Ervaringen zijn een must

Teks en foto’s: Huub Hendriks

Ik ben iemand die al meer dan tien jaar zeer stabiel is, maar ook het geluk heb dat ik met een echtgenote gehuwd ben die al meer dan 44 jaar aan mijn zijde staat. Lief en leed heeft ze met me gedeeld en Ans steunt me waar ze kan. Vaak cijfert ze zich helemaal weg om ons samen toch een leefbaar leven te geven. Iets waar ik heel erg dankbaar voor ben. Niet iedereen heeft een partner die openstaat voor het ziektebeeld.

Het verleden vormt je
Deze woorden kunnen duiden op belevingen die je veel pijn gedaan hebben, maar kunnen ook je oerkracht naar boven halen. Wat je voorheen hebt meegemaakt, kan je sterk maken. Als je er maar positief mee omgaat en erin blijft geloven. Bijna altijd heb je daar hulp of begeleiding bij nodig. Ook medicatie is vaak een must. De meesten van ons zijn op jonge leeftijd al getraumatiseerd of hebben vaak jarenlang verdriet en geestelijk pijn moeten doorstaan.

Hoe ga je daar het beste mee om?
Allereerst moet je op zoek naar je eigen ik, iets wat jaren kan duren. Accepteer dat je helaas anders bent dan de meeste mensen om je heen maar behoud vooral je eigenwaarde. En zoek naar je positieve kracht. Door onze psychische kwetsbaarheid zijn we vaak getekend en uit ons evenwicht.

Ik had een groot minderwaardigheidscomplex, dat vooral gevoed werd door uitspraken van mijn ouders. “Je kunt niets, je bent niets en zult nooit iets worden.” Ik wilde graag studeren. Geestelijke wilde ik worden maar het kwam er niet van.

Mijn geestelijke kwetsbaarheid
Daarom kijk ik toch even terug op mijn eigen ziektegeschiedenis. In 1974 kreeg ik mijn eerste opname die in totaal 14 maanden duurde. Hiervan was ik 7 maanden gesepareerd en had vele medicijnen. Twintig kilo aan gewicht verloor ik en moest zelfs opnieuw leren lopen. Ook heb ik in die tijd tientallen psychosen moeten doorstaan. Niemand gun ik deze ervaringen, want ze kunnen heel ingrijpend zijn en je tekenen voor het leven. Hierna volgden acht jaar van de ene opname naar de andere en ik was maar zelden thuis. Ook heb ik de eerste jaren van het leven van onze zoon gemist. Mijn gevoel van een echte vader voor hem zijn, speelt me nog steeds parten. Ook bij zijn geboorte kon ik niet aanwezig zijn, terwijl ik de dag erna met bloemen alleen naar huis mocht.

Hoe vorm je je eigen herstel?
Wees vooral dankbaar voor het goede dat het leven je biedt ook al ondervind je wel eens het tegendeel. Eerder zei ik al dat ieder mens oerkracht bezit en haal die dan ook naar boven uit jezelf. Laat je vooral bijstaan door een goed behandelteam en kleur met hen samen je leven. Ik wens eenieder hier veel succes mee.

Plusminus is altijd mijn levenslijn geweest
Mijn activiteiten in de loop der jaren hebben mij mede gevormd tot wie ik nu ben. Kort na de oprichting van de VMDB, de Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen (nu de vereniging Plusminus – leven met bipolariteit genoemd) kwam ik via het RIAGG Maastricht, waar ik cliëntenraad voorzitter was, in aanraking met deze geweldige organisatie. Op dat moment studeerde ik nog Cliënt Recht en Ethiek aan de universiteit van Maastricht en was ik tevens zeer actief in de Limburgse Cliëntenraden.

Dertig jaar lang was ik KNVB voetbalscheidsrechter en twee jaar lang op landelijk niveau betrokken bij een politieke partij. Al deze ervaringen brachten me afleiding en vreugde, en zonder dat we het wisten gaf ons dit ook ruimte voor elkaar. We hebben altijd gewild dat ieder van ons zijn eigen leven moest hebben. Gewoon om te overleven.

Plusminus als reddingsboei
De VMDB heeft mij in die tijd (en Plusminus doet dat nog steeds) helemaal laten opbloeien. Altijd heb ik bij hen mogen doen waar ik goed in was namelijk o.a. voorlichting geven aan studenten huisartsen en de politie.

DSC00705

De politie mocht ik bij brengen hoe ze beter konden omgaan met psychiatrische patiënten in crisissituaties. Tevens leerde ik hen vanuit patiëntenperspectief denken.

Wat de huisartsen betreft sta ik nog altijd verstelt hoe weinig uren er in hun opleiding zit om over onder andere onze stoornis te leren, namelijk maar vier uur in totaal. Vaak ontvangen Ans en ik huisartsen in opleiding bij ons thuis. Dit gebeurt dan in een ongedwongen sfeer want dan vertel je veel meer als in een huisartsenpraktijk.

De lotgenotenlijn
Mijn hulp aan de telefoonlijn * van de landelijke vereniging heeft mij altijd veel steun en kracht gegeven. Doordat ik anderen bijstond, hielp ik ook mezelf. Gemiddeld vier uur per week mocht ik er voor anderen zijn.

*  Voor een persoonlijk gesprek kun je bellen met de lotgenotenlijn 0900 512 34 56.
    Elke dag van 11.00 tot 21.00 uur voor 0,10 euro per minuut. 

Ook werd me zo duidelijk dat er anderen waren die meer getekend waren door de psychiatrie dan ik zelf. Hen kon ik dan een luisterend oor bieden en samen zochten we naar oplossingen, iets wat me veel voldoening gaf.

Landelijke dagen
Het lotgenotencontact op deze dagen is voor mij nog altijd een feest. Met de meesten leden van de vereniging heb ik een warme open band. Iets wat zich ook vaak in de privésfeer uitbreidt.

De laatste jaren begeleid ik ook workshops waar ik veel voldoening uit haal. Ik merk steeds weer dat medelotgenoten, vooral in de eerste contacten binnen de psychiatrie, vastlopen op hun behandelplek en zich dan geen weg weten. Ook is de wachttijd voor behandeling vreselijk lang. Soms meer dan 9 maanden, en wat gebeurt er met de cliënt?

Bestuur en medewerkers
Lang was het pad van de vereniging Plusminus – leven met bipolariteit, om een goed en gedegen bestuur te vinden. Gelukkig is er nu een volwaardig en geweldig bestuur. Mooi is het dat iedereen van hen met korte lijntjes te bereiken is en er ook altijd tijd voor je gemaakt wordt. Zelf als je bestuursleden in de auto aan de lijn hebt, zijn ze er voor je.

Ik bewonder deze mensen en heb groot respect voor hen. Ook de medewerkers van Plusminus Young, die er voor de jongeren zijn met een bipolaire stoornis, en alle medewerkers op ons kantoor wens ik graag een heel warm hart toe. Nooit deed ik een vergeefs beroep op hen.

Dankbaar ben ik jullie allen. Bouw deze landelijke vereniging daarom verder uit en vervang de Minus altijd voor de Plus 🙂


2013Mondriaanhuub hendriks16 - kopie

Mijn naam is: Huub Hendriks, geboren in Slenaken (1950). Ik was de oudste van vier broers. Op mijn 23ste leerde ik Ans kennen. Samen hebben we één zoon Dave. In 1974 gaat het plotseling goed mis en word ik voor het eerst psychotisch. Een opname van 14 maanden volgt en in die tijd wordt, zonder dat ik daarbij ben, onze zoon geboren. Bij mij wordt de diagnose manisch-depressief gesteld. Nog vele lange opnamen volgen. Ik ben wel altijd erg medicatietrouw geweest en heel langzaam kreeg ik de controle terug over mijn leven. In 1975 werd ik volledig arbeidsongeschikt en daarmee heb ik het jarenlang heel erg moeilijk gehad.

De psychische stoornis werd mijn deel

Tekst en foto’s: Huub Hendriks

Ooit komt dat nare bericht. Zelf had ik al lang een vermoeden. De psychische stoornis werd mijn deel. Jaren was ik al uit mijn doen. Nooit was ik echt mezelf. Ik had totaal geen zelfvertrouwen. Mijn jeugd was er een zonder liefde warmte en genegenheid. Ook kreeg ik thuis veel klappen. Als ik ook maar iets misdaan had in de ogen van mijn ouders volgde vaak een zware straf. Soms ging ik met blauwe plekken naar school en dat riep daar vragen op. Ik beschermde mijn ouders ook nog. Ik werd vindingrijk in het verzinnen van smoesjes en kwam er nog mee weg ook. Wel ging ik negatieve aandacht vragen en dat brak mij later op. Onze buurvrouw waar ik veel omgaf en waar ik een warme band mee had, werd mijn toevluchtsoord. Het zette kwaad bloed bij mijn ouders toen ze in de gaten kregen dat ik vluchtte voor mijn ongezonde werkelijkheid. Mijn ouders verboden mij om nog bij de buren te komen. Weer een plek minder om me te uiten en steun te zoeken. Het gezonde kringetje om me heen werd steeds kleiner. Ook de verstandhouding met mijn drie broers verslechterde steeds meer. Zij werden door mijn ouders voorgetrokken met voor mij extra negatieve situaties. Ook kwam het vaak voor dat als zij iets negatiefs gedaan hadden ik daarvoor steeds meer gestraft werd.

clip_image0033

Haat
Langzaam begon ik een haat richting mijn ouders te ontwikkelen. Een haat die steeds extremer werd. Ik zocht naar manieren om mijn ouders extra te raken en nam bijvoorbeeld wat geld weg terwijl ik daar eigenlijk niets mee deed. Totdat ik op een maandag morgen met een paar stuivers voor schooltijd naar het kleine snoepwinkeltje bij ons in de buurt ging. De dame,  José heette ze,  vroeg: ”Weer in de portemonnee van je moeder gezeten?” “Leuk toch”, zei ik brutaal, “daar worden we toch beide beter van. ”Maar bij thuiskomst moest ik op de rietenkokos mat gaan zitten op mijn blote knieën en dat in mijn korte broek. Dan moest ik mijn armen vanuit mijn elle bogen omhoog houden en pa legde in iedere hand een veldbrandsteen. Als ik mijn armen liet zakken kreeg ik slagen met de riem van mijn vader. Soms waren de anderen erbij en zei pa: “Dit overkomt ook jullie. Laat dit een goede les zijn.”

Dit alles vormde mij voor de rest van mijn leven
Zelf wilde ik als kind priester worden maar mijn vader zag me liever in de mijnen werken. Iets wat pa zelf ook zijn leven lang deed. Maar omdat ik graag schilderde en tekende vond hij het goed dat ik schilder werd. Ik weet nog dat ik mijn diploma haalde op de LTS en verder ging met een opleiding tot Gezel. Ook dit diploma behaalde ik. Eerlijk moet ik zeggen dat er ook mooie momenten waren zoals Kerst, Sinterklaas en ons Misdienaars reisje.

clip_image0012

Rond en in de kapel hier boven was ik vooral in de Maria maanden te vinden om de mis te dienen. Om 06.00 uur iedere morgen werd de vroegmis al opgedragen en ik was er altijd bij als misdienaar. Ik vond het geweldig. Bij de opening en sluiting van de mei- en oktobermaanden waren er vaak duizenden gelovigen aanwezig. Vele bewoners en verenigingen uit de omliggende streek deden mee aan de processies. Vanuit de kerk beneden aan de berg trok men dan linksom de berg op. Hier werd een openluchtmis opgedragen. Op een plek bij het kapelletje liggen mijn beide ouders uitgestrooid. Toen ik dit samen met mijn broers deden, ging er heel veel mis. Voor altijd kwam er een einde tussen de relatie onderling. Iets wat mij tot op de dag van vandaag nog pijn doet. Ook het feit dat mijn jongste broer een einde aan zijn leven maakte op 47-jarige leeftijd laat nog steeds  een diepe wond achter. De oorzaak hebben we nooit achterhaald en ook zijn gezin lijdt er nog onder. Het is nu negen jaar geleden.

Een last op je schouders
Zo zien we dat vaak iedereen heel wat te verstouwen heeft in zijn of haar leven. Soms hoeft er maar iets mis te gaan en psychisch komen we in de knoei.

Nu,  na 45 jaar omgaan met de ziekte, heb ik een leefbaar leven. Alhoewel moet ik wel zeggen dat ‘ik de ziekte heb en mijn vrouw het kruis’.Ik heb nog vaker last van heftige stemmingswisselingen. Wat ons erg goed doet,  is dat onze zoon de stoornis niet heeft. Hij heeft een topbaan in het bedrijfsleven en ook nog een eigen zaak.

Voorlichting
Ik geef tegenwoordig op vele plekken voorlichting. Ik heb van mijn gebrek mijn beroep gemaakt. Er voor anderen zijn, geeft je een geweldig positief gevoel en zelf kom je sterker in je leven te staan. Ik ben al langer dan 25 jaar vrijwilliger bij de vereniging plusminus en mocht steeds doen waar ik goed in was. Ik zit nog steeds aan onze Lotgenotenlijn waar ik naar anderen luister en hun adviezen mag geven. Je kan mij gerust bellen: 0900 5 123456


2013Mondriaanhuub hendriks16 - kopie

Mijn naam is Huub Hendriks, geboren in Slenaken (1950). Ik was de oudste van vier broers. Op mijn 23ste leerde ik Ans kennen. Samen hebben we één zoon Dave. In 1974 gaat het plotseling goed mis en word ik voor het eerst psychotisch. Een opname van 14 maanden volgt en in die tijd wordt, zonder dat ik daarbij ben, onze zoon geboren. Bij mij wordt de diagnose manisch-depressief gesteld. Nog vele lange opnamen volgen. Ik ben wel altijd erg medicatietrouw geweest en heel langzaam kreeg ik de controle terug over mijn leven. In 1975 werd ik volledig arbeidsongeschikt en daarmee heb ik het jarenlang heel erg moeilijk gehad.

De kip of het ei?

PLUSminus, herfst 2015

Zondagochtend. De zon schijnt, de lucht is blauw en er waait een matig windje maar het is nog te koud voor alleen een t-shirt. Hier houd ik van. Niet te warm en niet te koud. Precies goed. We zitten met het hele gezin inclusief onze kleine viervoeter in de auto richting het Veerse Meer. Ik had eigenlijk geen zin om weg te gaan. Wilde thuis nog van alles doen zoals de keuken opruimen. Rommel geeft maar onrust. Maar het is goed om even uit je vertrouwde omgeving te stappen en de boel de boel te laten. Daar knap ik uiteindelijk wel van op.

dekipofheteiWat maakt dat je vanuit een manisch fase weer in een rustiger vaarwater komt of na een depressieve periode het leven weer van de zonnige kant gaat zien? Als we het antwoord zouden weten dan waren we niet meer bipolair. Je kan mij net zo goed vragen: Wat was er eerder…de kip of het ei? Is het door het ophogen van de Lamotrigine dat mijn stemming weer boven de gemiddelde lijn uitkomt of zorgt mijn nieuwe creatieve uitlaatklep dat ik beter in mijn vel zit? Ik ben er namelijk van overtuigd dat je naast medicatie ook zelf veel kan doen om je beter of rustiger te voelen. Maar wie weet is het ook dat extra pilletje geweest die mij net dat duwtje in de rug heeft gegeven om tot enig initiatief te komen.

Ons levenspad is geen rechte weg en bestaat uit continu keuzes maken. Ga je links- of ga je rechtsaf? Maar welke keuze is het precies geweest die mijn stemming ten goede kwam? Is het omdat ik een klein teckeltje heb aangeschaft die met kwispelende staart voor mij gaat staan om duidelijk te maken dat we nu echt naar buiten moeten? Of dat ik zo nodig een bezoek breng aan mijn (schoon)ouders voor een bakkie troost? Is het dat ik gekozen heb voor een man die mij altijd met respect behandelt en mij compleet vrij laat zonder mijn stemming uit het oog te verliezen? Of dat ik ‘s morgens om op gang te komen de cd van 538 Hitzone door de kamer laat schallen zodat mijn hersens geprikkeld worden? Is het omdat ik koos voor twee kinderen die mij iedere morgen een reden geven uit mijn bed te komen om ze uit te zwaaien naar school? Dat ik als ik zin heb met mijn vriendinnen app om even mijn ei kwijt te raken? Of is het dat mijn man en ik in de beginperiode van mijn ziekte ervoor hebben gekozen om vanuit de drukke randstad te verhuizen naar de Zeeuwse kust? Of omdat ik ben gestopt met treuren om de dingen die ik niet meer kan doen maar ben gaan kijken naar wat ik nog wel kan. En dat ik besef dat ik perfectionistisch ben maar niet perfect en dat dit ok is? Dat, als ik mij onrustig voel in een iets te drukke supermarkt, ik geleerd heb om op mijn ademhaling te letten waardoor ik ontspan? Of is het dat ik heb besloten om ambassadeur van het Fonds Psychische Gezondheid te worden en daardoor makkelijker mijn schaamte opzij heb kunnen zetten om ervaringsverhalen te schrijven over mijn leven met een psychische gevoeligheid? Dat ik, doordat ik deze verhalen ben gaan delen via internet, heel veel hartverwarmende reacties op mijn site binnenkrijg van andere lotgenoten en betrokkenen waar ik ontzettend van opknap?

Volgens mijn spv’er maakt het niet uit wat ervoor heeft gezorgd dat het beter gaat. Waren het de pillen of iets anders? Niet over nadenken, maar gewoon genieten!

Betrekkingsideeën, bijgeloof en leren relativeren

PLUSminus, herfst 2014

“Toeval bestaat niet. Ik geloof dat je in je leven tot op zekere hoogte dingen meemaakt om van te leren. Zelfs tijdens bijvoorbeeld gesprekken met anderen leer je, door emoties en gedachten die vrijkomen de ander maar, vooral jezelf steeds beter kennen. Maar soms tijdens mijn manische periodes komt er bij mij te veel informatie binnen.”

betrekkingsideeHeel vermoeiend en beangstigend is het als je alle ‘toevallige’ gebeurtenissen zoals nieuwsberichten in de krant of op tv op jezelf gaat betrekken, de zogenaamde betrekkingsideeën. Ook ging ik teveel betekenissen aan kleuren geven. Als ik bijvoorbeeld een zwarte auto voorbij zag rijden dan dacht ik aan de dood en mijn eigen begrafenis. Ik was manisch maar had wel depressieve gedachten. Teksten van liedjes op de radio kwamen keihard binnen en ik betrok de inhoud op mijn eigen leven. Alles leek voorbestemd.

Nu zie ik dit verschijnsel meer als selectieve perceptie. Je hoort wat je wilt horen en je ziet wat je wilt zien. Als ik nu teveel betrekkingsideeën krijg dan weet ik dat ik geestelijk vermoeid ben, dat ik moeite heb met filteren en dat ik even moet gaan liggen.

Betrekkingsideeën worden volgens mij gevaarlijk als je gevoelig bent voor bijgeloof en je uit angst de verkeerde verbanden gaat leggen. Mijn man wilde graag een keer met mij naar New York, naar ‘The city that never sleeps’. Niet echt een ideale vakantiebestemming voor iemand die overgevoelig is voor prikkels. Na een paar goede gesprekken met mijn zorgzame omgeving koos ik echter de veilige weg en ging niet mee. Mijn man vertrok samen met mijn dochter. Ik bleef thuis met onze zoon, die ik meer plezier zou doen met een dagje strand dan 24-uur winkelen. Ik vond het fantastisch dat zij wel gingen en was er ook aan toe om ze los te laten. Ik genoot van de whatsappjes met tekst, foto’s en filmpjes. Alsof ik er zelf bij was. Het feit dat ze op zondag 4 mei (dodenherdenking) terug zouden vliegen deed mij niets. Ik ben toch niet gek? Mijn trouwring brak die week plotseling doormidden maar dat zag ik als het loslaten van mijn geliefde. Zoals ik al zei: ik geloof niet in toeval. Ik werd pas ongerust toen ik op zondag in de vroege ochtend nadat ze geland waren géén telefoontje kreeg. Je moet niet direct uitgaan van het slechte maar ik weet ook als geen ander dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Uit onwetendheid werd ik angstig. En dat zijn die moeilijke momenten in mijn leven. Dat je je gedachten moet leren loslaten.

Gelukkig heb ik geleerd dat je op zo’n moment moet leven in het nu! De kunst is rustig te blijven ademen, niet teveel na te denken en vooral proberen niet bang te zijn voor wat gaat komen. En wees ook niet bang voor je emoties want die gaan wel weer voorbij. Het zijn vaak de gedachten die je bang maken, niet de feiten dus je kunt ze relativeren. Wat kan ik doen om tot rust te komen? Nadat ik mijn man had gebeld met als resultaat de voicemail, belde ik mijn vader. Hij had op internet gezien dat het vliegtuig geland was. Tien minuten later belde mijn man en een half uur later stonden mijn dierbaren met een ‘big smile’ voor de deur. Mijn dochter had een zwarte sweater aan met een groot, rood hart ‘I LOVE NY’. En wat houd ik van haar!

Een goede keuze was het om mijn man en dochter los te laten op hun reis naar ‘The Big Apple’. Uit liefde, niet rekening houdend met mijn angst om hen of misschien mijzelf te verliezen. Het leven zit vol verrassingen, ik heb weer veel geleerd! Om mijn geest tot rust te brengen, gebruik ik medicatie en leef een geregeld leven. Ik probeer rust en activiteit af te wisselen en weet wat goed en wat slecht voor mij is en kan door duidelijk, open en eerlijk te communiceren assertief zijn naar anderen zodat mijn grenzen bewaakt worden.

Bipolair met kinderen

PLUSminus, mei 2012

Daar gaat een beker melk om, precies in de duplobak. De tranen schieten in mijn ogen. Mijn zoontje staat er kraaiend bij te kijken. Ik bel mijn moeder. “Mam, kan je hem alsjeblieft komen ophalen?”

bipo_kindOpvoeden is zwaar. Opvoeden terwijl je bipolair bent waarschijnlijk nog zwaarder. Soms trek ik het niet meer en dan roep ik de hulptroepen erbij. De opa’s en oma’s zijn gelukkig altijd bereid te helpen. Maar niet alleen opvoeden is zwaar. Ook de zwangerschap, de bevalling en de tijd van ontzwangeren vergen veel van iemand met een bipolaire stoornis. Mijn tweede psychose kreeg ik toen ik zeven maanden zwanger was van ons eerste kindje. De diagnose luidde manisch depressief. Nog tijdens de zwangerschap ben ik begonnen met lithium.

De bevalling in het ziekenhuis verliep goed. We kregen een kerngezonde dochter. Ik was natuurlijk hieperdepiep maar met stevige slaappillen kreeg ik toch mijn o zo belangrijke nachtrust. Thuis ging mijn man er vaak uit om onze dochter te voeden. Door de lithium kon ik geen borstvoeding geven. Doordat ik ’s nachts goed sliep, kon ik mij overdag storten op het moederschap. Een baby brengt een heel nieuw leefritme met zich mee, en ritme en regelmaat zijn bij een bipolaire stoornis erg belangrijk. Ze houden je stabiel. Samen met de psychiatrische intensieve thuiszorg heb ik een schema opgesteld waarin ik naast de babytaken ook rustmomenten had. Als de kleine sliep, sliep mama vaak ook.

Luier pakken
Het moederschap werd zwaarder toen mijn dochter te oud werd voor een middagdutje. Maar gelukkig bood de televisie uitkomst. Ik ging dan met mijn knieën opgetrokken op de bank liggen en mijn dochter nestelde zich in het hoekje van de bank achter mijn benen. Zo kon ik dan toch even mijn ogen sluiten. De periodes waarin ik het echt zwaar had, belde ik opa en oma. Hulp vanuit de directe omgeving is voor een bipolaire moeder zeer belangrijk. Mijn dochter ging net een jaar naar school toen ik beviel van onze zoon. Tijdens de hele zwangerschap ben ik lithium blijven gebruiken. Beter een stabiele zwangerschap met lithium dan weer een psychose. Ik onderging vanwege mijn lithiumgebruik wel meer controles in het ziekenhuis, vooral met het oog op eventuele hartafwijkingen bij de baby. De zwangerschap verliep gelukkig zonder problemen en ik beviel op medische indicatie in het ziekenhuis. In eerste instantie had ik graag minder leeftijdsverschil tussen de kinderen gehad, maar achteraf was het leeftijdsverschil van vijf jaar een uitkomst. Mijn kleuterdochter kon begrijpen dat de baby soms iets meer aandacht nodig had. En soms hielp ze mij door een luier te pakken of een flesje te geven.

Knuffelmama
Nu is mijn dochter 11 jaar en mijn zoon 6 jaar. Ik probeer mijn kinderen zo zelfstandig, zo zelfredzaam mogelijk op te voeden. Dat ze goed voor zichzelf kunnen zorgen, vind ik niet alleen voor henzelf belangrijk maar vooral ook voor mijzelf als bipolair patiënt. Ik ben geen mama met een ‘tovertas’ waar alles uit tevoorschijn komt wat toevallig net nodig is: drinken, snoepjes, snottebeldoekjes, bellenblaas etcetera. Het is ook niet vanzelfsprekend dat deze mama elke zaterdag op het voetbalveld staat te kijken naar een spannende wedstrijd of dat ze elke ochtend haar kind in de klas een dikke pakkerd geeft. Mijn kinderen weten dat ik soms erg moe ben in mijn hoofd. Dan kan ik de drukte even niet meer aan en neemt mijn dochter haar broertje mee naar school. Maar dat geeft niet. De keren dat ik er wel ben, zijn extra leuk. Ik ben wel een knuffelmama. Soms kruipen we met zijn allen heel vroeg in bed en kijken we samen tv. Dat zijn de mooie momenten. Hoe het is om bipolair te zijn met kinderen? Kinderen hebben aandacht nodig. Ze verdienen aandacht. De rust is soms ver te zoeken als je kleine elke nacht naast je bed staat. Maar daarentegen geeft het opvoeden van kinderen ook heel veel ritme en regelmaat. Ze geven je liefde en dat helpt je er ook vaak bovenop. De depressieve gedachten verdwijnen maar mijn kinderen niet. Die hebben mij nodig… en ik hen! Mijn dochter helpt mij met de huishoudelijke taken. Even de hond uitlaten of de tafel dekken. Ik ben duidelijk naar ze over hoe ik mij voel. Ze mogen mij best verdrietig zien, dat is ook een emotie. En als ik wat drukker ben, moeten we samen lachen. “Ik vind het leuk als je manisch bent, want dan zeg je vaker ja!”

Tip:
KopOpOuders.nl is er voor alle ouders die last hebben van o.a. psychische problemen. De site geeft informatie en tips over hoe je een zo goed mogelijke ouder kunt zijn. Ook kun je anoniem een gratis online groepscursus volgen, om advies via de e-mail vragen en ervaringsverhalen lezen en uitwisselen.