Mandala’s en tekenen op nummer

Tekst: Esther Bons

Dit schilderij heb ik in een manische bui gemaakt. Op zo’n moment heb ik altijd een koptelefoon op met muziek. Als ik luister naar Beethoven de 5e, de 7e en de 5e Sjostakovitsj dan heb ik totale focus. Ik kan dan mooi binnen de lijntjes kleuren. Ik kom ervan tot rust.

IMG_6805

De mandala’s teken ik tijdens mijn depressie of (hypo)manie. Ik teken dan om een goede dagindeling en structuur te hebben. Muziek daarbij helpt mij ook weer enorm. Bij een manie remt het tekenen mij juist af. Ik ga dan in ieder geval geen cakes bakken om 6:00 ’s ochtends wat ik wel eens heb gedaan. In zo’n periode is alles leuk en gaat alles vanzelf maar toch geeft het potlood in mijn hand en de kleuren die het maakt op papier mij rust en ruimte. Ik kan al mijn activiteiten juist meer gedoseerd doen door het kleuren.

Deze slideshow vereist JavaScript.



IMG_1797
Hallo, ik ben Esther Bons (39) en ik woon op de prachtige Veluwe. Alweer tien jaar ben ik gelukkig getrouwd met mijn lieve man Arie-Willem. In 2006 hebben we elkaar ontmoet. Samen hebben we drie prachtige kinderen, Sam (6), Juul (4) en Gijs (3). Ik werk 22 uur/week als psychosomatisch fysiotherapeut, dit doe ik met veel plezier. Even niet moederen en alle focus op mijn werk en patiënten.


In 2003 heb ik de diagnose gekregen. Na de bevalling van Sam is het compleet misgegaan. De bevalling zelf ging super en zelfs thuis bevallen. Ik raakte vrijwel meteen uit balans, sliep niet meer, borstvoeding lukte niet waardoor ik mij een falende moeder vond. Tranen, tranen, labiel. Veel dingen van vroeger kwamen naar boven en dan heel intens … en ik bleef maar afvallen. Toen naar de huisarts geweest. “Het hoort allemaal bij het moeder worden”. Dit antwoord voelde voor mij niet goed. Ik voelde mij niet serieus genomen door mijn huisarts.

Na veel narigheid belandde ik via de verloskundige bij de crisisdienst. En wat was ik opgelucht. Eindelijk op de goede plek! Ik kreeg eerst oxazepam voor het slapen en om overdag wat rustiger te zijn/voelen. Maar dat hielp niet voldoende en kreeg toen Olanzapine voorgeschreven. Vanaf dat moment sliep ik weer. Toch ging het bergafwaarts en kwam ik in een zware depressie. Antidepressiva hielpen niet. Het ging steeds slechter en uiteindelijk opgenomen op de MBU (Moeder Baby Unit). Daar werd ik overgezet op andere antidepressiva en kreeg in een hypomanie. Na gesprekken met de psychiater kreeg in de diagnose bipolaire stoornis. 

Het ging na het instellen op nieuwe medicatie eindelijk de goede kant op. Hierna heb ik nog twee kinderen gekregen. Waar het met de middelste heel goed ging en ik bij de jongste weer in een depressie belandde. Met de juiste hulp en medicatie ben ik daar weer uitgekomen. Nu gaat het wisselend, heb nog met regelmaat hypomane of manische episodes, al ben ik er wel sneller uit. Ik herken het beter en mijn man ook. Door extra medicatie (Olanzapine, Oxazepam, Temazepam) te nemen trekt het snel weer bij. Ik zeg mijn werk dan ook af. Ik krijg hierdoor geen depressie meer. Alleen de nasleep met vermoeidheid door de (hypo)manie. Ik vind het gebonden zijn aan huis wel moeilijk. Normaal werk ik. Daar moet nog wat structuur in komen. Ik kijk ook niet veel nieuws hoor. Veel narigheid over het Corona-virus en ‘t komt ook dichtbij nu.

Bipolariteit: wat zegt de omgeving

Tekst en tekeningen: Klaartje Coupé

Ik ben een bofkont! Ik ben gezegend met een fantastische familie en vriendengroep. Van de lieverds die zich in mijn dichtste omgeving bevinden, heeft niemand mij als persoon afgeschreven omwille van mijn psychiatrische problematiek en de rare kronkels die mijn levensweg soms neemt sinds ik ziek ben geworden. Ik besef ten volle hoe hard ik me in de handen mag wrijven met alle liefde, vriendschap en begrip die mij te beurt vallen.

Toch is er een kleine groep mensen die wel eens ongemakkelijk reageert op situaties die te maken hebben met mijn gezondheidsproblemen. Gelukkig heeft die onwennigheid meestal geen betrekking op de contacten met mezelf. Eerder het contact met lotgenoten/andere patiënten blijkt soms confronterend te zijn voor mijn omgeving. Zo kreeg ik al verschillende keren te horen dat ik altijd welkom ben bij mensen thuis, maar dat een ziekenhuisbezoek te moeilijk voor hen zou liggen. Lieve bedoelingen, maar toch elke keer een tikkeltje pijnlijk. Ikzelf verblijf immers ook in datzelfde ziekenhuis en verschil in dat opzicht niet van de andere patiënten.

 In het ziekenhuis
De uitspraak ‘ik ben niet zo ziekenhuisachtig’ vind ik stiekem een beetje grappig. Ik stel me dan automatisch de vraag of er personages bestaan die zichzelf als ‘bijzonder ziekenhuisachtig’ omschrijven. Bovendien heb ik een vaag vermoeden dat met de algemene term ‘ziekenhuisachtig’ geregeld meer specifiek  ‘psychiatrisch ziekenhuisachtig’ wordt bedoeld.

Ik vrees een beetje dat de ‘niet-ziekenhuisachtigen’, ondanks alle sensibiliseringspogingen vanuit de sector, nog steeds schrik hebben om bij een bezoek aan een psychiatrisch centrum in een soort freakshow te verzeilen. Om eerlijk te zijn: bij mijn eerste opname negen jaar geleden stelde ook ik me behoorlijk akelige taferelen voor bij de medepatiënten waartussen ik me zou gaan begeven.

Vreselijke doembeelden jaagden me de stuipen op het lijf…
Dus wie ben ik om ook maar iemand iets kwalijk te nemen?

1 freaks

Niemand kan beweren dat een opname in een psychiatrisch ziekenhuis een plezierreis is. Het leven in een groep is niet altijd evident. Per slot van rekening komt elke nieuwkomer terecht in een groep medepatiënten voor wie hij of zij niet gekozen heeft. Op de afdeling van een psychiatrisch centrum bevindt sowieso niemand zich in een  topperiode. En inderdaad: hier en daar vind je een medepatiënt die zich even in een andere wereld bevindt.

“Het spookhuis waarvoor ik gevreesd had, bleek echter helemaal geen griezelhol te zijn.”

Het was een opluchting dat de meeste medepatiënten mij geen vragen stelden over mijn doen en laten. Er de hele dag roodbehuild bij lopen, in mezelf lopen te praten, asociaal in een hoekje voor me uit zitten te staren… Iedereen nam het voor lief. Wat een contrast met de ‘buitenwereld’, waarin elke gedraging die wat afwijkt van het ‘normale’ opvalt en aan een oordeel onderworpen wordt.

Toen ik me wat beter begon te voelen en sociaal contact opnieuw tot mijn mogelijkheden/ interesses begon te behoren, was er altijd wel iemand om een praatje mee te slaan. Ik stond versteld van de verrassende openheid onder de medepatiënten, of beter gezegd  mijn lotgenoten.

Zonder te verpinken kon ik dingen vertellen waarvoor ik me in mijn dagelijks leven te pletter zou schamen, waardoor mijn omgeving plaatsvervangend gegeneerd zou zijn of niet zou weten hoe te reageren. Het is moeilijk om te beschrijven hoe bevrijdend die vrijheid van spreken aanvoelde.

De buitenwereld
Op een gegeven moment was de tijd rijp om het psychiatrisch centrum te verlaten. Met bibberende knieën begaf ik me weer in de grote boze buitenwereld. Ik besefte wel dat ik maandenlang had vertoefd in een bubbel van begrip van mijn dichtste familieleden en vrienden, hulpverleners en medepatiënten.

Plotseling kreeg ik af te rekenen met reacties van mensen die ik nauwelijks kende, laat staan dat ik hun afwezigheid in de maanden ervoor als een nadeel had ervaren. Bijna was ik vergeten dat  zuivere dwaasheid en onversneden vooroordelen daadwerkelijk bestaan. Een enkele keer werd me een ronduit bikkelharde uitspraak in het gezicht gegooid door een  persoon die mij amper kende, laat staan mijn situatie.

2 azo vet

niet werken

In feite had dit gebrek aan respect mijn koude kleren niet mogen raken. De personages die zich eraan schuldig maakten, waren mijn frustratie en tranen natuurlijk niet waard. ‘Wie niets beter te melden heeft dan dit soort beledigingen heeft een mentale gezondheid die er erger aan toe is dan de mijne’, prentte ik mezelf in. Dat vond ik best wel een geslaagde theorie van mezelf.

Maar in werkelijkheid was ik bijzonder kwetsbaar op dat moment en ging elke opmerking als een dolk door mijn hart. Gelukkig waren er mijn lieverds, die wisten (en weten) hoe veel pijn het doet om je job niet langer te kunnen uitoefenen, dat medicijnen noodzakelijk zijn en de bijwerkingen ervan miserabel.  Boven alles wisten/weten ze dat elke dag een strijd was/ is om het hoofd boven water te houden. Zonder hen was ik eenvoudigweg nooit door doorheen de voorbije negen jaren gesparteld . Helden waren ze en dat zijn ze nog steeds.

Lachen, gieren, brullen
Humor is één van de beste pijnstillers en daar zijn wij, de patiënten, bijzonder bedreven in. Een situatie die op het moment zelf om te janken was of een moment waarop je je in de diepst denkbare put bevond, kan achteraf een giller worden. Zeker als je er een schepje drama bovenop doet, kan het lolligheidspeil (volgens ons toch) ongekende hoogten bereiken.

Toegegeven: sommige verhalen over psychotische of manische episoden zijn meer dan hilarisch, zeker om te delen met lotgenoten die zich in gelijkaardige miserabele situaties bevonden. Anekdotes waarin het hoofdpersonage zich – bij voorkeur publiekelijk – schandelijk misdroeg, kunnen meestal op veel succes rekenen. Als er in het avontuur als toemaatje politie of andere instanties te pas kwamen, vallen de belevenissen nog meer in de smaak.

Het is belangrijk niet uit het oog te verliezen dat dergelijke humor bij de gezonde medemens niet het zelfde effect heeft. Immers: hoe hard mensen hun best ook doen, helemaal begrijpen hoe het er in mijn/ons  hoofd en leven aan toegaat is een onmogelijke opdracht. Doordat psychiatrische aandoeningen in de samenleving niet meteen een voor de hand liggend gespreksonderwerp zijn, is het niet realistisch te verwachten dat iedereen de soms bizarre psychiatriehumor kan smaken.

Het is een beetje opletten voor welke mop we op welke medemens afvoeren.

haahahahahha

 Raar maar waar…
Als je een jaar uit het openbare leven verdwijnt en niemand op de hoogte is van een specifieke ziekte of familiale situatie die je uit de running haalde, weet iedereen snel genoeg wat er aan de hand is.

Vreemd genoeg zorgde de onduidelijke oorzaak van mijn afwezigheid ervoor dat uit alle holen en kieren bekenden opdoken met wie ik voorheen nauwelijks een woord gewisseld had. Half fluisterend en op een discrete plaats in de wandelgangen knoopten zij een gesprek met mij aan. Uit die conversaties bleek dat psychische problemen géén marginaal verschijnsel zijn. Ik had nooit verwacht dat zo veel mensen er rechtstreeks of onrechtstreeks mee te kampen krijgen.

alcoholverslaving

depressie vroeger
psycholoog

dochter angsten

Uiteraard had ik er geen enkele moeite mee om een luisterend oor te bieden aan de mensen die me in vertrouwen namen. Na maandenlang hulp te ontvangen deed het me ook wel goed om een keertje iets te betekenen voor anderen.

Dat neemt niet weg dat het jammer, en eigenlijk zelfs pijnlijk is dat mensen hun verdriet en zorgen klaarblijkelijk niet durven of kunnen delen met hun dichtere leefomgeving. Zeker als je weet dat zo veel mensen heimelijk met psychische problemen in aanraking komen, vind ik het absurd dat niemand er openlijk over praat.

Moraal van het verhaal?
Leven met  psychiatrische gezondheidsproblemen is in de meeste gevallen een lijdensweg. De uitdrukking ‘gedeelde smart is halve smart’ wordt voor zover ik het weet door niemand betwist. Jammer genoeg zijn er nog veel taboes die het delen van onze smart in de weg staan.

Waarom moeten mensen met een psychiatrische aandoening zo voorzichtig zijn om iets over hun ziekte te zeggen? Wat is er schandaliger aan problemen in de hersenen dan aan problemen in pakweg de ruggengraat? Waarom wordt er over iemand  die in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft voornamelijk met gedempte stem gepraat, of vinden familieleden zelfs soms een andere aandoening uit? Waarom staat het slechter op je CV een jaar niet gewerkt te hebben omwille van een depressie dan omwille van een chemobehandeling?

Misschien moeten wij zelf – hoe moeilijk ook én op momenten dat we ons sterker voelen – onze moed meer bij elkaar rapen om iets opener te durven zijn. De begripvolle reacties wegen vast op tegen de ongepaste kritiek en naarmate de tijd vordert zal de onwennigheid vermoedelijk ook slinken. Doe je mee?


Klaartje Coupé (1981) had als kind al een eigen kijk op de wereld. Indrukken en sociale interacties zijn voor haar heel gevoelsgeladen. Soms is dat verrijkend, maar het kan ook knap lastig zijn voor haar en haar omgeving. Op haar 28ste werd ze voor het eerst opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.

Na 12 jaar werken met senioren als maatschappelijk assistent heeft ze de moeilijke keuze gemaakt om haar loopbaan stop te zetten. Haar stressgevoeligheid en concentratieproblemen zorgden voor een te hoge werkdruk. Ze wordt momenteel behandeld voor stemmingswisselingen en angstproblemen.

klaartje

Ondanks alle moeilijkheden bekijkt Klaartje haar situatie het liefst met milde humor. Humor verzacht, daarom tekent ze graag cartoons over leven met een psychische kwetsbaarheid. In tegenstelling tot veel leeftijdgenoten heeft ze geen bucketlist gericht op spectaculaire ervaringen. Haar droom is om een gelukkig, gezond en vooral liefdevol leven te leiden.

Met een grote dankjewel aan mijn grote zus Griet
voor het meepuzzelen aan de woorden en de zinnen.

Opgedragen aan mijn liefste lief Geertje, die altijd weet waarover ik het heb.

Striptekeningen van Klaartje

Tekst en tekeningen: Klaartje Coupé

Prentjes ‘deelname aan therapie’ en ‘muziektherapie’
Het  enthousiasme waarmee het therapeutisch personeel in een psychiatrisch centrum therapiesessies op touw zet én patiënten wil motiveren om deel nemen aan die activiteiten is hartverwarmend. Toch één bedenking: heeft elke patiënt aanleg voor of interesse in elke activiteit?

deelname therapie

muziektherapie

Prentje ‘hersteltherapie’
De herstelgerichte benadering richt zich op de kracht van mensen met een psychische kwetsbaarheid om zelf persoonlijke perspectieven te ontdekken om hun eigen leven weer op te bouwen. ‘Wat ondersteunt je? Hoe kan je kleine en grotere successen ervaren? Wat inspireert je in je herstelproces?’ zijn belangrijke uitgangspunten. Heel interessante werkwijze natuurlijk, maar op de meest ellendige momenten een tikje ironisch.

herstellen kan je zelf

Prentje ‘mindfulness helpt altijd’
Eén van de mooie principes van mindfulness is de stelling dat je zorgen niet samenvallen met de werkelijkheid. ‘Grijp je gedachte en zet ze op een wolk’.
Het klinkt gewoonweg prachtig. Maar lukt het in alle situaties?

mindfulness helpt altijd

Prentjes ‘tussen jouw oren’ en ‘op een dag’
Wie heeft hem of haar nog niet ontmoet? De hoogbegaafde medemens, die zonder enige medische kennis volledig zicht heeft op je diagnose en de ideale behandeling er van… Tot overmaat van ramp loop je bovendien een risico als je je te druk maakt over de onbesuisde opinie van dit soort ergerlijke figuren. De kans is immers reëel dat een felle reactie als een complete uiting van labiliteit wordt bestempeld.

op een dag

tussen uw oren

 

Prentje ‘alcolholic’
Doemgedachten die niet stil te leggen te zijn. Pijn die te hevig wordt om draaglijk te zijn. Grijpen naar foute maar op korte termijn effectieve middelen. Jezelf iets wijsmaken.

alcoholic

Prentje ‘stukjes zelf’
Blijf steeds jezelf, wordt vaak gezegd. Maar is elke ikzelf geen mix van
veel kleine zelfjes?

stukjes zelf


Klaartje Coupé (1981) had als kind al een eigen kijk op de wereld. Indrukken en sociale interacties zijn voor haar heel gevoelsgeladen. Soms is dat verrijkend, maar het kan ook knap lastig zijn voor haar en haar omgeving. Op haar 28ste werd ze voor het eerst opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.

Na 12 jaar werken met senioren als maatschappelijk assistent heeft ze de moeilijke keuze gemaakt om haar loopbaan stop te zetten. Haar stressgevoeligheid en concentratieproblemen zorgden voor een te hoge werkdruk. Ze wordt momenteel behandeld voor stemmingswisselingen en angstproblemen.

klaartje

Ondanks alle moeilijkheden bekijkt Klaartje haar situatie het liefst met milde humor. Humor verzacht, daarom tekent ze graag cartoons over leven met een psychische kwetsbaarheid. In tegenstelling tot veel leeftijdgenoten heeft ze geen bucketlist gericht op spectaculaire ervaringen. Haar droom is om een gelukkig, gezond en vooral liefdevol leven te leiden.

Saskia Arty

Tekst en foto’s: Saskia

‘Mountain High’ (90 bij 70, olieverf)

mountainhigh

In het beeld is een berg te herkennen. Een vrouw staat levendig en vol trots in het midden van het schilderij terwijl een (b)engel haar hoofd vult met bloemen. De grond onder het been verdwijnt langzaam, er staan nog maar enkele bloemen. De vaas staat symbool voor kwetsbaarheid. Het schilderij is doordrenkt met motieven van natuur en golvend bewegingen die overvloed weergeven.

Alles bij elkaar geeft het schilderij de manische fase in een bipolair vrouw weer zoals ik die op een romantische manier graag ervaar. Het gevoel wat ik er van krijg is kracht om met mijn aandoening op een positieve wijze om te gaan.

‘Prinses op de erwt’ (120 bij 100, acryl)

prinsesopdeerwt

De prinses ligt op een stapel matrassen met een erwt ertussen daarom kan ze in het sprookje niet slapen. In dit beeld zijn al de redenen verweven waarom ik in de werkelijkheid niet slapen kan. Het nachtelijke glaasje wijn, de spannende boeken, het krakend bed, de lange of heftige telefoongesprekken, de spiegeling van je ziel met spinsels uit het verleden, de stenen in je bed , het kaartenhuis en natuurlijk al de mannen in je bed. De sardientjes staan symbool voor de nachten met je kinderen in je bed.

Kortom een schilderij waarin slapeloosheid verwerven zit, net als deze verweven is met een bipolaire stoornis. Dit schilderij is vanuit een collage ontstaan, en ik weet nog dat mijn gevoel hierbij was dat alles zo perfect in elkaar overliep en ook de verhoudingen zo goed klopten.

‘Mucho Besame’ (120 bij 100 acryl, olieverf)

muchobesame

‘Besame Mucho’ betekent zoiets als veel kusjes. Een vrolijk schilderij met verliefde stellen, een warm gevoel, het vasthouden van de lente, het sprankelend trouwen en kriebels in je buik. De liefde is voor iedereen en voor de wereld. Aan ieder wordt een liefdevol bestaan toegewensd.

Zelf heb ik het schilderij gemaakt omdat ik het gebrek aan intimiteit van mijn man wilde compenseren. Het beeld van de vele kussende stelletjes geeft mij troost en liefde die ik soms mis in mijn relatie.

‘Irissen’

irissen

Een bloemenschilderij met irissen. De transparantie en kwetsbaarheid van de bladeren is zichtbaar, maar ook de kracht van de kern en meeldraden. Elke bloem is anders en het geheel is vrolijk en speels maar ook in balans door haar eenvoud, rust en schoonheid.

Ik heb het schilderij gemaakt vanaf een foto van de bloemen die ik cadeau gaf. Natuurlijk heb ik hier mijn eigen interpretatie aan gegeven. Het is leuk om met bloemen te werken, omdat je ze kunt vasthouden bij het schilderen. Het geeft je een ` down to earth`- gevoel


 

saskia

Ik ben Saskia, geboren in en getogen in het Brabantse land met hoogste opleiding universiteit Bouwkunde. Door heel Nederland heb ik gewerkt als stedebouwkundige. Hierbij was mijn levensmotto niet ‘less is more’ maar ‘more is beter’. Na twee kinderen kreeg ik in 2008 de diagnose van Bipolaire Stoornis.

tekeningsas

Getekend door Herman

Op dit moment werk ik voornamelijk figuratief als kunstenares. Mijn werk bestaat uit indringende pastels en veelal uitdagende collages. Rijk, feestelijk en met een vleugje humor.

Zie ook: saskiarty.wix.com/saskiarty