Acceptatie en beren temmen

Tekst: José

Tijdens een weekendje bij mijn moeder vraagt mijn stiefvader oprecht aan mij: ‘Hoe is met je?’ Ik twijfel wat ik zal zeggen. Ga ik echt zeggen hoe het gaat, of doe ik weer alsof het goed gaat? ‘Prima, maar ik denk de laatste tijd veel na over het accepteren van mijn bipolair zijn.’ Hij zegt: ‘Je hebt je bipolair zijn niet geaccepteerd. Opa zei altijd, omarm wat er op je pad komt.’ Ik voel de tranen opkomen. ‘Je hebt gelijk, ik heb het niet geaccepteerd. Ik heb het gevoel dat als ik het accepteer, ik het bijltje erbij neer gooi, dat ik het opgeef.’ Nu rollen de tranen over mijn wangen. Hij kijkt mij begripvol aan: ‘Wat geef je dan op?’ Ik droog mijn tranen en zeg: ‘Dat de situatie zoals die nu is altijd zo zal blijven en ik het loslaat om te proberen mijn leven altijd weer beter te maken.’ Het is even stil en dan zegt hij: ‘Deze gedachte klopt niet. Stel iemand heeft last van erge eczeem en heeft dat geaccepteerd, dan stopt die persoon erna niet ineens met zalf smeren.’ Ik knik dat ik het denk te begrijpen. ‘Zucht,ik heb het gevoel dat ik geen steek verder kom.’ Hij slaat een arm om mij heen: ‘Je kan pas groeien als je accepteert hoe de situatie NU is en vanuit daar kun je weer verder kijken.’

Bovenstaand fragment beschrijft mijn weerstand tegen het accepteren van mijn bipolaire stoornis (BS). Dit is een stukje wat bij mij als persoon hoort, alleen moet ik dat zelf nog willen zien. Een vriendin zei laatst: ‘Het is net als een blessure, als je het negeert dan wordt het erger en hou je er rekening mee dan heb je er bijna geen last van.’ Het rekening houden met vind ik moeilijk omdat ik er niet eerlijk over durf te zijn naar mijn collega’s. Ik meld mij daardoor niet snel ziek op werk. Er heerst zo’n taboe op mentale ziektes. Vorig jaar moest ik mij een week ziekmelden op mijn werk door mijn BS en dan verzin ik een buikgriep. Collega’s voelen namelijk geen grote behoefte om door te vragen over mijn diarreeklachten. Op mijn werk weten ze het dus niet, maar door de afgelopen jaren praat ik er nu met mijn vriend, familie en vrienden heel open over.

Ik ben een éénendertig jarige vrouw en ik heb nu zo’n ruim tien jaar de BS type twee. Na het eerste jaar van mijn studie, ging het bij mij mentaal mis en kreeg ik de diagnose bipolair. Ik heb verder gelukkig geen last gehad van mijn BS tijdens mijn studententijd. Een paar jaar later had ik een hele pittige baan in het basisonderwijs. Hierdoor ging het weer mis en ben ik een jaar ziek geweest. Uiteindelijk heb ik toen besloten om te stoppen in het basisonderwijs. Ik werk nu naar mijn zin bij een kinderopvangcentrum. Deze verandering was heel moeilijk, want ik ben ambitieus. Heb ik zo lang gestudeerd om luiers te verschonen?  Maar goed, met een baan op een wat lager niveau kan ik het werken tenminste volhouden. Doordat ik nu stabiel ben, heb ik bovendien ruimte in mijn hoofd om mijn BS te kunnen verwerken en accepteren.

Ik wil vooral beter worden in omgaan met mijn extremere emoties en negatieve gedachtes. Omgaan met de beren op de weg die ik zie. Beide heb ik door mijn BS meer dan gemiddeld. Een ding wat helpt is om de beren met andere mensen te bespreken. Toevallig zijn mijn vrienden en familie uitstekende berentemmers. Iets anders dat helpt is het maken van een gedachteschema. Ik probeer dagelijks een gedachteschema te maken. In zo’n schema geef je je belemmerende gedachten weer en probeer je er helpende gedachten tegenover te stellen.

 Als voorbeeld, het schrijven van dit verhaal zorgde weer voor genoeg emoties. Na de tweede alinea voelde ik al tranen opkomen. Waarom zou ik andere mensen met mijn negatieve gedachtes en problemen lastigvallen via een website? Ik hou niet van klagen en ik heb er zelf al genoeg last van. Daarbij denk ik nu niet dat ik meer accepterend ben naar mijn BS als het op internet staat. Tot slot denken mijn beren dat dit een perfect verhaal moet worden.

De volgende uitdaagvragen heb ik bedacht. Denk jij dat je de enige bent met negatieve gedachtes en problemen? Jij vindt verhalen van lotgenoten ook heel waardevol, toch? Het is anoniem, je hoeft maar een korte tekst te schrijven. Mensen kiezen er zelf voor om jouw blog te lezen. Jouw verhaal kan steun geven aan andere mensen met een BS. Je kunt de tekst altijd nog door iemand laten nalezen. Door het op internet te delen, bereik je meer openheid en dat draagt misschien bij aan meer acceptatie.

Toen ik deze helpende gedachten allemaal had, was de beer op de weg weer wat kleiner en heb ik dit verhaal geschreven.


Mijn naam is José en ik ben 31 jaar oud. Ik woon in Nijmegen en mijn vriend in een dorp in de buurt. Op mijn 19de ben ik gediagnosticeerd met de bipolaire stoornis type twee en met hulp van mijn berentemmers gaat het de laatste jaren steeds beter.

Het is zoals het is

Tekst: Froukje Betten

Ondanks dat ik trouw mijn medicatie neem, wil dit niet zeggen dat ik stabiel ben. Elke avond verdwijnt er een handjevol pillen in mijn mond. Toch wiebelt mijn stemming. Het is aan te raden om, wanneer je bipolair bent, een dagboekje bij te houden en je stemming op te schrijven. Ook ik heb dit lange tijd volgehouden maar doe het al een tijdje niet meer. Elke dag stilstaan bij je stemming en dit een cijfer geven, maakt dat je ook elke dag bewust moet stilstaan bij je ‘stoornis’. Ik kan me niet bedenken dat het bijhouden van een dagboek mij kan behoeden voor de stemmingswisselingen. Het komt en het gaat, zoals eb en vloed.

“De laatste tijd neem ik het dus maar zoals het is.
Is er een andere keus?”

Ook wanneer dat betekent dat ik nu onder de lijn zit. Voor mij houdt dat in dat ik moe ben, mij de dag doorsleep en kan verzanden in uren staren. Staande blijven in het leven is dan de grootste uitdaging. Grote vraagtekens zet ik bij de medicatie die ik neem. Kan ik niet beter stoppen nu het toch niet helpt? Het gekke is dat wanneer ik boven de lijn zit, extra vrolijk ben en praatgraag door het leven huppel, ik mij hetzelfde afvraag.

Wanneer ik boven de lijn zit hoor je mij niet klagen, hoogstens schaam ik mij achteraf voor mijn enthousiasme. Maar wanneer ik er onder zit dan kan je mij opvegen. Vooral de intense moeheid is zo lastig. Het maakt dat niets uit mijn handen komt. Het enige waar ik naar verlang is in bed liggen, niets doen en de tijd doden tot het weer beter gaat. Mijn leven staat ‘on hold’.

zee

Voor de buitenstaanders is het niet te zien. Hun leven gaat gewoon door. Ik kruip daarentegen weg in mijn eigen donkere wereld. Niemand die het ziet. Natuurlijk vraag ik mijzelf duizend maal af hoe het toch kan dat ik ondanks de medicatie zo aan het wiebelen ben. Ik ‘moet’ het verdragen. ‘Moet’ is een woord die hulpverleners je niet graag horen zeggen. Ok, ik ‘mag’ het verdragen. Ach… dat klinkt ook niet goed. Verdagen. Niets is meer leuk, mijn energie is op, alles kost dubbele inspanning, overal zie ik tegenop, zowel in het heden als in de toekomst. Angsten vieren hoogtij in mijn brein.

Zeg dan niet tegen mij dat ik in mijn signaleringsplan moet kijken. Stuur mij geen artikelen met herstelverhalen van anderen want dat maakt me alleen nog maar verdrietiger. Zeg niet wat ik moet doen. Ik weet echt wel wat ik zou moeten doen, maar het lukt nu even niet! Daarentegen doe ik het wel helemaal fout. Ik kruip in bed en ‘wasting my time’. En als ik al op ben dan drink ik er één… of twee. Gewoon om mijn hoofd in een andere flow te krijgen. Tijdelijk helaas…


IMG-20180629-WA0084

Mijn naam is Froukje Betten, bouwjaar 1968. Ik woon samen met Jan, onze hond en kat in een klein dorpje in Friesland. Samen hebben we vijf volwassen kinderen, een hele serie schoonkinderen en twee kleinkinderen. Eigenlijk heb ik mijn hele bestaan al last van manisch-depressiviteit maar toen ik 32 was kreeg ik de diagnose bipolaire aandoening officieel.

Accepteer je stoornis

Dit stuk verscheen op 20 juni 2017 op de site van Mijn Gezondheidsgids

Astrid (42) had haar leven op 25-jarige leeftijd in alle opzichten op de rails. Ze was jong, had een goede baan, een leuke vriend en stond op het punt te gaan trouwen. Niets leek haar geluk nog in de weg te staan. Totdat een hevige manische episode roet in het eten gooide. Het heeft Astrid maanden gekost om haar aandoening te leren accepteren.

In aanloop naar haar bruiloft, nu 17 jaar geleden, merkte Astrid dat ze steeds slechter in slaap kon komen. Gedachten die ze maar niet los kon laten zorgden ervoor dat ze urenlang bleef piekeren. Astrid bleek een manische episode te hebben die uitliep in een psychose.

“Ik was niet meer mezelf en belandde zelfs in een separeercel. Elke prikkel was er één te veel. Ik leefde in mijn eigen wereld.” De opname duurde vier maanden lang en gelukkig voor Astrid is de man met wie ze ging trouwen, haar huidige echtgenoot, in deze periode niet van haar zijde geweken. Ook haar baan`als financieel consultant kon ze, dankzij het begrip van haar leidinggevende, weer oppakken.

Omgaan met de bipolaire stoornis

Na haar opname besloot Astrid haar kinderwens even uit te stellen. Ze wilde zeker weten dat ze haar leven weer aankon, ook zonder medicatie. Daarom stopte ze een jaar voor haar zwangerschap met het slikken van haar medicijnen.

Inmiddels heeft Astrid twee dochters van 12 en 9 jaar. Beide bevallingen gingen gepaard met terugvallen en korte opnamen, maar het vertrouwen in haar eigen kracht om terug te knokken en de onvoorwaardelijke steun van haar man, hebben haar door deze perioden heen geholpen. Om met haar bipolaire stoornis om te kunnen gaan, is het belangrijk dat mensen naar haar luisteren en haar begrijpen, juist tijdens stabiele perioden.

Het opbouwen van een vertrouwensband met haar behandelaren, dankzij regelmatig contact, helpt Astrid hulp te accepteren op momenten dat dat wél nodig is. “Wanneer ik in stabiele toestand ben kan ik prima functioneren. Het kan jaren achtereen goed met me gaan. Het is absoluut niet zo dat deze ziekte mijn leven 24/7 beheerst.”

bipolaire-stoornis

Ingrijpende veranderingen

Toch kan het bij veranderingen in haar leven, zoals het overlijden van een dierbare of, in het geval van vorig jaar, het overstappen op een nieuwe baan, nog wel eens misgaan. Na drie maanden op haar nieuwe werkplek begon het piekeren weer.

Astrid kreeg een terugval. “Het ging in een stroomversnelling: ik was gestopt met mijn medicatie en dus mijn bescherming kwijt. Ik zat niet lekker in mijn vel, dat uit zich bij mij in een manie. Ik zie geen risico’s meer, denk alleen maar aan mezelf en ben niet met anderen bezig. Ik zocht rust, maar vond die niet.” Omdat Astrid inmiddels de signalen al in een vroeg stadium herkent, kan ze snel handelen.

Zo weet ze op tijd haar verpleegkundig specialist en psychiater te vinden om haar de begeleiding te bieden die ze nodig heeft. “Zij hebben mijn leidinggevende ook in een openhartig gesprek uitgelegd dat ik, wanneer ik stabiel ben, prima mijn takenpakket kan uitvoeren. Dit heeft het vertrouwen van mijn leidinggevende in mij hersteld.”

Genezen zal Astrid nooit van haar bipolaire stoornis. “Deze aandoening is vervelend en natuurlijk had ik het liever niet gehad, maar het heeft me ook veel gebracht. Ik voel goed aan wanneer iemand zich niet goed voelt en kan dan net de juiste vragen stellen en een luisterend oor bieden. Het is vooral belangrijk om geloof in jezelf te blijven houden.”


Leven-met-bipolaire-stoornis-Accepteer-je-stoornis