Tekst en foto’s: Milou Vlug
Je hoort het vaak: je studententijd is de beste tijd van je leven. Natuurlijk is deze uitspraak al vrij cliché, maar voor mij is mijn studententijd niet altijd leuk geweest. Op mijn 19e begon ik met groot enthousiasme aan de opleiding Franse Taal en Cultuur in Nijmegen. Ik ging op kamers wonen in een groot studentenhuis, deed mee aan de introductie en leerde zo veel nieuwe mensen kennen. Lange tijd had ik het naar mijn zin. Ik voelde me thuis in Nijmegen en vond het fijn om met medestudenten af te spreken. Daarnaast vond ik mijn opleiding leuk. Ik las met groot plezier de grote Franse romans van bijvoorbeeld Victor Hugo of ik verdiepte me graag in de ontwikkeling van de Franse taal.
Maar langzamerhand merkte ik dat alles me te veel werd. Ik kreeg steeds minder energie en kreeg moeite om mijn sociale leven, het studeren, sporten en bijbaantje te combineren. Aan het einde van de tweede tentamenperiode van mijn eerste jaar begon ik me steeds somberder te voelen. Ik stelde hoge eisen aan mezelf en vond dat ik niet goed genoeg was. Met mijn studie ging het goed. Qua cijfers niets te klagen en ik probeerde ook mijn leven buiten de universiteit normaal te laten verlopen. Na hulp gezocht te hebben bij een psycholoog, volgde de diagnose ‘depressie’. Ik vond dit moeilijk te accepteren. Ik kon toch geen depressie hebben? Ik lag toch niet de hele dag in mijn bed? Ik kon toch studeren? Daarnaast vond ik dat ik ook geen depressie mocht hebben, omdat ik alles had om gelukkig te zijn. Er zijn toch mensen die het veel erger hebben. Na veel gesprekken zag ik uiteindelijk in dat ik een depressie had.

Mijn eerste studentenkamer
Het ging steeds slechter. Ik had geen zin meer om te leven en die depressie viel niet meer te ontkennen. Uiteindelijk, met enige angst, aan de antidepressiva begonnen in de hoop dat het beter zou gaan. Helaas gleed ik alleen maar meer af en bleef ik me maandenlang slecht voelen. Al die tijd probeerde ik door te studeren en door te gaan met mijn studentenleven, ook al liep dat ondertussen minder goed dan voorheen. Als je nergens zin in hebt, dan is zelfs een studie die je interessant vindt niet leuk meer en ook best wel vermoeiend. Daarnaast vond ik ook sociale activiteiten zoals borrels te veel worden.
Na vele psychiaters, meerdere psychologen en oneindig veel gedachteschema’s veranderde na maanden toch iets in mij. Na een nieuw antidepressivum voelde ik me opeens beter dan ooit. Ik werd wakker en voelde dat ik de hele wereld aankon. Ik had een tomeloze energie, voelde me extreem gelukkig en had heel veel zelfvertrouwen. Ik ervaarde dit alles als positief. Na maanden depressief geweest te zijn een beetje licht in de duisternis. Helaas schoot het wel een beetje door. Ik sliep en at niet meer, sprak razendsnel en was rusteloos. Dit leverde naast wat energie en dynamiek, achteraf gezien ook wat gênante momenten op. Zo moest ik een presentatie houden in het Frans voor twee docenten en dat ging voor mijn gevoel heel goed. Ik was lekker veel, snel en ongestructureerd aan het praten. Op een gegeven moment zei één van de docenten: “Kun je even stoppen, Milou? Je beweegt de hele tijd. Kun je even gaan zitten?” Blijkbaar stond ik niet stil en was ik zoveel aan het bewegen dat ze niet meer naar mijn presentatie konden luisteren. Ik was me van geen kwaad bewust en dacht dat het allemaal supergoed ging. Dit was één van de momenten dat ik me besefte dat deze energievolle buien misschien niet normaal waren.
Na het stoppen met de antidepressiva volgde nog meerdere depressieve en hypomane periodes en kreeg ik uiteindelijk de diagnose ‘bipolaire stoornis type 2’. Na veel proberen, heb ik uiteindelijk een combinatie van medicatie gevonden die helpend voor me is. Een tijdje ben ik gestopt met studeren en ben ik vrijwilligerswerk gaan doen. Ik kreeg weer zelfvertrouwen en had de tijd om te leren leven met mijn bipolaire stoornis. Uiteindelijk heb ik mijn studie opgepakt en ben ik onlangs afgestudeerd en aan mijn masteropleiding begonnen. Het gaat nog steeds wel eens minder goed met me, maar ik probeer ermee te leven.
Als ik één ding heb geleerd in mijn studententijd is het hoe dankbaar ik ben.
Dankbaar voor mijn ouders en mijn zus die me altijd steunen en die mijn rots in de branding zijn;
Dankbaar voor mijn vrienden, die er altijd zijn of het nu goed of slecht gaat. Dankbaar voor mijn studiegenoten, bij wie ik altijd terecht kan ook als het minder ging;
Dankbaar voor docenten die naast hun colleges er ook waren in slechte tijden met thee en chocolade of een luisterend oor;
Dankbaar voor een scriptiebegeleidster die om wist te gaan met mijn onzekere en perfectionistische kant;
Dankbaar voor een studieadviseur die altijd meedacht met mijn studievoortgang, maar ook op privégebied;
Dankbaar voor een psycholoog die er elke week was en waarbij ik alles kwijt kon;
Dankbaar dat ondanks dat mijn studententijd misschien niet de leukste tijd van mijn leven was, ik er toch nog heb van kunnen genieten!
Milou Vlug (25) is studente Europese letterkunde. In haar studententijd kwam haar bipolaire stoornis tot uiting. In haar vrije tijd speelt ze harp en verliest ze zich graag in een goed boek.