Ik geef (zelf)stigma geen kans

Tekst: Ramona Griebe

Ik ben Ramona, ik leef met een bipolaire stoornis en van mij mag iedereen het weten.

Vorig jaar kwam ik in contact met Vincent Moolenaar. Hij had het idee om een filmpje te maken over iemand met een bipolaire stoornis. Op een ongedwongen manier mensen laten zien wat het inhoudt en mensen die het ook hebben de kans geven om te herkennen. We zijn tenslotte niet alleen.

Het zou een mooi filmpje worden, maar waarom mooi en gelikt als het onderwerp eigenlijk best ruw is? Dus hebben we besloten om het te laten zien zoals het is. Ik wilde heel graag mee werken, omdat ik weet dat er genoeg mensen zijn die denken dat ze zich moeten schamen, of dat ze er niet mogen zijn omdat ze wat ‘mankeren’. Ze zijn vaak bang, omdat ze de indruk hebben dat ze de enige zijn. Ook weten veel mensen niet hoe er mee om te gaan, dus keren ze zich af van mensen die zogenaamd ‘niet sporen’.

Zelf had ik er in het begin ook moeite mee, maar ik mocht al redelijk snel ontdekken dat, dat helemaal niet hoefde. Ik kan je ook heel eenvoudig vertellen waarom;

“Ik doe elke dag mijn best; ik overleef, ik vecht, ik geniet, ik lach, ik huil, ik ben eerlijk en open, ik raak makkelijk compleet uit balans, maar ik klim er elke keer ook weer boven op.”

Dat doe ik allemaal en nog meer. Soms word ik er echt bang van. Het kan voelen alsof ik helemaal alleen ben. En dan kan het zomaar omslaan naar ontembaar enthousiasme. Er zit voor mij niet veel tussenin, alles voelt intens. Ik ben ook niet de meest eenvoudige persoon, maar bijvoorbeeld wel heel creatief en ik kan echt ‘out of the box’ denken. Ik ben niet heel attent en kan verjaardagen zonder blozen vergeten wanneer ik te veel in mijn hoofd heb. Maar ik zal altijd klaar staan voor de mensen die ik lief heb. Ik kan heel rustig worden van dieren en praat dan ook honderduit tegen ze. Wat mensen daarvan willen vinden maakt mij niet uit.

Ik weet als ik wakker word niet hoe mijn pet aan het eind van de dag staat, dus leef ik mijn dag zo veel mogelijk, zoals ik me er prettig bij voel. Ook al betekent dat, dat ik niet altijd mee kan komen en regelmatig een ‘pauze-dag’ moet hebben. Even pas op de plaats. Soms moet ik ook ‘nee’ zeggen tegen mijn dochter. Of heb ik minder aandacht voor haar. Dat kan me zo dwars zitten, maar gelukkig kan ik haar dan gewoon vertellen dat mama zich niet zo lekker voelt. En als haár hoofd een keer te vol zit, kan ze rekenen op mijn begrip, want ik snap het.

Zoals iedereen heb ik ook mijn periodes dat ik vind dat alle slechte dingen mij overkomen. Niet eerlijk vind ik het dan, dat ik zo’n vervelende stoornis moet hebben. Maar ik moet het er mee doen, dus dan maak ik het voor mezelf zo prettig als ik kan. Ik ben er wel achter dat elk nadeel ook zijn voordelen heeft, en elk voordeel ook zijn nadelen. Een hele vervelende periode is voor mij bijvoorbeeld voer voor inspiratie om te schrijven.

Van afkeurende blikken of gefluister heb ik gelukkig weinig last. Mensen in mijn omgeving weten hoe het zit en ik doe niet geheimzinnig als er anderen bij zijn. Het lijkt makkelijker te zijn voor anderen als ik me positief op stel. Als ik me niet schaam, hebben zij ook geen reden om er een ongemakkelijk en schaamtevol iets van te maken. Uitzonderingen zullen er altijd blijven, maar die bevestigingen voor mij alleen maar de regel.

Hoe mensen het ook het ook wil verwoorden, ik ben blij met wie ik ben en ik geef (zelf)stigma geen ruimte. Dus daarom mijn verhaal; ik hoop dat (zelf)stigma steeds minder ruimte krijgt om te bestaan.