Tekst: Huub Hendriks
Toen ik in 1974 een eerste opname van 14 maanden met vele psychoses moest doorstaan, kon ik nooit vermoeden dat dit het einde van mijn werkzame leven zou zijn. Ik heb het geluk dat ik een echtgenote heb die al die jaren achter mij stond en mij nooit in de steek heeft gelaten. Mijn lijfspreuk die ik later tijdens voorlichting gebruikte was: ‘Ik heb de ziekte en mijn vrouw heeft het kruis’.
In de jaren na mijn opname had ik last van enorme stemmingswisselingen die een grote wissel in ons gezin trok. Ook was ik geregeld depressief maar de meeste tijd was ik manisch. Tientallen opnames zouden nog mijn deel worden en bijna altijd werd ik psychotisch opgenomen. Vaak maanden lang.
Ook heel wat medicatie passeerde de revue maar in het begin heeft niets echt geholpen. Heel wat psychiaters en hulpverleners hebben we samen aan de kant gezet omdat we de kracht vonden om goed voor onszelf op komen. Ik raad ook iedereen aan dat als een hulpverlener niet bij je aansluit of niet op een lijn met je zit, wissel dan van behandelaar. Zorg dan eerst voor een intakegesprek op een andere plek want uiteindelijk moet jij er niet voor de psychiater zijn maar hij of zij voor jou.
Ook durfden we risico’s te nemen onder het mom ‘niet geschoten is altijd mis’. In overleg werd er vaak aan de medicatie gesleuteld om me op een zo laag mogelijke dosering te krijgen. Ook wisselden we vaak van medicatie. Iets wat ook wel eens verkeerd uitpakte. Vaak moesten we gedwongen wisselen omdat ik een medicijnvergiftiging had. Dan begon opnieuw de zoektocht.
In 1980 begon de eerste fase van herstel. Ik ging bij de Koepel van Limburgse cliëntenraden en werd RIAGG cliëntenraad voorzitter. Ik leerde de gevoelens van medecliënten op waarde te schatten en kon hun belangen zo goed mogelijk behartigen. Dit deed ik anderhalf jaar lang. Op het RIAGG voelde ik mij als een vis in het water. Tussendoor volgde ik samen met mijn vrouw nog een psycho-educatiecursus die ons enorm veel inzicht gaf in mijn manisch depressieve stoornis.
Op het RIAGG kon ik mij erg positief ontwikkelen. Er kwam een gedichtenbundel genaamd ‘Eindelijk is de pijn gedicht’. Ik begon met het schrijven van mijn eerste boek ‘De brand in mij’. Ook ging ik Client Recht en Ethiek studeren aan de universiteit van Maastricht en maakte deze studie ook af. Dit alles zou als bagage dienen voor de, zo als ik het noemde, volle rugzak van mijn psychisch leven. Ook kwam ik in aanraking met de VMDB waar ik nu al 21 jaar lang lid van ben en waarvoor ik heel wat taken doe. Onder andere bemens ik, al even lang dan als ik lid ben, de Landelijke Lotgenotenlijn en geef voorlichting aan studenten, jonge huisartsen in opleiding en sinds kort op de Nederlandse Politie Academie. Verder schrijf ik heel veel in onze Plusminus en op twee websites. Verder geef ik nog geregeld lezingen.
“Ik ben heel erg voor openheid over onze stoornis.
Alleen zo kun je vooruitgang boeken.”
Ontwikkel jezelf. Wees niet te streng voor jezelf en bedenk dat na iedere tegenslag de zon weer gaat schijnen. Net zoals onze stoornis zelf met haar ups en downs. Vaar verder op veel gebieden je eigen koers. Laat je gevoel en inzicht je hierbij helpen. Als je een persoon bent die beschadigd is tijdens je leven waardoor je weinig zelfvertrouwen bezit en een laag zelfbeeld hebt. Bijvoorbeeld de neiging om je negatief gevoel boven je positief gevoel te laten prevaleren. Dan heb je het extra moeilijk in deze keiharde maatschappij. Bedenk dat niemand onbeschadigd zijn jeugd doorkomt. Ook bij mij bleek dat mede de aanzet tot mijn stoornis.
Bij ons thuis heb ik nooit echte liefde warmte en genegenheid mogen ervaren. Verder speelde erfelijkheid ook een grote rol. Wel heb ik geleerd in mijn leven, hoe moeilijk het ook was, om niet alles te accepteren. Vooral in de hulpverlening gaan er wel eens dingen mis. Hoe goed ze ook bedoeld worden. Zoek daarom net zolang tot je iemand vindt waarvan je kunt zeggen: “Zo dit is mijn hulpverlener voor het leven.” Iemand waar je altijd op terug kunt vallen en iemand die zich 100% voor je inzet.
Nu na 41 jaar gedwongen met de stoornis te hebben moeten leven, durf ik rustig te stellen dat ik mijn leven op de rails heb. Alhoewel een stemmingswisseling altijd nog om de hoek kan komen kijken. Al meer dan 12 jaar heb ik ook geen psychose meer gehad. Ik ben verder erg medicijntrouw en drink weinig of geen alcohol. Wel heb ik me aangeleerd de dingen te doen die ik leuk vind. Hierdoor ben ik ook erg gelukkig. Vooral het werk aan de Landelijke Lotgenotenlijn van de VMDB en het geven van voorlichting geven mij heel veel voldoening in mijn leven. Mijn leven… dat hierdoor ook een enorme meerwaarde heeft gekregen.
Mijn naam is: Huub Hendriks, geboren in Slenaken (1950). Ik was de oudste van vier broers. Op mijn 23ste leerde ik Ans kennen. Samen hebben we één zoon Dave. In 1974 gaat het plotseling goed mis en word ik voor het eerst psychotisch. Een opname van 14 maanden volgt en in die tijd wordt, zonder dat ik daarbij ben, onze zoon geboren. Bij mij wordt de diagnose manisch-depressief gesteld. Nog vele lange opnamen volgen. Ik ben wel altijd erg medicatietrouw geweest en heel langzaam kreeg ik de controle terug over mijn leven. In 1975 werd ik volledig arbeidsongeschikt en daarmee heb ik het jarenlang heel erg moeilijk gehad.