vertelde niemand over mijn problematiek. Want , zo redeneerde ik: “ik word toch weer beter?” Wie weet zouden mensen in mijn omgeving mij altijd blijven zien als het meisje dat psychische problemen heeft gehad. Dat wilde ik niet. Ik projecteerde mijn zelfstigma en angst op mijn omgeving en gaf zo niemand de kans mij te steunen.

Zo ging het even beter, met af en toe een terugval. “Maar dat is ok”, zei mijn behandelaar. Tot ik wederom gevloerd werd door mijn klachten. Dat was het moment dat ik besefte: “ik word niet beter.” Ik kan blijven vechten maar ik denk dat ik beter af ben als ik leer om met mijn ziekte te leven. Misschien kon ik dan ook echt gaan leven want het gevecht kostte mij bakken met energie. Het leverde mij niets op behalve een gevecht tegen een onzichtbare vijand. Een gevecht die ik ooit hoopte te gaan winnen. Langzaam maar zeker ben ik gaan ontdekken wat mijn leven leuk en waardevol maakte. Daarnaast ben ik een plan gaan schrijven voor een eventuele terugval. Wat kan ik doen? Wat kunnen mijn naasten doen? Wat werkt en wat niet? Ik ben gaan lezen over mijn ziekte die ik langzaam maar zeker ‘mijn kwetsbaarheid’ ging noemen. Ik las over medicatie en behandelingen en realiseerde me dat mijn ziekte ook echt MIJN ziekte was.

“Een andere patiënt kan dezelfde ziekte heel anders beleven.”

Dat was belangrijk voor me, omdat het betekende dat mijn herstelproces ook het MIJNE was. Ik mocht de regie nemen, experimenteren en mijn eigen weg gaan bewandelen. Doodeng maar ook heel bevrijdend. Ik hoefde niet langer te vechten tegen de ziekte. De ziekte werd een deel van mij. Mijn kwetsbaarheid. Ik werd dan wel niet beter, maar dat betekende niet dat mijn leven niet beter zou gaan worden.

Sinds lange tijd heb ik gezegd dat ik iets met mijn ervaringen wilde gaan doen. Maar wat dat ‘iets’ zou zijn werd pas duidelijk toen ik startte met de cursus ‘Samen Deskundig’. Dat ‘iets’ van mij bleek een functie: die van ervaringswerker. Ik had een doel!

In mijn contact met lotgenoten en gelijkgestemden voel ik me geaccepteerd om wie ik ben. Een ervaring die me het zelfvertrouwen heeft gegeven om niet meer te zwijgen over mijn kwetsbaarheid. Met schaamte doe je jezelf enorm tekort. Het maakt je ziek naast je ziekte. Eenmaal uit de kast viel er een last van mijn schouders. Eindelijk mocht ik mezelf zijn. Ik hoefde niet meer bang te zijn dat mijn geheim zou uitkomen.

Eerlijk gezegd heb ik vrijwel geen negatieve reacties gehad maar mochten ze komen dan doen ze niets af aan mijn identiteit. Stigma en onbegrip zeggen niets meer over mij maar wel heel veel over de persoon die het uit.

Ik heb nog steeds dagelijks te maken met de gevolgen van mijn kwetsbaarheid maar ziek voel ik me al lang niet meer. Ik let op wat ik eet, doe aan sport en zorg voor voldoende ontspanning. Ik blijf mezelf ook prikkelen om me verder te ontplooien en mijn grenzen op te zoeken. Dat hoort ook bij ervaringsdeskundigheid, weten hoe het is om over je angst heen te stappen. Gelukkig ben ik niet bang meer voor een terugval. Het kan gebeuren, morgen of over vijf jaar, maar die kennis houd me ook weer scherp. Het herinnert me eraan dat ik van alle goede momenten moet genieten en dat doe ik volop. Met de kennis en ervaring die ik nu heb weet ik dat een terugval niet het einde betekent van mijn herstel. Herstel blijft een proces dat voor mij en vele anderen niet lineair verloopt maar wel een proces dat ik aankan.

 


 

FB_IMG_1452521763929

Ik ben Romana Slagboom, 32 jaar, getrouwd, mama van een tweejarige dochter en ervaringswerker met een bipolaire stoornis. Ook ben ik initiatiefneemster van stichting Te Gek, een stichting die zich inzet voor jongeren met een psychische kwetsbaarheid.

Herstel, bestaat dat?

Tekst: Luc Vercauteren

Zelf ben ik hersteld. “Herstellen, wat is dat?”, heb ik vaak gedacht. Voor mij kwam dat antwoord pas toen ik hersteld was. Herstellen van een psychische aandoening laat zich niet in één zin omschrijven. Het is voor ieder een uniek en persoonlijk proces en reikt over de grenzen van een psychische aandoening heen naar een volwaardig leven. Herstellen van klachten van een psychische aandoening -van een psychose, van een angststoornis, van een eetstoornis, van een depressie- is vaak niet voorstelbaar als je last van psychische klachten hebt. De hoop ontbreekt dan vaak. Hoop is dan ook een belangrijk onderdeel van herstellen. Het is het begin van herstellen. Zonder hoop kan herstel niet worden ingezet. Herstel is niet gelijk aan het genezen van een stoornis. Het is het vinden van een weg om te leren omgaan met je kwetsbaarheden. Je bent hersteld op het moment dat je niet meer wilt veranderen, dat je omarmt wie je bent met al je kwetsbaarheden. Dat het goed is zoals het is. Herstel gaat niet vanzelf ook al denk ik dat het vooral een onbewust proces is. Herstel is het weer aanwezig zijn van een verbinding met jezelf. Verbinding met anderen. Het weer kunnen beleven. Het weer kunnen voelen en het weer kunnen voelen van liefde.

Samenvattend is herstel een proces waarin ruimte is voor hoop en wat leidt tot het ontdekken van een nieuwe zinvolle betekenis in het leven ondanks de beperkingen van een psychische aandoening.


Luc

Mijn naam is Luc Vercauteren. Door Petra ben ik uitgenodigd om een gastblog te schrijven voor haar website. Nu schrijf ik al zo af en toe voor de website psychosenet.nl. Ik schrijf daar over mijn bipolaire aandoening en hoe ik deze ziekte ervaar.

Je kunt meer over mij en m’n bipolaire aandoening lezen in de volgende blogs:
Omgaan met iemand met een depressie
Bipolaire stoornis en acceptatie

Over mijn nabije toekomstplannen verwijs ik je graag door naar mijn website: www.maastricht-teheran.nl

Dood en troebel water wordt levend

Tekst en foto’s: Emmy van den Heuvel

Alles wat levend en sprankelend was, stroomde uit me weg als water tussen mijn vingers. Het plasje dat uiteindelijk overbleef was doods en troebel. In uitgewrongen en voor mij uitzichtloze toestand, volgde de opname. De hel op aarde en deze keer wist ik zeker dat het nooit meer over zou gaan.

En toch, heel langzaam, knapte ik weer wat op. Het lukte om af en toe een wandeling te maken en het eten begon me weer een beetje te smaken. Het grootste geschenk was dat ik weer ‘houden van’ kon voelen. Vooral met betrekking tot mijn twee prachtige zonen.


Het dood-van-binnen-zijn heeft plaatsgemaakt voor een warm kloppend hart

20140808_134310Dit hart heb ik gemaakt tijdens een opname. De inktzwarte golven van de depressie ben ik weer te boven gekomen. Die duiding kwam overigens pas toen ik weer thuis was. Tijdens het bezig zijn was ik zonder gedachten, wat trouwens een heel prettige kant is van het werken met speksteen! Je volgt als het ware waar de steen je brengt. Onverwacht kan er zomaar een stuk afbreken waardoor je niet anders kan dan in die richting meebewegen. Het werken met speksteen heeft mij letterlijk en figuurlijk geleerd om los te laten en me over te geven aan wat er op dat moment is.


Maar de hypomane adder lag op me te wachten onder het gras. Deze keer trapte ik er niet in. Slaappillen en een rustige agenda hebben ervoor gezorgd dat ik niet de hemel invloog. Terug in balans maakte ik de balans op, zowel letterlijk als figuurlijk. Kan ik mijn geld weer verdienen met het begeleiden van uitvaarten? Nee, dat was immers een van de triggers waardoor ik in de depressie was gekomen. Te groot verdriet zien en teveel stress ervaren, het is niet goed voor me, ik moet afscheid nemen van dit prachtige werk. Maar wat dan? Hoe zorg ik voor inkomen op een manier waar ik eveneens gelukkig van word?

Het is me godzijdank gelukt om niet weer te verzanden in gepieker. En ik wist het. Ik wilde iets doen met mijn ervaringen in de psychiatrie. Op zoek naar mogelijkheden kwam ik de module ‘Trainersvaardigheden’ tegen die gegeven werd op de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Ik zag op tegen de afstand, Amsterdam – Eindhoven is niet niks. Maar waar ik me vooral zorgen over maakte is of ik het nog wel zou kunnen: studeren. Stof in je opnemen, concentratievermogen…het was er sinds de depressie niet beter op geworden. Durf ik wel in deze diepte te springen?

Wat bleek? Het diepe was zo diep niet! Het was een feest om met anderen die, ieder op hun eigen wijze, ook ervaring binnen de psychiatrie hadden ervaringen te delen. Om met elkaar te kijken en te leren hoe je deze ervaringen om kan zetten naar instrumenten die van waarde zijn voor hulpverleners bij hun herstelondersteunend werken. Ik kon mijn stage volgen dichtbij huis en haalde het certificaat. Ik kon op mijn stageplek aan de slag, maar zou dan wel ZZP’er moeten worden. Dat zorgde even voor een ‘help-help’gevoel. Hoe doe ik dat? Eerst maar naar een informatieavond van de Kamer van Koophandel en daar trof ik ook de glazenwasser die voor zichzelf ging beginnen. Als hij het kan, kan ik het ook dacht ik.

Het is gelukt. Op mijn 53ste ben ik begonnen als ZZP’er. Nu, zeven jaar later, werk ik in die hoedanigheid op diverse plekken. Binnen de GGZ en het Leger des Heils geef ik trainingen rondom herstel en herstelondersteuning. Ik geef ook gastlessen over bejegening bij verpleegkundigen in opleiding, politie, WMO-loketten en apothekersassistenten.

In de hel van de depressie had ik nooit kunnen vermoeden dat ik dit ooit zou gaan doen. Dat ik überhaupt nog maar íets zou kunnen doen. Als ik terugkijk zie ik dat alles wat ik ooit eerder heb gedaan, zoals het uitvaartwerk, nu bij elkaar komt. Alles gaat over contact, afstemmen op de ander, bruggen slaan en verbinding houden. Dit doet er toe en geeft me voldoening. Natuurlijk is het soms moeilijk, natuurlijk zorgt het weleens voor gepieker, maar dat hoort ook bij ‘mensenwerk’.

Nog steeds kan het mij verwonderen dat ik vanuit een totale hopeloosheid nu hier ben gekomen. Het leert mij dat een dood en troebel plasje water weer levend kan worden. En dat er altijd hoop is, ook al ben je zelf tijdelijk alle hoop verloren.


30 mei 2012

Iets over mijzelf…

Karaktertrekken: eigenwijs, humoristisch, betrokken.
Leeftijd: 59 van buiten, jong van binnen.
Talent: beeldhouwen, schrijven én het bipolaire talent.
Moeder van: Roland en Lennart, de twee mooiste en liefste zonen van het noordelijk halfrond.
Oma van: Yindi, een prachtkind waar ik altijd vrolijk van word. En ze houdt me in het ‘nu’.