Interview: Ireen van der Lande
Cartoon: Peter de Wit
Ervaringswijzer duikt in de wereld van humor en herstel, door interviews met een aantal (levens)experts op dit gebied. Na professor Ivan Brown, volgt nu Petra van de website Petra etcetera, over leven met een bipolaire stoornis.
Petra (41) heeft een psychische gevoeligheid, maar is daarnaast nog zoveel meer. Op haar website http://www.petraetcetera.nl deelt ze haar kwetsbaarheden en talenten, met als doel: (zelf)stigma tegen gaan. Zij gebruikt humor als belangrijk hulpmiddel. ‘Als je om elkaar kunt lachen, verwijdert het de pijn van schaamte en onzekerheid.’
Zij reageerde op een oproep van Ervaringswijzer om eigen ervaringen te delen over het onderwerp Humor & Psyche. Dit onderwerp, gezien vanuit de manisch-depressieve hoek, spreekt haar aan: ‘Er wordt doorgaans zo serieus gecommuniceerd over mensen met een bipolaire stoornis. Dat stigmatiseert, en dat creëert zelfstigma.’ Daarom lijkt het Petra goed om gewoon eens lekker om en met elkaar, maar vooral ook om jezelf te kunnen lachen. ‘Het wordt tijd dat we ook eens om psychische aandoeningen kunnen lachen en het allemaal niet zo serieus nemen, dat relativeert de boel een beetje.’
Over humor gesproken: Petra is gek op Sigmund, de uiterst absurde psychiater in dé strip van de Volkskrant, die op humoristische wijze de toeschouwer een kijkje geeft in zijn praktijk en al zijn bezoekers. Niet alleen de psychiatrie, maar ook de cliënt wordt continu op de hak genomen. Op Petra’s site staat dan ook de volgende afbeelding van dokter Sigmund.

Humor met respect
‘Lachen om elkaar moet wel met mate gebeuren, want als mensen de hele dag grapjes over je gaan maken, is de lol er ook snel van af. Het is daarnaast belangrijk wannéér je humor toepast. Als je in crisis zit of als je net gehoord hebt dat je de diagnose hebt, dan stort je wereld in. Dat is allemaal zo heftig. Op zo’n moment betrek je ook alles op jezelf. Een grapje valt dan niet zo lekker. Respect speelt in mijn beleving ook een belangrijke rol bij humor. Ik begrijp ook dat er in de zorg niet zo snel grapjes worden gemaakt; je slaat gauw de plank mis. Het duurt even wanneer je weet dat er respect is. Naar mijn idee kan humor wel toegepast worden tijdens therapiesessies als patiënt en behandelaar dicht bij elkaar staan en een goede, wederzijdse vertrouwensband hebben. Ik heb behandelaren gehad bij wie ik dat had en anderen waarbij dat niet zo was. Een grapje op zijn tijd had op dat moment kunnen helpen om zo’n band te creëren. Tijdens de hulp die ik heb gekregen sinds mijn diagnose werd humor overigens niet of nauwelijks ingezet. In ieder geval niet bewust. Het was juist vaak heel serieus allemaal.
Grappen over mij zijn welkom
Je moet jezelf niet al te serieus nemen. Mensen mogen een grap over mij maken. Mijn man en dochter hebben hele droge humor, dat vind ik geestig. Als we bijvoorbeeld Chinees eten zegt mijn man wel eens: ‘Geef mij de ketjap manisch eens aan’. Dat moet gewoon kunnen. Ik vind het heerlijk om even te lachen, dat neemt zoveel spanningen weg. Ik kan het goed hebben als iemand anders een grapje over mij maakt. Mijn zwager kan zelfs vrij ‘harde’ grappen maken. Dat geeft mij juist een gevoel van verbinding, anders zou hij die grap niet maken. En ik weet dat hij mij niet opzettelijk zou kwetsen. Voor hem is het een manier om met mij in contact te treden.
Laatst gaf mijn man me voor mijn verjaardag, het ‘Sigmund’ boek van Peter de Wit cadeau, de cartoonist die ik al eerder noemde. Het is een té gek boek genaamd: ‘Het definitief diagnostisch naslagwerk om iedereen gek te verklaren’.
Ik heb een chronische aandoening maar er is meer in het leven en je moet kunnen relativeren. Humor is daar een goed hulpmiddel voor. Maar als iemand heel veel grappen maakt over zichzelf, dan vermoed ik dat diegene zijn/haar ziekte nog niet geaccepteerd heeft. Je moet wel met respect met jezelf omgaan. Het is niet grappig om bipolair te zijn; het is een vreselijke klote ziekte. Dus maak jezelf niet continu belachelijk.
Omdenken
Ik zoek het positieve in het leven bewust op. Indirect hoort humor daar ook bij. Zo kijk ik graag naar cabaretiers, waarvan ik Theo Maassen het einde vind. In humor moet voor mij een bepaalde intelligentie zitten. Je moet als het ware leren ‘omdenken’; buiten je eigen referentiekader leren denken. Dat is een creatief proces. Als toeschouwer word je een bepaalde richting opgestuurd, mede door je eigen vooroordelen en verwachtingen. Je denkt een bepaalde richting op en dan BAM!, word je de totaal andere kant opgeslingerd. Tegelijkertijd word je keihard met je neus op de feiten gedrukt, dat je beperkt bent in je denken. Humor is een serieuze zaak die vaak een gevoelige kwestie duidelijk maakt. Dan denk ik vaak: ‘Verrek ja, dat is waar!’.
Ik denk ook dat humor goed is voor je geest. Je hebt toch van die gesleten paden, die vaste denkpatronen en gewoontes? Met humor, sla je ineens een zijweg in die nog niet bewandeld is. Misschien creëer je zelf nieuwe banen en wordt je ‘mind’ er wel flexibeler van.
Uit de kast
Psychiater Bram Bakker staat binnenkort met cabaretiere Marjolijn van Kooten op de planken met de show ‘Geen paniek’ over haar angststoornis. Dat vind ik zo goed. Laten we met zijn allen normaal over psychiatrie doen en daar hoort dus ook erom lachen bij.
Delen werkt helend. Ik denk dat het een uitlaatklep is voor Marjolijn om haar stoornis vanuit een humoristisch perspectief neer te zetten voor een groter publiek. Zij ‘moet’ dit waarschijnlijk doen, haar verhaal delen, om te helen. Voor mij werkt dat via mijn eigen website. Het was doodeng om voor de hele wereld ‘uit de kast’ te komen over mijn bipolariteit, maar het heeft mij wel ‘beter’ gemaakt.
Met elkaar lachen geeft lucht
Humor kan een gevoelig onderwerp bespreekbaar maken. Het zorgt voor lucht in een zwaar onderwerp, of het breekt taboes open. Als je om elkaar kunt lachen, verwijdert het de pijn van schaamte en onzekerheid. Dat werkt volgens mij net zo goed bij mensen met een psychische aandoening als bij zogenaamde ‘gezonde mensen’. Iemand met een dwangstoornis vertelde bijvoorbeeld dat alles op volgorde moet staan, anders werd ze helemaal gek, maar dat het nu dankzij therapie steeds beter ging. Ik schreef haar toen: ‘Goed bent bezig jij!’. Gewoon een beetje met en om elkaar kunnen lachen is belangrijk.
Het om elkaar lachen onder lotgenoten werkt positief, het geeft luchtigheid en verbinding. Dat komt volgens mij doordat er een soort vertrouwensband en respect naar elkaar toe is, omdat je min of meer hetzelfde hebt meegemaakt. We hebben aan één woord genoeg en kunnen soms gemakkelijk om elkaar lachen, zonder dat het kwetsend overkomt. Humor maakt ook een gevoeliger onderwerp bespreekbaar.
Eerst via lotgenotencontact
Ik geloof zeker dat de inzet van humor kan bijdragen aan herstel. Lachen is natuurlijk ontzettend gezond. Humor zorgt ervoor dat negatieve emoties niet de overhand nemen. Wanneer je lacht, komt er op natuurlijke wijze een stofje vrij in je hersenen dat een prettig gevoel geeft. Dus zonder pillen kan je je al lekkerder voelen.
Ik geloof dat humor in eerste instantie het beste via lotgenotencontact kan worden uitgebouwd in de psychiatrie. Lotgenoten voelen elkaar onderling heel goed aan, waardoor er ruimte is voor grappen over en met elkaar. Bij lotgenotencontact denk ik ook aan de bijeenkomsten met partners. Ik vind het leuk dat mijn man grapjes maakt tijdens de psycho-educatie bijeenkomsten waar wij samen aan meewerken als ervaringsdeskundigen. Zo heeft hij mij liever depressief dan manisch omdat ik dan ‘veilig’ op de bank lig en geen ‘gekke’ dingen onderneem. Daar kan ik om lachen.
Mensen schamen zich over het algemeen heel erg voor hun beperkingen. Ik ook nog wel hoor, want al kan ik nu wel zeggen dat je dat niet moet doen, het vergt enig acceptatieproces voordat je erom kunt lachen. Zeker ook omdat je tijdens depressieve periodes zo onzeker bent, je hebt dan zoveel schaamtegevoelens. Terwijl je tijdens een manie juist zo heel zeker van je zaak bent.
Sociale contacten en kwetsbaarheid
Als je, zoals ik, bipolair bent, dan is het onderwerp sociale contacten een lastige. Ik kan niet mét en ik kan niet zonder. Gelukkig heb ik genoeg vrienden, maar zowel in depressie als de manie voel ik me vaak heel alleen. Er wordt gezegd dat psychiatrische patiënten veel lijden aan eenzaamheid. Tijdens mijn depressies vermijd ik anderen, omdat ik me dan zo onzeker voel. Als ik manisch ben, ben ik geneigd om juist veel sociale contacten op te zoeken. Ik weet dat ik prikkels moet vermijden. Dat het bijvoorbeeld beter is om niet naar feestjes te gaan. Daardoor mis ik wel het sociale contact. Dat maakt soms eenzaam. Humor bindt en in je eentje kun je wel lachen maar geen echte humor hebben. Je mist de interactie. Humor is juist ‘vrienden onder elkaar’. Je moet het kunnen delen. Ook daarom is lotgenotencontact zo belangrijk.
Petra’s Conclusie
Humor is belangrijk omdat het ontspant, verbindt, relativeert en omdat het normaliseert. Maar ook omdat het je anders laat denken, buiten je bestaande kaders. Dat is gymnastiek voor de hersenen. Via lotgenotencontact (niet online, maar echte ontmoetingen) kan humor in de zorg meer ingezet worden, want voor onderlinge humor is respect en een gelijkwaardig gevoel nodig. Humor doe je niet alleen.’
Petra heeft een eigen kennis- en ervaringssite: http://www.petraetcetera.nl, waarop zij alle ervaringen en kennis op het gebied van de bipolaire stoornis van lotgenoten, betrokkenen en behandelaars bundelt. Bezoekers van de site kunnen hier informatie vinden over en hoe om te gaan met een bipolaire stoornis. Naast iemand met een bipolaire stoornis is ze ook dochter, vriendin, (buur)vrouw, eigenaar, ex-communicatieadviseur, cliënt, echtgenoot, moeder, baasje, lotgenoot, ervaringsdeskundige, blogger, ambassadeur van het Fonds Psychische Gezondheid, et cetera.