De psychische stoornis werd mijn deel

Tekst en foto’s: Huub Hendriks

Ooit komt dat nare bericht. Zelf had ik al lang een vermoeden. De psychische stoornis werd mijn deel. Jaren was ik al uit mijn doen. Nooit was ik echt mezelf. Ik had totaal geen zelfvertrouwen. Mijn jeugd was er een zonder liefde warmte en genegenheid. Ook kreeg ik thuis veel klappen. Als ik ook maar iets misdaan had in de ogen van mijn ouders volgde vaak een zware straf. Soms ging ik met blauwe plekken naar school en dat riep daar vragen op. Ik beschermde mijn ouders ook nog. Ik werd vindingrijk in het verzinnen van smoesjes en kwam er nog mee weg ook. Wel ging ik negatieve aandacht vragen en dat brak mij later op. Onze buurvrouw waar ik veel omgaf en waar ik een warme band mee had, werd mijn toevluchtsoord. Het zette kwaad bloed bij mijn ouders toen ze in de gaten kregen dat ik vluchtte voor mijn ongezonde werkelijkheid. Mijn ouders verboden mij om nog bij de buren te komen. Weer een plek minder om me te uiten en steun te zoeken. Het gezonde kringetje om me heen werd steeds kleiner. Ook de verstandhouding met mijn drie broers verslechterde steeds meer. Zij werden door mijn ouders voorgetrokken met voor mij extra negatieve situaties. Ook kwam het vaak voor dat als zij iets negatiefs gedaan hadden ik daarvoor steeds meer gestraft werd.

clip_image0033

Haat
Langzaam begon ik een haat richting mijn ouders te ontwikkelen. Een haat die steeds extremer werd. Ik zocht naar manieren om mijn ouders extra te raken en nam bijvoorbeeld wat geld weg terwijl ik daar eigenlijk niets mee deed. Totdat ik op een maandag morgen met een paar stuivers voor schooltijd naar het kleine snoepwinkeltje bij ons in de buurt ging. De dame,  José heette ze,  vroeg: ”Weer in de portemonnee van je moeder gezeten?” “Leuk toch”, zei ik brutaal, “daar worden we toch beide beter van. ”Maar bij thuiskomst moest ik op de rietenkokos mat gaan zitten op mijn blote knieën en dat in mijn korte broek. Dan moest ik mijn armen vanuit mijn elle bogen omhoog houden en pa legde in iedere hand een veldbrandsteen. Als ik mijn armen liet zakken kreeg ik slagen met de riem van mijn vader. Soms waren de anderen erbij en zei pa: “Dit overkomt ook jullie. Laat dit een goede les zijn.”

Dit alles vormde mij voor de rest van mijn leven
Zelf wilde ik als kind priester worden maar mijn vader zag me liever in de mijnen werken. Iets wat pa zelf ook zijn leven lang deed. Maar omdat ik graag schilderde en tekende vond hij het goed dat ik schilder werd. Ik weet nog dat ik mijn diploma haalde op de LTS en verder ging met een opleiding tot Gezel. Ook dit diploma behaalde ik. Eerlijk moet ik zeggen dat er ook mooie momenten waren zoals Kerst, Sinterklaas en ons Misdienaars reisje.

clip_image0012

Rond en in de kapel hier boven was ik vooral in de Maria maanden te vinden om de mis te dienen. Om 06.00 uur iedere morgen werd de vroegmis al opgedragen en ik was er altijd bij als misdienaar. Ik vond het geweldig. Bij de opening en sluiting van de mei- en oktobermaanden waren er vaak duizenden gelovigen aanwezig. Vele bewoners en verenigingen uit de omliggende streek deden mee aan de processies. Vanuit de kerk beneden aan de berg trok men dan linksom de berg op. Hier werd een openluchtmis opgedragen. Op een plek bij het kapelletje liggen mijn beide ouders uitgestrooid. Toen ik dit samen met mijn broers deden, ging er heel veel mis. Voor altijd kwam er een einde tussen de relatie onderling. Iets wat mij tot op de dag van vandaag nog pijn doet. Ook het feit dat mijn jongste broer een einde aan zijn leven maakte op 47-jarige leeftijd laat nog steeds  een diepe wond achter. De oorzaak hebben we nooit achterhaald en ook zijn gezin lijdt er nog onder. Het is nu negen jaar geleden.

Een last op je schouders
Zo zien we dat vaak iedereen heel wat te verstouwen heeft in zijn of haar leven. Soms hoeft er maar iets mis te gaan en psychisch komen we in de knoei.

Nu,  na 45 jaar omgaan met de ziekte, heb ik een leefbaar leven. Alhoewel moet ik wel zeggen dat ‘ik de ziekte heb en mijn vrouw het kruis’.Ik heb nog vaker last van heftige stemmingswisselingen. Wat ons erg goed doet,  is dat onze zoon de stoornis niet heeft. Hij heeft een topbaan in het bedrijfsleven en ook nog een eigen zaak.

Voorlichting
Ik geef tegenwoordig op vele plekken voorlichting. Ik heb van mijn gebrek mijn beroep gemaakt. Er voor anderen zijn, geeft je een geweldig positief gevoel en zelf kom je sterker in je leven te staan. Ik ben al langer dan 25 jaar vrijwilliger bij de vereniging plusminus en mocht steeds doen waar ik goed in was. Ik zit nog steeds aan onze Lotgenotenlijn waar ik naar anderen luister en hun adviezen mag geven. Je kan mij gerust bellen: 0900 5 123456


2013Mondriaanhuub hendriks16 - kopie

Mijn naam is Huub Hendriks, geboren in Slenaken (1950). Ik was de oudste van vier broers. Op mijn 23ste leerde ik Ans kennen. Samen hebben we één zoon Dave. In 1974 gaat het plotseling goed mis en word ik voor het eerst psychotisch. Een opname van 14 maanden volgt en in die tijd wordt, zonder dat ik daarbij ben, onze zoon geboren. Bij mij wordt de diagnose manisch-depressief gesteld. Nog vele lange opnamen volgen. Ik ben wel altijd erg medicatietrouw geweest en heel langzaam kreeg ik de controle terug over mijn leven. In 1975 werd ik volledig arbeidsongeschikt en daarmee heb ik het jarenlang heel erg moeilijk gehad.

Onzichtbaar ziek

Tekst: Sophia de Vries
Foto’s: Patrick Selders

In 1996 brak een relatie die 8 jaar had geduurd en stond mijn leven op zijn kop. De route die ik voor mijn leven had geschreven viel in puin en er was veel verdriet. Tijdens deze periode kwam ik in aanraking met een nieuwe vriend en liet ik mij meeslepen in een hartstochtelijke relatie, waar ik ook in contact kwam met Cannabis.

Binnen een jaar verhuisde ik naar een totaal vreemde stad, kwam ik in hele andere kringen terecht en stond mijn leven weer op zijn kop. Dit maal ging het alleen niet goed. Ik raakte in een psychose en begreep de wereld om mij heen totaal niet meer. Meer dan een week heb ik niet meer geslapen en mijn toenmalige partner greep gewoon niet in. Na een week heb ik in een roep om hulp mijn ouders gebeld. Kom mij redden! Al kom je vliegend, rennend, lopend het maakt niet uit!

Er gingen allemaal alarmbellen af bij mijn ouders en ze zijn ook echt bijna vliegend naar mij toegekomen. In de ochtend kreeg ik bezoek van een huisarts, alwaar ik allerlei vreemde dingen heb geroepen en een gang naar de crisisdienst was de enige optie nog. Daar werd er gekozen voor een vrijwillige opname, maar daar weet ik echt helemaal niks meer van. Wat mij nog wel heel helder voor de geest staat, is de deur van de crisisdienst. Ik zag een uitweg naar de andere kant, door een andere deur over een balkon, ik kon vluchten! Gelukkig was het een korte gedachte en liep ik ondertussen al in de gang van de crisisopvang.

Een week heb ik daar gezeten. Gevangen tussen, naar mijn gevoel, allemaal gekken! Mensen liepen zenuwachtig over de gang, wilde sigaretten en praten ging niet want ik begreep er niets van. Zelf kreeg ik ook ontzettend veel last van loopneigingen. Dit bleek te komen door mijn medicijnen en werd makkelijk verholpen door een ander medicijn die ik daarna ook kreeg. Ik voelde mij primitief. Eten en drinken waren mijn vaste pijlers en nu … nog jaren later heb ik daar enorm veel last van. Als het eten door wat voor reden uitgesteld wordt, raakt mijn stemming volledig ontregeld.

Na een gesprek met een psycholoog ben ik eindelijk vrijgelaten. Zo voelde het ook echt. En heb ik een berg pillen mee naar huis gekregen en de opdracht, ze vooral maar te gaan slikken. Dat was tegen de verkeerde gezegd, want ik was toch niet gek!

“Deze medicijnen zijn zonder knipperen in de kliko gemikt. Die had ik niet nodig.”

Een opvoeding door ouders die totaal wars waren van de psychiatrie kwam hierin tot uiting. Ik was niet gek. Ik kon gewoon normaal functioneren. Echt wel!

Er volgden lastige weken. Ik had last van wanen en zware achterdocht, wilde de deur niet meer uit en gaf mijn toenmalige partner overal de schuld van. Hij was ziek en ik niet! Dat kon natuurlijk niet heel erg lang goedgaan en we zaten dan ook binnen no time weer bij de huisarts. Er hoefde nu geen opname te komen maar wel werd ik bij de dagbesteding neergezet en verplicht weer die vreselijke pillen te gaan slikken; Lithium, Impromen en Akineton.

Het heeft een dik jaar geduurd voordat ik weer een beetje vertrouwen kreeg in mijn eigen hoofd. En toen kwam ook een einde aan mijn relatie. Weer een zware periode: wisselen van behandelaar, van woonplaats en het starten met een nieuwe baan. Omdat ik nog altijd aan de Impromen zat, was mijn spraak wat sleets en ook had ik ontzettend last van het gevoel dat mijn hersens in een vierkante box gevangen zaten. Het afbouwen van de Impromen ging niet zonder slag of stoot. Ik heb het gekregen op waterbasis zodat ik kon druppelen. Langzaam elke maand 1 druppel minder, wat niet altijd goed ging. Weer een terugslag waar ik hard voor moest knokken om wel op de rit te blijven maar ik had een doel. Dit moest van mij uit mijn lijf!

Het is gelukt! De nieuwe baan is ook gelukt en zelfs een geweldige nieuwe partner is ook gelukt!

Toch is er ook schade. Voor mijn psychose was ik 80 kilo en nu ruim 130 kilo. Het afvallen gaat heel slecht en sinds 2014 heb ik er ook nog suikerziekte bij gekregen. Het is een gevecht tegen de stemmingen. Soms is de trigger heel duidelijk … honger. Ook de herfst/winter periode is een trigger. Het maakt mij somber en zorgen dat je toch nog de lol van het leven blijft zien is dan bijna een dagtaak.

21314281_1403678003085855_7785238544854150218_n

Rust is voor mij van essentieel belang. Ik heb geen bergen met vrienden/vriendinnen. Al die verplichtingen die daarmee gepaard zouden gaan, zijn al een berg teveel. Ik leef een rustig leven samen met mijn partner en drie super geweldige honden.

Graag had ik meer voorlichting gehad in de periode na mijn opname. Er waren nog niet veel brochures en ook was er niet veel op internet te vinden. Het niet hebben van kinderen is ook hierdoor gekomen. Mijn ziekte doorgeven aan een ander is voor mij een grote belemmering, dat zou ik niemand toewensen. Wij hebben samen gekozen dus kindervrij door het leven te gaan. Een bewuste keus en ik ben nu 45 jaar (bijna 46) en heb er geen spijt van.

Dit is dan in een volgelvlucht mijn ervaring met het krijgen/hebben van de diagnose Bipolaire Stoornis II (manisch depressief in de volksmond).


Mijn naam is Sophia de Vries, 46 jaar jong en getrouwd. Ik was directiesecretaresse maar nu ben ik volledig afgekeurd en vul ik mijn leven met wandelen, lezen en schrijven van verhalen. Sinds kort ben ik ook met Diamond Paintings bezig wat lekker wat afwisseling geeft.

21733300_1410629489057373_1250524415_n

Onze drie honden; twee Border Collies en een Pyreneese Herder,  helpen mijn dag wat structuur te geven.

Mijn aanloop naar een bipolaire stoornis

Tekst: Farijal Emanuels

Als je mij 28 jaar geleden had gezegd dat dit mijn leven zou worden dan had ik je niet geloofd. Hoe zou dat ook kunnen? Ik was toen nog maar een baby.

Mijn hele leven is, net als ik, een kwestie van ups en downs. Maar dat is ook hoe het leven is. Iedereen heeft wel eens een hele goede dag of een hele slechte dag maar bij mij was het altijd net dat beetje meer. Als jong kind, wonende bij mijn ouders, ging het allemaal wel. Ik was sociaal, zat op school en genoot eigenlijk best wel van het leven. Al was het leven thuis niet altijd perfect. Als kind is dat wel wat je wilt: een perfect leven, op elk mogelijk front. Althans die hoop, wens en wil had ik heel erg sterk.

Op mijn 14e is bij mij het Syndroom van Marfan (bindweefselaandoening) ontdekt. Nu ik erop terugkijk, denk ik dat ik er toen mentaal toch niet zo goed mee om kon gaan als ik dacht. En misschien heeft deze ontdekking de bipolaire stoornis bij mij wakker gemaakt want sindsdien was het op zowel emotioneel als mentaal vlak een rollercoaster van ups en downs.

sunset-958145_640

Gelukkig zat ik toen nog op de middelbare school. Ondanks alles dat er aan de hand was in mijn leven, was het voor mij één van mijn beste en leukste schooljaren. Ik ben mijn docenten nog steeds dankbaar en tot op heden betekenen ze nog steeds veel voor me. Ik denk dat als ik niet werd bezig gehouden door school, mijn interesses en mijn hobby’s, dan zou het me nooit zijn gelukt om met de ups en downs om te gaan.

De jaren gingen verder. Mijn leven ging verder … en hoe moeilijk het soms ook was, ik kon mezelf altijd temperen wanneer ik in de plus zat en ik kon mijzelf altijd weer uit de min halen. Wat mij hielp, was gedichten schrijven en muziek luisteren. Iets dat ik nog steeds doe.

In november 2013 kwam er per toeval tijdens een MRI scan een dissectie naar voren in mijn aorta, wat erin resulteerde dat mijn cardioloog mij zei dat het niet verstandig was om zwanger te raken. En dat was het moment waarop mijn wereld praktisch instortte, wat ervoor zorgde dat de bipolaire stoornis tegen me zei: “Sorry Fari, maar ik ga het je heel moeilijk maken.” En ja hoor, dat deed het.

Ik ben bij verschillende instanties geweest, maar voor velen was ik te complex. Na een tijdje voelde ik me weer normaal, maar na een korte periode merkte ik toch dat ik mij weer onstabiel voelde. Ik ging voor een intake bij een instantie. Daarna naar de behandeladviseur, die toevallig een man was en ik zat in die tijd behoorlijk in de plus. Het balletje is dus snel gaan rollen en het beestje kreeg toen een officiële naam. Ik kreeg de diagnose ‘bipolaire stoornis type 2’ en het medicijn Quetiapine. Dit heeft mij direct geholpen. Door de maanden heen heb ik mijn dosis wel moeten verhogen naar 200 mg en sindsdien is alles aardig stabiel.

Nu ik veel meer duidelijkheid heb, ook door de psycho-educatie cursus die ik overigens iedereen kan aanraden, opende mijn wereld. Het maakte mij veel zekerder in wat ik heb, hoe ik met deze gevoeligheid om moet gaan en hoe ik met mezelf om moet gaan. Inmiddels is er ook een noodplan. Gelukkig heb ik er tot op heden nog geen gebruik van hoeven te maken.

“Ik ben meer dan de aandoeningen die ik heb.”

Je kent jezelf het beste. Dus als je voelt en merkt “Hé, dit lukt me niet meer alleen”, zoek alsjeblieft hulp. Het begint met een gesprek met je huisarts en dan rolt het verder. De eerste stap zetten is eng, maar je zal na een tijdje enorm blij zijn dat je het hebt gedaan. Dat heb ik ook gedaan. Ongeacht wat voor lichamelijke, emotionele en/of mentale problemen je ook hebt, je bent niet alleen en er is wel degelijk hulp te vinden. Als je het gevoel hebt dat je er alleen voor staat, zelfs met de bekende hulpbronnen? Ik ben online te vinden op verscheidene social media.


734c29d5-f134-4b8d-89b1-04cab5e69ea8

Ik ben Farijal Emanuels en geboren in Suriname. Al geloven velen mij niet, het is zo. Eeuwige student. Ben een dochter. Een grote halfzus. Een vriendin.

Via Facebook kun je contact met mij opnemen.
Of via Twitter @CharmingAngelNL en Instagram (charmingangelnl).

Mijn zoektocht naar stabiliteit

Tekst: Sandra Groenewold

Vanaf mijn achttiende had ik regelmatig last van depressies. In mijn studententijd had ik een periode van weken dat ik niet sliep: werkte, lessen volgde, veel sportte, toneel speelde, naar de kroeg ging en ’s nachts studeerde. Ik at nauwelijks en was broodmager. Medestudenten adviseerden mij naar de huisarts te gaan, maar waarom zou ik? Ik voelde mij fantastisch.

Na het spelen van een toneelvoorstelling en het lopen van een marathon stortte mijn leven in. Ik ging nauwelijks nog naar les, verbrak contacten maar bleef extreem sporten. Dat hield mij levend. Van de huisarts kreeg ik antidepressiva met de opdracht na twee weken terug te komen. Twee weken later voelde ik mij weer helemaal top. De dokter leek het verstandig te stoppen met de pillen en vooral te gaan sporten. Een week later zat ik weer in een dip, maar ik durfde niet terug.

treadmill-1201014_640

Ik ontmoette een leuke man, ook student en al snel woonden we samen. Hij merkte mijn enorme stemmingswisselingen op en stuurde mij naar de huisarts. Deze begon eerst tegen mij te schreeuwen dat ik moest zeggen wie mij misbruikt had, maar ik was helemaal niet misbruikt. Toen kreeg ik bètablokkers mee. Twee dagen later viel ik flauw in de trein en moest gelijk stoppen met de bètablokkers. Weer kreeg ik antidepressiva. Dit keer redelijk met succes. Ik heb mijn studie afgemaakt en na een jaar had ik een baan.

Verhuisd naar de andere kant van het land en getrouwd met de man van mijn dromen. We hadden het goed samen. Ik kreeg een andere baan 130 km van huis. Dus veel reizen en lange dagen. Ik wilde ook nog veel sporten, mijn familie ver weg opzoeken en tijd voor elkaar maken. Doordeweeks maakte ik vijf lange dagen en de hele zaterdag lag ik op bed. En dan de verplichtingen op zondag, het brak mij op. Maar in plaats van vermoeid, voelde ik mij plots energieker dan ooit. De huisarts dacht dat ik manisch depressief was en dat het verstandig was even een afspraak te maken met een psychiater. Ik was zo vreselijk boos. Ik gek? Hoe halen ze het in hun hoofd! Mijn man zei ook dat het verstandig was er gewoon even naar te laten kijken. Een paar dagen later ben ik van het een op het andere moment bij hem weggegaan. “Hij was niet goed genoeg voor mij”.

Daarna ben ik ingetrokken bij een collega. Helemaal ingestort maar ik bleef werken. En … ik bleef sporten. Na een jaar was ik weer een beetje de oude en heb ik samen met die oude collega een huis gekocht en zijn we getrouwd. Het ging best een tijdje goed totdat hij ontslagen werd, in een psychose raakte, diverse zelfmoordpogingen ondernam en uiteindelijk bijna een jaar op een gesloten afdeling belandde. Toen hij weer thuis kwam, begon de ellende. Hij deed niets meer. Leefde ’s nachts en kon mijn stemmingswisselingen niet verdragen. Twee jaar later voelde ik me alleen maar tot last. Ook hij begon aan te dringen eens naar een psycholoog te gaan. Ik? Hier hadden we regelmatig ruzie om. En uiteindelijk hebben we besloten te gaan scheiden.

stones-825374_640

Na de scheiding kreeg ik een eigen huis en het leek even goed te gaan. Maar in september dat jaar ging het helemaal fout. Wat ik vroeger ook wel deed, mezelf snijden of overgieten met zoutzuur, nam nu extreme vormen aan. Op mijn werk werd ik doorgestuurd naar de bedrijfsarts en die stuurde mij door naar een psycholoog. Dit was verplicht. Ik heb mijn verhaal gedaan maar ik had er niets aan. Zij heeft uiteindelijk een afspraak gemaakt met een psychiater omdat ze vermoedde dat ik een bipolaire stoornis had. Ik was doodzenuwachtig voor deze afspraak. De psychiater stelde mij maar één vraag. Of ik wel eens extreme dingen deed zoals veel geld uitgeven ofzo. Twee minuten later stond ik weer buiten. Uiteindelijk kon de psycholoog ook niets meer voor mij doen. En de bedrijfsarts vond dat ik maar niet meer zo moest zeuren.

Uiteindelijk ben ik door mijn huidige huisarts doorgestuurd naar een psychotherapeut. Met hem heb ik eerst de ‘trauma’s’ uit het verleden verwerkt. Toen ik uit het niets weer in een depressie dreigde te zakken en tot tweemaal toe bij de crisisdienst terecht was gekomen, ben ik weer naar een psychiater gestuurd. Weer kreeg ik antidepressiva. Toen ik binnen een week mij weer helemaal fantastisch voelde en wanen had, heeft hij mij gelijk aan de Lithium gezet.

Het heeft even geduurd maar met Lithium ben ik nu redelijk stabiel. Wel heb ik nog stemmingswisselingen. Misschien wat meer als een ander maar minder als vroeger. Mijn huidige psychiater kent mijn hele verhaal niet. Volgens mij is zij niet zo’n Lithiumfan. Maar ik vecht ervoor dit zo te houden.


sandragroenewold

Mijn naam is Sandra Groenewold (1972) en ik woon in Wijk bij Duurstede. Ik ben single, heb geen kinderen, twee katten en ik werk als security specialist ICT. Mijn passies zijn racefietsen en verre reizen maken, ook op de fiets. Ja, bipolair maar het lijkt bij sommige wel een strijd te zijn hoe erg het allemaal is en met welke medicijnen je kan smijten…dus daar begin ik niet aan 🙂