We hebben gewonnen!

Op dinsdag 1 november kondigde de hoofdredacteur van de Provinciaalse Zeeuwse Courant, Ronald van Geenen, in de Vlissingse bioscoop CineCity, aan dat het boek ‘Petra etcetera’ de PZC Publieksprijs heeft gewonnen. Petra heeft met veel succes voor haar boek de meeste stemmen binnen weten te slepen. Het geeft ons een heel warm gevoel dat we zo’n grote achterban hebben waardoor we samen psychische aandoeningen, met name de bipolaire stoornis, in Zeeland onder de aandacht hebben weten te brengen. We hopen dat we zo ook het (zelf)stigma kunnen verminderen.

Aantal stemmen
In totaal kreeg het boek 526 stemmen. Het verschil met nummer twee, het boek ‘Avifauna Zeelandica’ bedroeg slechts acht stemmen. Dit was dus een behoorlijk spannende race. Ook gezien het feit dat er maar liefst 3200 stemmen waren binnengekomen op de in totaal 80 boeken die meededen. Op de derde plaats eindigde het boek ‘Zeeuwse Sien’ van Marijke Peene met 257 stemmen.

Het prijsbedrag van 500 euro wordt in onze stichting gestopt want we willen nog een heleboel mooie projecten realiseren. Op de planning staan onder andere: een verhalenbundel met ervaringsverhalen van lotgenoten, betrokkenen en behandelaars, en een podcast die we willen gaan maken over thema’s die een grote rol spelen in het leven van iemand met een bipolaire gevoeligheid.

Zonder jullie stem, geen prijs
Bij deze willen we jullie, onze stemmers, ontzettend bedanken!

Speciaal ook alle leden van onze besloten Facebookgroep, de landelijke vereniging Plusminus-leven met bipolariteit, de Belgische vereniging Ups en Downs, het e-magazine GGZTotaal, Psychosenet en Socialrun. En ‘last but not least’, natuurlijk uitgeverij Tobi Vroegh die met veel vertrouwen en enthousiasme heeft samengewerkt met Petra om van dit boek iets moois te maken.

Kijk hier de uitreiking terug:

De diagnose

Tekst: Judith Stoker

Daar zit ik. Op mijn inmiddels vertrouwde plekje in de kamer. Dicht bij de tissues en bij het raam zodat ik mijn ogen naar buiten kan laten dwalen en mijn SPV-er niet steeds recht hoef aan te kijken.

‘Hoe is het?’ vraagt Bob. Een lastige vraag. Vandaag gaat het redelijk maar een paar dagen hiervoor was het helemaal niks. De grafiek van mijn Lifechart was een rechte lijn naar beneden geworden. Ik denk na over het eerlijke antwoord. ‘Vandaag gaat het wel, maar het wisselt gigantisch.’ zeg ik bedachtzaam. Bob staat op van zijn stoel en kruipt achter zijn computer die op het bureau staat. Hij tikt mijn naam in en ik zie zijn ogen over het scherm gaan.

‘Ik zie dat je vorige week bij de psychiater bent geweest.’ Dat klopt. Ik probeer het af te wisselen. De ene week de psychiater en de andere week mijn SPV-er. Bob leest en op zijn gezicht is niet veel af te lezen. Alsof het gaat om een pak melk dat je bij de supermarkt haalt zegt hij: ‘Je hebt de diagnose bipolaire stoornis type 2 gekregen’. Even denk ik dat ik ga huilen. Huilen van opluchting dat nu in ieder geval duidelijk is wat er aan de hand is. Maar ook huilen van frustratie: waarom heeft niemand dat eerder gezien? Ik slik verdorie al 13 jaar antidepressiva.

Onzeker

Bob legt het uit: ‘Een antidepressiva duwt je sombere stemming naar boven. Bj jou is dat extreem geworden waardoor je alles uit het leven hebt gehaald wat er in zit.’ Ik grinnik. Zeg dat wel ja. Op het moment van instorten had ik 12 betaalde bezigheden. Was ik therapeut, gezinshuisouder, auteur, opleider, huiswerkdocent, verzorgde ik spreekbeurten en ga zo maar door. ‘Tja, het was achterlijk veel wat ik deed.’ ‘Ah, daar ben je dus nu wel achter gekomen.’ grijnst Bob.

Ik voel me onzeker. De term bipolair klinkt zo ernstig. Alsof ik ben besmet met een ernstige ziekte. En het is ook ernstig. Bob vertelt over wat een bipolaire stoornis inhoudt en dat ik per direct moet stoppen met alles wat spanning en druk oproept. Oef, dat is een ingewikkelde boodschap voor mij, de workaholic. Ik ben ZZP-er dus er is geen bedrijfsarts die me hierbij helpt.

Maak er maar maart van

‘Ik heb mezelf dus gesloopt’ concludeer ik. ‘Nou, zo zou je het kunnen zeggen maar ik denk dat je terug mag kijken en trots mag zijn op alles wat je gedaan hebt. Dat heb je toch maar mooi binnen!’ Ik vraag hem of ik me ooit weer beter ga voelen. Bob stelt me gerust en zegt daar alle vertrouwen in te hebben. Ik iets minder, maar de stellige overtuiging van Bob helpt me. Als hij het gelooft…en hij heeft al heel wat jaren ervaring in de psychiatrie, dan moet ik ook mijn best doen om het te geloven. Ik wil alleen graag horen wanneer. Het is nu september. ‘Wat dacht je ervan als ik tot december alles stil leg?’ vraag ik voorzichtig. Bob grinnikt ‘Maak er in ieder geval maar maart van en dan nog gaan we het zien’ Maart lijkt ongelofelijk ver weg. Bob rommelt even in de stukken op zijn bureau en geeft me dan een folder mee. ‘Laat deze lezen aan je omgeving’ zegt hij. Ik stop de folder in mijn tas.

Samen met de psychiater die ik de week erna zie gaan we aan de slag met mijn medicatie. Het is maar goed dat ik op dat moment nog niet weet wat voor zoektocht dat zal worden. De afschuwelijke bijwerkingen van lithium dat ik niet verdraag, het proberen van allerlei middelen om uiteindelijk een goede mix te vinden waar ik nu, een half jaar later, het redelijk goed op doe.

Kennis, inzicht en acceptatie

Als ik de week erna bij Bob kom vraagt hij weer hoe het gaat. Ik mopper een beetje op het leven en de traagheid van het proces. Bob vraagt of ik de folder heb laten lezen. Nee, dat heb ik niet gedaan. Ik vind het gênant. Als ik dat doe weet iedereen wat er aan de hand is. Bob schrijft op het bord: Kennis -> Inzicht -> Acceptatie. Als ik wil dat anderen mij begrijpen en rekening met mij houden dan zal ik hen moeten informeren. Eenmaal thuis ga ik aan de slag. Ik maak mijn eigen brochure wel. Dan kan ik vertellen hoe het bij mij in zijn werk gaat. Heel dapper stuur ik de brochure rond aan mijn beste vrienden en zet ik hem op mijn website. Ik krijg vooral hele positieve berichten.

Geen taboe meer

Ondertussen schrijf ik iedere dag een stukje op social media. Al heel snel weet ik dat ik er ooit een boek over ga schrijven. Terwijl ik schrijf weet ik het zeker: Ik doe niet (meer) mee met het taboe op psychische stoornissen. Ik doorbreek het door open en eerlijk te zijn over mijn eigen leven. De diagnose bipolaire stoornis is niet het einde. Ik bén een leuke, spontane, hardwerkende vrouw en ik héb een bipolaire stoornis.

En dat boek? Dat is er gekomen. Met de treffende titel ‘Ik ben er nog (niet)’. Zo is dat. Ik ben onderweg en daarbij maak ik dankbaar gebruik van mijn SPV-er en mijn psychiater.


Meer lezen over mij: www.judithstoker.nl
Het boek en de brochure zijn verkrijgbaar in mijn webshop: www.judithstoker.nl/webshop

Heb vertrouwen in jezelf en in de toekomst

Tekst en foto’s: Corine Strausz

Als een donderslag bij heldere hemel. Daar stond het dan zwart op wit op de sheet bij het vak psychopathologie. Een stemmingsstoornis dat is dus wat ik heb. Ik was angstig en blij tegelijk. Ik wist eindelijk wat ik mankeerde. Het was 1993 en ik studeerde 2e jaars psychologie in Nijmegen. Dit was mijn Eureka-moment. Een keerpunt in mijn leven. Erkenning en herkenning.

Daarna ging alles in stroomversnelling. De studentenpsycholoog haalde er een psychiater bij, die een bipolaire stoornis bij mij constateerde. Ik meldde me aan bij het Radboudumc, bij de afdeling psychiatrie. Voor dat ik het goed besefte had ik consulten bij een psychiater en zat ik aan de lithium. Dit heb ik 14 jaar geslikt. Eerst die vreselijke lithiumcarbonaat, die ik echt niet weg kreeg, daarna Priadel. Ik had geen last meer van depressies en het leven werd heel overzichtelijk. Het was zwart of wit. Grijs bestond niet. Twijfel ook niet. Heerlijk!

Totdat bleek tijdens een echo dat mijn ene nier verschrompeld was. Snel afbouwen van lithium en daarna begon mijn zoektocht naar een goed vervangend middel. Ik heb van alles geprobeerd, maar zonder goede resultaten. Depakine was een jaar lang hypomanie (geweldig jaar maar doodvermoeiend en zeer uitputtend). Seroquel bezorgde mij waanbeelden en ik zat continu in een droomwereld. Van carbamazepine werd ik acuut depressief. Zyprexa voelde net als vergif voor mij (ik gaf melk en had dagelijks diarree), alhoewel het wel goed hielp tegen de hypomanie. Om een lang verhaal kort te houden; niks kon lithium vervangen. Ik moet uiteindelijk genoegen nemen met sertraline en Abilify.

Wat een zoektocht en strijd is mijn weg naar herstel geweest. Wat een strijd heb ik geleverd. Zo gevochten tegen de depressie die mij volledig lam legde. Mijn hoofd deed het niet meer en ik voelde mij letterlijk bedorven. Niet meer kunnen koken, niet meer kunnen besluiten. Zelfs de afwasmachine uitruimen was een groot dilemma. En simpelweg douchen was een drama. Alles in mijn lijf en hoofd roept nee! Ik wilde onder de dekens blijven en helemaal verdwijnen. En ik wist zeker dat dit het eindstation was. Ik zou nooit meer kunnen genieten of lachen of stralen. Dit was zo vreselijk zwaar en ik dacht “dit is blijvend”.

Ook heb ik mezelf gesaboteerd. Ik vond mezelf een slecht mens, omdat ik niet met deze maatschappij mee kon. Dit werd bijna mijn dood. Ik heb 6½e week bijna niet geslapen. Zo strafte ik mezelf. Ik mocht niet slapen van mezelf. Dankzij een paardenmiddel kon ik weer slapen en begon mijn weg naar herstel. Ik heb de knop omgezet en dacht “Ik ben een prima mens”. Ik stopte met mezelf met anderen te vergelijken.

“Van nu af aan ontleen ik mijn identiteit aan wie ik ben
en niet wat ik doe”.

Wat een eye-opener was dit voor mij!

In 2011 ben ik vrijwilligerswerk gaan doen bij De Kentering in Nijmegen. Dit is een stichting die volledig gerund wordt door en voor mensen uit de psychiatrie. Er zijn een paar ondersteuners en voor de rest is iedereen die daar werkt gevoelig op psychisch gebied. Ik heb meegedaan met een aantal projecten zoals onderzoeken of de gemeente Nijmegen wel goed bezig was met de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Ook heb ik de Ervaringswijzer leven ingeblazen in Nijmegen. Ik stuurde een team van recensieschrijvers aan over wat er te doen was in Nijmegen voor psychisch gevoelige mensen.

Ik heb mezelf beetgepakt en ontwikkeld. Dit ging met vallen en opstaan. Iets proberen wat totaal mislukte, neerdonderen en weer opstaan. Weer wat proberen, weer neergesabeld worden en weer opstaan. Ik heb relatie coaching gegeven aan drie stellen, wat geen succes was. Ik kon een temperamentvolle vrouw niet aan die propjes door de zaal gooide en haar boek verscheurde. Ook stierf mijn trouwe metgezel Milo, mijn hond, en ik gleed langzaam in een zware depressie.

Maar ook die depressie kwam ik te boven. Ik rouwde om mijn hond en na een hersteltijd van drie maanden pakte ik de draad weer op. Ik heb veel cursussen gedaan en mezelf ontwikkeld tot een gelukkige en wijze vrouw. Door extra druppels sertraline, die ik innam in het najaar, heb ik al twee jaar geen depressie meer gehad. Ik word nog wel hypomaan, maar heb door mijn ervaring en leefregels hier meer controle over dan voorheen.  

In april 2021 kwam mijn eigen werkboek ‘Stemming In Balans’ uit over het bewust worden van je stemming en het ingrijpen als je stemming dreigt om te slaan. Ook ontwikkelde ik de bijbehorende cursus ‘Stemming In Balans’. Het werkboek wordt in zes bijeenkomsten besproken en toegelicht met mijn ervaringen in een groepje van zes ervaringsgenoten. In maart 2022 heb ik de pilot afgerond dat een groot succes was. Ik had mensen echt geraakt. Dit is waar ik meer dan 15 jaar naar op zoek was; mijn eigen verhaal delen en eindelijk echt voldoening en geluk in mijn leven hebben. Ik ben zo trots op mezelf en ik gun jou dit ook!


Ik ben Corine Strausz (1972). Ik ben een ondernemende en doortastende dame met een sterke wil. Ik ben sinds 2004 gelukkig getrouwd met Michiel en heb een fantastische bordercollie Nena. Ik woon sinds 2014 in het landelijke Afferden (15 km vanaf Nijmegen) in een opknapboerderij. Ik ben psychologe sinds 1998. Mijn passie is om mensen meer inzicht in zichzelf te geven, zodat zij zelf hun leven bewuster en fijner kunnen maken. Ik houd van dansen, yoga, fotograferen, creatief bezig zijn en wandelen met Nena.

Meer informatie is te vinden op mijn website: www.stemminginbalans.nl

Luister eens echt

Tekst: Vicky

Al jaren heb ik te maken met een stemmingsstoornis die moeilijk te begrijpen is voor anderen maar ook door mezelf. Psychische problematiek blijft nog altijd een groot taboe in de huidige maatschappij. Het is een onderwerp waar mensen niet open over durven praten. Daarom had ik besloten om een boek te schrijven, zodat ik mijn gevoelens en gedachten op papier kon verwerken. Na vele positieve reacties, merkte ik hierdoor dat het ijs wat gebroken was om over mijn bipolaire stoornis te kunnen praten tegen anderen. Ze begrijpen het beter.

Praten over je gevoelens is belangrijk, je moet jezelf kunnen zijn. Door het vertellen van dit verhaal, hoop ik dat jij ook gaat praten over je gevoelens. Elke emotie die je vanbinnen voelt, zoals blijdschap, verliefdheid, boosheid, frustratie en verdriet, is toegestaan. Als je ziel lijdt, vertel aan iemand die je vertrouwt hoe je je vanbinnen voelt, dan kan de genezing beginnen. Je problemen groeien als je ermee blijft zitten, je komt dan snel in een negatieve spiraal waardoor het moeilijker wordt om eruit te geraken.

‘Luister eens écht!’ is een heftig verhaal met verschillende emoties en stemmingswisselingen, zoals verdriet en rouw, frustratie en jaloezie en liefde en erotiek. In dit verhaal ga ik dieper in op de gevoelens en emoties die bij psychische kwetsbaarheid horen. De duidelijk merkbare stemmingswisselingen bij Linda, die aan een manische depressie lijdt, lopen als een rode draad doorheen het boek. Linda, die haar best doet om haar dochter Emma op te voeden. De stemmingswisselingen zijn duidelijk merkbaar in haar en later ook Emma’s verhaal. Door de gebeurtenissen die Linda doormaakt, leeft haar dochter Emma mee in die stemmingswisselingen. Hierdoor leert Emma niet hoe ze moet omgaan met haar eigen gevoelens en emoties. Emma zakt weg in een negatieve spiraal en wil geen hulp aanvaarden. Ze voelt zich hierdoor onbegrepen. Ze snakt naar liefde en aandacht. Met alle gevolgen die daaruit voortkomen.


Wil je mijn boek lezen? Klik hier voor een link naar mijn boek.

Happen naar de dood

Tekst en foto’s: René Booms

Ik bevind me in water en zink als een baksteen naar beneden. Een besef van ongekend tekortkomen. Ik probeer weer naar boven te komen, maar ik heb te weinig zuurstof om weer met mijn hoofd boven het water uit te komen. Dat is het dus. Voor mij geen frisse lucht meer. In plaats daarvan hap ik naar de dood. Een laatste poging, gepaard gaande met zeer drukke overlevingsreflexen, overslaand in paniek.

air-bubbles-230014_640

Ik red het niet. Mijn adem stokt. HELP! HELP! Alsjeblieft. Ik kan de woorden alleen maar voelen; door de druk van het water op mijn mond kan ik ze niet uitschreeuwen. Niemand die me ziet. Het ergste is dat ik maar niet wakker word uit die kou en donkerte. Diep in het water. Ik huil, waarna het gevoel van de droom zich weer herhaalt.

Deze eeuwigheid duurt pas negentig seconden. Ik ben me te pletter geschrokken, maar voel opluchting: ik ben weer wakker geschoten. Uit het water bevrijd lig ik zwetend in mijn bed, naast mijn partner José. Met een gevoel van ‘weet ik veel’. Een gevoel van toegeven. Ik wandel gestaag richting een hypomane fase, de opmaat naar een psychose.

Faalangst achtervolgt mij de eerste 25 jaar van mijn leven. Het geeft mij een intens, sluipend en misselijkmakend gevoel. Het heeft mij in lastige situaties regelmatig verlamd, vooral op momenten als een schoolexamen. Op alle rapporten scoor ik bovengemiddelde cijfers, maar tijdens zo’n examen krijg ik door een ongezonde manier van ademhalen een soort van black-out.

Tegen het mbo-examenjaar wordt zichtbaar dat het niet goed gaat met mij. Na drie jaar hoge cijfers te hebben gehaald, scoor ik steeds lagere cijfers in de aanloop naar de tentamens en het eindexamen. Het lukt me niet om de leerstof erin te stampen. De leerstof boeit me gewoonweg niet. Op school zeggen ze dat ik last heb van faalangst. Ik herken mij niet in deze omschrijving.

Diep vanbinnen voel ik intense boosheid naar het hele schoolsysteem. Ik ben niet dom; eigenlijk verveel ik me rot, en het lijkt erop dat ik daardoor ook minder presteer. Dit gevoel betitelen als faalangst voelt als een klap in mijn gezicht. Ik kan mezelf onvoldoende motiveren en op school weten ze daar geen raad mee. Bovenstaande situatieschets laat precies zien wat ik steeds meer ga doen: onderzoeken en analyseren. Twijfelen en vervelen. Falen, angstig zijn en me vooral diep somber voelen. Ik praat met niemand over mijn gevoelens. Het is gemakkelijker voor me om te spelen dat ik opgewekt ben en een opgeruimd karakter heb. Mensen ervaren mij als spontaan, gezellig en rustig. Wat een kwelling. Toch krijg ik niet het gevoel dat ik wat aan mijn houding kan veranderen. Ik huil en niemand die het ziet. Ik haal met een herexamen mijn diploma en ga door naar het middelbaar beroepsonderwijs, het Ondernemerscollege.

Ook hier weer een vliegende start. En ook hier weer die snel opkomende verveling. Opnieuw de zogenaamde faalangst die om de hoek komt kijken. In het examenjaar kom ik weer in de problemen. Ik ga me steeds verder terugtrekken op mijn slaapkamer, draai muziek als troost en kom in aanraking met klassieke muziek. Er gaat een nieuwe wereld voor me open. Met mijn spaargeld ga ik op jacht naar de mooiste adagio’s. Ik val als een blok voor die van Mahlers vijfde, die hij speciaal voor zijn vrouw heeft gecomponeerd, uit liefde voor haar. Ik ben zó onder de indruk: heel anders dan alle popmuziek waar ik ook nog steeds naar luister. Het verfijnde van muziek luisteren zit hem voor mij in het openstaan voor beide muziekvormen.

Toch gaat het in dat mbo-examenjaar steeds slechter met mij. Ik voel me zo onzeker en steeds depressiever worden. Alles ontglipt me. Ik kan er met niemand echt diepzinnig over praten. Maar mijn zwaarte heeft voor mijn gevoel niets te maken met mentaliteit. Het depressieve voelt lichamelijk.

Op een gegeven moment wordt er bij mij thuis op de voordeurbel gedrukt. Een schoolvriend en -vriendin staan voor de deur en ze vragen mij hoe het gaat. Uit schaamte durf ik ze niet eens even binnen te laten. Voor het eerst vertel ik ze wel dat het helemaal niet goed gaat met me. Ze kunnen bijna niet geloven dat ik dat zeg. ‘Hoe kan dat nou? Je bent altijd zo opgewekt.’ ‘Ja, ik weet het, maar dat is alleen maar ter bescherming van m’n ware gevoelens.’ Ik durf er niet over te praten, bang dat mijn wereld in elkaar stort. ‘Heb je het er met je ouders over?’ Mijn ouders zijn schatten van mensen, maar ze vinden het ook lastig om met mijn somberheid om te gaan. Mijn vrienden gaan geraakt weer weg, en als de deur eenmaal dicht is, begin ik op mijn kamer onbedaarlijk te huilen.

Het lukt me ook na een herexamen niet om mijn diploma te halen. Gelukkig krijg ik uiteindelijk wel deelcertificaten voor de meeste vakken die ik gehaald heb.

Dit betekent dat ik toch gewoon door kan leren. Wel weer heel bijzonder is dat ik vervolgens mijn theorie-examen voor m’n rijbewijs op mijn achttiende in één keer haal en na achttien lessen ook mijn rijbewijs in één keer haal. Autorijden boeit me mateloos.


 

Rene Haarlem klein 4

Mijn naam is René Booms van de Heuvel van de blogsite: https://www.renebooms.nl

Ik ben geboren in 1965 in Heemstede en noem mijzelf een ‘mood swing expert’. Dan doel ik op mijn levenservaringen die ik heb opgedaan in mijn bipolaire leven. In 2011 is de diagnose bipolaire stoornis vastgesteld. Wat een verademing. Het herstel, het weten, de zouttabletten (lithium) en mijn liefdesleven met mijn prachtige vrouw José weer terug.

Als geluksvogel is het diepe contact met mijn drie kinderen er ook weer. Mijn vriendschappen hebben zich geselecteerd en verdiept.

Toch is het zeker niet allemaal rozengeur en maneschijn. Verschillende malen ben ik toch weer in een hypomane fase gedoken. Deze zomer van 2019 is de 1ewaarbij ik tot nu toe helemaal vrij ben van de last van mijn bipolaire stoornis. Dat vraagt van mij enorme dag-discipline, vertrouwen in mijn levens- ritme en focus op de mooie dingen in ons leven.

Soms kan ik me voor een moment intens éénzaam voelen. Ik huil dan in stilte en baal van de intensiteit van de stoornis, moet uiteindelijk glimlachen en voel me hemeltje rijk met alles en iedereen die zich om mij heen begeeft.

Grenzeloos geluk

Tekst: Luc Vercauteren

Ruim twee jaar geleden ben ik teruggekomen van m’n fietstocht naar Teheran. Het zijn twee bijzondere jaren geweest. Misschien wel de meest waardevolle jaren in m’n leven. Mijn vader kreeg ALS, droeg zijn ziekte met waardigheid en is inmiddels overleden.

Los van de medicatie die ik krijg heb ik zelf ook een ontwikkeling door gemaakt. Een ontwikkeling als mens, ondanks en dankzij de diagnose. De wens hypomaan te zijn, is er eigenlijk niet meer, ik ken m’n grenzen, ik weet steeds beter wie ik ben en waar ik voor sta, en ik zal ook altijd blijven twijfelen daarover. Ik zal nooit een ‘in-balans’ persoon worden. Dat past niet bij me, dat heeft niks met mijn bipolariteit te maken, zo zit ik gewoon in elkaar. Ik ben een gevoelsmens en daar horen schommelingen bij. En dan kan ik de ene dag A zeggen en drie dagen later B doen én begrip opbrengen voor beide.
Ik hecht waarde aan m’n autonomie. Ik doe wat ík denk dat goed voor me is. Ja, dat heb ik geleerd. Dat heb ik moeten leren en dat was grotendeels een onbewust proces. Hoe mijn vader in het leven stond en mijn broer Marc in het leven staat heeft me daarbij geholpen. Ik ben de belangrijkste persoon in mijn leven.

grenzeloosgeluk

En ja, ik heb nog steeds angsten, onzekerheden en twijfels. Maar die mogen er zijn en ik laat ze ook graag zien. Ook dat hoort bij me, ik ben nou eenmaal een deler. En het tegenstrijdige daarin is dat juist die onzekerheden en twijfels me sterker en evenwichtiger maken. Ik kom dichter bij mezelf. Mijn zogenaamde kwetsbaarheid is m’n kracht. Het klopt. Ik heb het zo vaak gehoord de afgelopen jaren, maar nu geloof ik het ook. Ik ervaar het ook zo, het is zo.

Ik schaam me er steeds minder voor. En ook schaamte mag, ook dat hoort bij me. Net zoals alle gevoelens mogen. Ook gevoelens die wij als maatschappij graag als negatief bestempelen. Gevoelens als jaloezie, haat, angst, boosheid, wraak, al die gevoelens mogen. Je moet er niet tegen vechten, je moet gevoelens niet veroordelen. Je moet ze er laten zijn en accepteren dat het even zo is.

Ik ben bipolair, dat is onderdeel van wie ik ben. En het heeft me zoveel gebracht en zoveel moois laten zien, dat ik nu kan zeggen en ook graag wíl zeggen: ik heb geluk.


Luc

Luc Vercauteren heeft een boek geschreven over z’n fietsreis vanuit Nederland naar Iran, het boek ‘Grenzeloos geluk’. Luc heeft een bipolaire aandoening. Grenzeloos geluk is behalve een mooie reisbeschrijving ook het verslag van een innerlijke tocht, die leidt van schaamte en ontkenning, via besef, naar acceptatie en geluk.

Recensie van hoogleraar Jim van Os:
‘Doortastend en psychologisch fijnmazig geschreven’

Het boek is vanaf 15 december te bestellen op de website van uitgeverij Tobi Vroegh: http://www.tobivroegh.nl en vanaf 23 december op http://www.bol.com.

De smaak van hemel & hel

Tekst: Dineke Ypeij

De smaak van hemel & hel’ is een autobiografisch boek waarin ik schrijf over mijn bipolaire stoornis. Het verhaal begint wanneer ik veertien jaar ben en mijn eerste depressie krijg. De mensen in mijn omgeving begrijpen er niets van en de hulpverleners wijten mijn depressiviteit aan mijn instabiele jeugd. Ik probeer de lezer mee te nemen in mijn ervaringen van depressies en manieën. Hoewel het hele moeilijke periodes waren, heb ik mijn boek niet al te zwaarmoedig willen maken en er zit dan ook de nodige humor in.

In eerste instantie wilde ik mijn verhaal vertellen omdat ik het kwijt wilde. ‘Het op papier zetten’ zou ook helpen voor mijn herstel, zo dacht ik. En dat blijkt achteraf ook zo geweest te zijn. En ik wilde andere mensen bereiken die te maken hebben met bipolariteit. Niet alleen zij met een bipolaire stoornis maar ook betrokkenen en hulpverleners.

desmaakvanhemelenhel

Enkele fragmenten uit het boek:

Dit is in de beginperiode toen ik mijn eerste depressie had. Ik was toen 14 jaar.

Hoe moet het morgen? En overmorgen? En al die dagen erna? bibber ik als ik me in mijn bed oprol.

Na een onrustige nacht word ik veel te vroeg wakker. Het is pas half zes. Het lukt me niet om weer in slaap te vallen. Mijn maag krimpt van angst in elkaar. Waar komt dit toch vandaan? Iedereen kent mij als een vrolijke, zorgeloze meid waar mee te lachen valt en nu ben ik veranderd in een vogeltje dat elk moment bang is om onder water geduwd te worden.

Wilma klopt om kwart voor acht op mijn deur. ‘Goeiemorgen! Kom je er uit?’
‘Ik voel me niet lekker en kan echt niet naar school,’ zeg ik.
‘Kom op, als je eenmaal op school bent dan zal het heus wel meevallen. Dus ga het maar gewoon proberen.’
Gewoon? Hoezo gewoon? Niets zal meer gewoon zijn. Nu niet en waarschijnlijk nooit meer. 

Ik hijs me uit bed, neem snel een douche en haast me met aankleden. Nu ik toch naar school moet, kan ik maar beter zorgen dat ik op tijd ben. Anders val ik nog meer op.

Een passage uit mijn tweede opname op een PAAZ, toen ik erg last had van stemmingswisselingen. Ik was toen 17 jaar.

In de keuken pak ik een glas en vul die met water. De slaappil breek ik in stukjes en spoel die door de gootsteen weg. Het glas water er achteraan. Antidepressiva oké, maar ik vertik het om slaapmedicatie te gebruiken. Het is zonde om te slapen. Ik wil van elke minuut kunnen genieten. Jammer dat ik geen kamer voor mezelf heb. Dan zou ik niet eens in bed gaan liggen maar van alles doen waar ik zin in heb. Nog een geluk dat Janny blijkbaar wel haar slaappillen inneemt. Je kan bij wijze van spreken een kanon bij haar hoofd afschieten en dan nog merkt ze niets.

Ik ben te onrustig om in bed te blijven.
‘Hee, nog steeds wakker?’ vraagt Susanne, het vaste nachthoofd, wanneer ik het kantoortje binnen loop.
‘Nee, ik ben aan het slaapwandelen,’ antwoord ik.
‘Ik hoor het al, je bent alert genoeg,’zegt het nachthoofd. ‘Wil je iets hebben om te slapen?’
‘Nee, ik heb al gehad, maar het werkt blijkbaar niet.’

Hier beschrijf ik de wanhoop van mijn vriend, de vader van mijn zoon. Hij had een zware depressie. Hij kon er niet mee omgaan en wilde geen professionele hulp. Kort na zijn laatste bezoek aan mij, pleegde hij zelfmoord.

‘Kom ‘es, zeg ik en trek de gebroken man naar me toe.’
We houden elkaar alleen maar vast.
‘Ik moet gaan,’ zegt hij na een tijdje en geeft me een kus op m’n mond.
‘Sterkte,’ zeg ik, alsof hij een griepje onder de leden heeft. Ik weet niet wat ik verder moet zeggen.

Ik kijk hem na vanuit het raam. Hij kijkt omhoog en maakt met zijn onderbeen een beweging omhoog, alsof hij een bal de lucht in schiet. Dat is zijn manier van zwaaien naar me. Ik blijf net zolang kijken tot hij de hoek om rijdt.

Ik maak me zorgen om hem. Vanwege dat verschrikkelijke gevoel van een depressie. Ik ben niet bang dat hij een einde aan zijn leven zal maken. Dat durft hij niet en wil het ook niet. Die donkere deken, daar wil hij vanaf.


dineke.ypeij

Mijn naam is Dineke Ypeij en ik heb een bipolaire stoornis. Na jarenlang in de kinderopvang gewerkt te hebben, was ik toe aan een nieuwe uitdaging. In november 2017 ben ik begonnen met een éénjarige opleiding tot ervaringsdeskundige.

Sinds april 2018 loop ik drie dagen per week stage op een opnameafdeling voor mensen met een stemmingsstoornis. Daar voel ik me helemaal op mijn plek en ik heb het dan ook heel erg naar mijn zin. Ik kan mijn eigen ervaring inzetten en andere mensen helpen.

Zou je ook een boek willen schrijven? We hebben allemaal ons eigen verhaal dat de moeite waard is om te delen. Ik zeg niet dat het gemakkelijk is maar als je het echt wilt, dan zou je een heel eind kunnen komen. Begin met schrijven wat je kwijt wilt en laat je daarbij niet hinderen door wat dan ook. Daarna kun je schrappen en bijslijpen.

Wees gedisciplineerd en ga achter je pc of laptop zitten. Dan komen vaak vanzelf de woorden naar boven. Je hoeft niet te wachten totdat je inspiratie krijgt.

Ga op zoek op internet naar schrijftips en lees boeken over soortgelijke onderwerpen. Dit kan helpen om inspiratie op te doen.

 

 

 

PAAZ-break

Tekst: Roselien Brondy

PAAZ-BREAK is onderdeel van de nieuwe roman ‘ P(a)az op!’ wat Roselien aan het schrijven is en exclusief voor jullie vrij geeft als voorproefje. Het vorige hoofdstuk  ‘PAAZ-op!’  stond in het e-magazine van GGZ Totaal. 

Ik lig inmiddels paar dagen voor Pampus .. mijn vakantie is begonnen. 
Dat heb ik ruimschoots verdiend na hard studeren, toch? Een papiertje krijg je niet voor niets. Het is een en al sacrifice. Dit hoort bij mijn lot. God heeft het me al lang verteld. 
 Maar wacht eens de even.. Als God bestaat waarom heeft hij dit plan met mijn leven? Voordat ik antwoord kan bedenken val ik weer in slaap. 
Het is wel mooi zo’n PAAZ-Break, maar waar blijven de cocktails, lekker eten en bovenal waar is het zwembad? Ik zie alleen de binnentuin en mag de omgeving niet zien. Te gevaarlijk als toerist zegt het hotel personeel. Ik zeg hotel.. dit hotel is echt geen hotel en is al helemaal geen vier sterren waard. Laat staan twee ! 
Ik besef me steeds meer dat Hotel Californië niet hotel Californië is behalve dat je er waarschijnlijk bijna nooit uitcheckt. Ik besef me dat ik ben beland op de o nee… hé verdorie PAAZ! Nu na twee weken ben ik ontzettend versuft van die piep medicatie. Ik leefde in een hotel dacht ik. Maar nee, ik ben weer verdoemd…

architecture-2561129_640

Ik zing binnenin mezelf: ‘The PAAZ is ‘cold as ice’ en het personeel is ook zeker ‘So cold as ice’. Als ik lach tijdens het eten moet ik direct linea recta naar mijn kamer. Ik voel me steeds zenuwachtiger als ik eet. Straks moet ik vast naar mijn kamer? En, ja hoor nu dus weer! 
Ik schrijf in mijn notitieboek terwijl ik eten moet. Ik lust niks van dat vieze opgewarmde magnetronvoedsel. 
Ik zit nu op mijn tweede kamer. Ik wilde liever dat ik in de Tweede Kamer zat, dan was ik tenminste een kamerlid, dan was ik iemand en had ik nog een stem! Nu ben ik niemand en verdoemd te mislukken op deze godverlaten plek.

Mijn eerste slaapkamer had een camera , die heb ik omgedraaid . Ha, wat heb ik het personeel uitgelachen en mijn vriendin lachte zich ook rot en vond het een typisch Roselien actie:). Nu is de lol over. Ik mag alleen Mandela’s kleuren en op de gesloten afdeling blijven. Ik ben een dondertje in een porselein kast. Of how you will call it.

 Om de boel nog extra spannend te houden op de Paaz laten ze de ‘Walking Dead’ cast vrij op de afdeling. Een acteur ging de dialoog met mij aan.  Hij zei, dat hij mijn ziel in zijn robotspeelgoedkat zou stoppen. Hierdoor verbond ik deze nieuwe informatie aan het Hindoeïsme. Ik dacht dat mijn moeder een postduif was en de rest van de andere mede slachtoffers op de Paaz ’s avonds in vogels transformeerden. Ik zag genoeg aanwijzingen hiervoor.
Ik werd ontzettend angstig door deze gedachtes.

Het was zover; op de afdeling zat een Afrikaanse mevrouw die heette Go tomorrow . Dit was het teken dat ik morgen moest vluchten.
 
Ik had een plan bedacht: Als ik alle grote gebeurtenissen van tijdens en van voor mijn opname zou herhalen werd ik gered. Ik moest eerst een bekertje melk halen met of zonder honing. Want toen ik eerder wilde vluchtten mislukte mijn plan omdat ze dacht dat ik niet kon slapen en gaf me een huishoudmiddeltje; melk met honing.
(Deze verpleegster wist eigenlijk van mijn plan, maar wilde mij niet verraden. Dit bleek later).
Daarna moest ik douchen maar nu met kleren aan.
Ten derde gooide ik spullen weg. Dit had ik eerst gedaan voor ik werd opgenomen. Ten vierde moest ik over een hek klimmen.

De eerste nacht van mijn psychose klom ik over een hek van Michael. Ja ik versloeg de aarstengels barricade.
De nacht was aangebroken. De verpleging zat in het kantoortje oftewel de vissenkom. Yes ik heb vrij spel, dacht ik.
 
Eerst beviel ik van Jezus want ik dacht dat ik Maria was, daarna gooide ik alle bezittingen weg, vervolgens ging ik douchen en ten slotte drukte ik het noodalarm in, want ik had gezien als ik die knop indrukte dat ik ‘Sesam open nu kon zeggen!’ En ja het werkte. Wonder boven wonder had ik weer magische krachten.
Helaas ging het alarm ook af! De verpleging achtervolgde me alsof ik een crimineel was. Het leek wel de politie serie Grijpstra en de Gier. Alleen nu Grijp haar Roselien!
Ik was bij de deur; vlakbij de ontsnapping! De toekomst was nabij, maar helaas rende die wonder verpleegster (nog net niet met huismiddeltje) achter mij aan, dus rende ik met een schijnbeweging naar de noodingang en die deur was ook open gegaan! Ik klom binnen een minuut over het hek van 3,5 meter. 

Op het hek sloeg ik met mijn vleugels heen en weer en riep: ‘Waar blijven jullie mijn vogel vrienden , nu zijn jullie er niet he?!’In een fractie van een seconde voelde ik angst. ‘ Nee ik spring toch!’, dacht ik. Ik belande op mijn rug. Ik lag daar als een gewond dier op de grond en kon me amper verroeren. Ik had gelukkig toch de wilskracht om overeind te komen. Toen ik overeind krabbelde kwam ik de ontdekking dat ik niet ver kon lopen. Ik besloot toch eventjes dat ik door het enge bos kon lopen richting huis, maar nee dacht ik uiteindelijk. Ik moet terug anders val ik nog dood neer.

‘Niemand helpt me!’, riep ik uit toen ik weer naar binnen het ziekenhuis was. De Servicedesk medewerkers waren wonder boven wonder nog aanwezig. Ik dacht altijd dat ze ’s nachts altijd weer in de kast verdwenen, om vervolgens van negen tot vijf tevoorschijn te komen. Ze konden alleen uitkramen; ‘wie bent u?’
Voordat ik iets verder kon uitbrengen kwam Valerio de cipier met mijn bril in zijn handen naar me toe gerend en nam me mee als een crimineel.
’Je moet weer gaan slapen’, zei hij. ‘Ik Wil bij god zijn!’, schreeuwde ik alleen maar.
Hij antwoorde: ‘God bestaat alleen in je dromen.’
Dat deed mij zo boos en machteloos voelen en ik bleef wakker tot het ochtendgloren
De rest van de PAAZ- break protesteerde ik door niet met hem in zee te gaan en noemde ik hem ook steeds Valerio. Hij was niet die slachtoffer werd van een bijnaam. Maar die bijnamen ontdek je later…


Roselien
Roselien schrijft al van jongs af aan. Ze schrijft gedichten om haar gevoelens een plekje te kunnen geven. In augustus debuteerde ze met de bundel ‘Liefde is als een bloem’. En in 2011 kwam haar tweede bundel ‘De weg’ uit en gaat over haar eerste psychose. In de zomer van 2016 verscheen haar derde boek: ‘Ik weet hoe mooi je bent’. In deze bundel staan gedichten en korte verhalen over haar tweede en tevens haar laatste psychose.

Roselien werkt sinds een jaar als ervaringsdeskundige bij het Respijthuis in Amsterdam. Hier maakt ze een praatje met ‘gasten’ en verzorgt onder andere de avondmaaltijden.

Op haar website www.roselienbrondy.nl kun je ook andere blogs en gedichten vinden. Ook zijn alle drie haar dichtbundels hier te koop.

ZEBRA

Tekst en foto’s: Arlette Einhorn

“Vandaag heb ik een zwarte dag”. Dat is een zin die bij ons thuis, maar ook bij goede vrienden, niet ongebruikelijk is. ‘Een zwarte dag’ kan meerdere betekenissen hebben: Je voelt je verdrietig, je bent somber of…..je bent depressief. Voor ouders of grootouders is het, denk ik, makkelijker om het over een ‘zwarte dag’ te hebben en dat is nou precies wat ik doe in het boek ‘ZEBRA’.

zebra-vk

‘ZEBRA’ is een bijzondere zebra. Behalve zwarte en witte strepen heeft hij ook zwarte en witte dagen. Op een witte dag schatert, speelt en springt hij door de straten maar  vandaag is hij verdrietig en heeft hij nergens zin in. Het is een ‘zwarte’ dag.

In eerste instantie was het boek bedoeld als een leuk prentenboek voor mijn eigen kinderen maar hoe langer ik er aan werkte hoe meer ik besefte dat dit prentenboek ook belangrijk zou kunnen zijn voor andere (groot)ouders met een bipolaire stoornis. Een goede vriendin bewerkte het boek en de prenten tot een prachtige kwaliteit en toen ging ik op zoek  naar een uitgeverij. Helaas is dat niet gemakkelijk. Er ging veel tijd overheen en na de zoveelste afwijzing besloot ik het boek uit te geven in eigen beheer. Hierbij kreeg ik hulp van de stichting Samen Sterk zonder Stigma en van de stichting ZON. Inmiddels wordt het boek al in een aantal KOPP-groepen (Kinderen van Ouders met Psychische Problemen) gebruikt en ook op kinderdagverblijven, BSO’s (Buitenschoolse Opvang)  en scholen wordt eruit voorgelezen.

Naast het boek heb ik ook een vertelkastje gemaakt en poppenkastpoppen waarmee ik voorstellingen geef. Deze voorstellingen zijn eigenlijk vooral erg leuk om te geven. Omdat ik voor jonge kinderen speel, weet ik nooit hoe ze zullen reageren. De laatste voorstelling was voor een groep met kinderen vanaf 2,5 tot 4 jaar. Hele kleintjes die dus vooral de dierenplaten erg aansprekend vinden. We hebben het dan vooral over de kleuren van de dieren en de geluiden die ze maken. Met iets oudere kinderen op school of BSO is het juist weer interessant om gevoelens te bespreken: “Ben jij ook wel eens verdrietig?” of “Ken je iemand die vaak verdrietig is?”

Bij mijzelf is het inmiddels alweer 15 jaar geleden dat ik de diagnose ‘Bipolair’ kreeg. Mijn man en ik hebben moeilijke tijden gehad maar gelukkig gaat het nu alweer een hele tijd goed dankzij een geregeld leven, medicatie en goede zorg vanuit GGZ.


arlette1

Mijn naam is Arlette Einhorn. Ik ben getrouwd en heb twee zoons van acht en zes jaar. Zelf ben ik 43. Ik woon in Leiden en ik werk bij een buitenschoolse opvang. Naast mijn werk heb ik mijn eigen bedrijfje waar ik kaarten, rompers, kraamcadeautjes, T-shirts en natuurlijk het prentenboek ZEBRA verkoop. Al mijn werk is gemaakt met linoleumsneden vandaar de naam ‘Arlettelino’. Bovendien ben ik theatermaker en treed ik op met mijn vertelkast en de voorstelling ‘ZEBRA’.

Meer info?  Ga naar: www.arlettelino.nl

 

Remedie

Tekst: Mark Verhoogt

Als er iemand is geweest die me van een etiket heeft voorzien, was ik dat vooral zelf. Zelfstigma is hardnekkig. Het kruipt onder je huid en gaat in je bloed zitten. Ik weet niet eens in hoeverre het nu nog macht over mij heeft. Ik meen me er wel bewuster van te zijn dan voorheen, maar er zal altijd een blinde vlek blijven.

Ik nestelde me soms in de positie van gemankeerde en kwam zo onder vervelende klusjes of bijeenkomsten uit. Aan de andere kant was het vaak ter zelfbescherming echt nodig om minder deel te nemen aan het maatschappelijk leven. De twee overwegingen zijn vaak moeilijk uit elkaar te houden. Doe ik het niet omdat ik er geen zin in heb, of doe ik het niet omdat het beter is voor mijn gezondheid en evenwicht? Het beeld dat ik van mezelf heb, speelt daarbij een belangrijke rol.

head-196541_640

Aan het begin van mijn ziekteloopbaan nam ik gretig de diagnoses over van de artsen: bipolair en psychoot. In mijn ogen maakten ze mij bijzonder. En dat was ook wel zo: niet iedereen kan bogen op het hebben van uitzonderlijke emoties en waanzinnige gedachten. De ellende die erbij komt kijken, moet je dan maar even wegdenken. Heimelijk droeg ik mijn stempel met trots. Hoewel misschien niet eens zo stiekem. Veelal ben ik open geweest over wat eraan schortte. Iedereen mocht het weten. Wie er niets mee te maken wilde hebben, hield afstand. Er bleven genoeg mensen dichtbij.

Van stigma door anderen heb ik nooit veel last gehad. Mogelijk heeft het, zonder dat ik het zelf in de gaten had, op de achtergrond meegespeeld. Het is niet tot me doorgedrongen. De belangrijkste mensen, familie en vrienden, hebben me altijd gezien voor wie ik was. Ze hielden en houden rekening met mijn beperkingen, die soms ernstig waren, maar zetten me niet weg als minderwaardig of zelfs gek. Hooguit op een gezond schertsende manier.

Hoewel ik er altijd veel mee bezig ben geweest, en nog wel ben, is het minder van belang hoe mensen in de schil daarbuiten over me denken. Gedachten hebben ze vast, maar ik heb nooit ervaren dat iemand me in een hoek duwde, achterstelde of minachtte vanwege mijn ziekte, aandoening, handicap, kwetsbaarheid of hoe je het wilt noemen. Ik weet dat het ook anders kan zijn.

Ik voel me echter niet geroepen de strijd tegen vooroordeel en stigma aan te gaan.  Misschien ook wel omdat ik er zelf weinig last van heb gehad. Toch lever ik mijn bijdrage door het uitbrengen van een boek met ervaringsverhalen. Ik heb ervoor gekozen dat onder mijn eigen naam te doen. Tot in lengte van jaren zal die in verband gebracht kunnen worden met de titel: Verwarde man. Over stempels gesproken. Opnieuw draag ik het met enige trots. Ik kies ervoor van mijn gebrek een kracht te maken. Door te staan voor wie ik ben en wat ik heb, geef ik anderen de gelegenheid daarop te reageren.

“Openheid lijkt me een prima remedie.”


IMG_4639

Mijn naam is Mark Verhoogt. Ik heb een bipolaire stoornis en ben psychosegevoelig, ook buiten de episodes om. Ik ben 20 jaar in behandeling geweest bij de ggz. In 2015 nam ik daarvan afscheid, niet genezen, wel (deels) hersteld. Tweejaarlijks contact met de huisarts volstaat sindsdien.

Over mijn ervaringen, met name van de laatste jaren, heb ik een boek geschreven: Verwarde man. Leed en herstel in 40 verhalen. Daarin komen veel facetten aan bod van het leven met een psychische kwetsbaarheid. In de eerste plaats is het schrijven ervan belangrijk onderdeel geweest van mijn herstel. Al doende kon ik mijn beperkingen beter een plek geven en me bewust worden van wat ze in mijn leven betekenen en hoe ermee om te gaan.

Daarnaast hoop ik dat het boek een inspiratiebron kan zijn voor hulpverleners, cliënten en eenieder die er voor openstaat. In de verhalen komen worstelingen en ellende langs, maar ze ademen ook kracht en hoop. Een vleug ironie ontbreekt niet.

De Graaff 2016
Het verschijnen van het boek is voor mij een mijlpaal. Het herstel gaat door, dat is een niet eindigend proces. Met de publicatie van Verwarde man achter me heb ik een solide basis om op te bouwen. Deze biografie hou ik beknopt. Ik nodig je uit uitgebreid kennis te maken met mijn (ziekte)geschiedenis middels het boek. Het bevat een voorwoord van Wilma Boevink.

Meer informatie en het eerste verhaal zijn te vinden op: www.verwardeman.com Het boekje is daar te bestellen en ook verkrijgbaar in de boekwinkel.