Tekst: Roos Schlikker
Deze column verscheen op 25 juni 2016 in Het Parool
Het zijn haar ogen waardoor ik blijf kijken. Lieve, droevige ogen. Het waren zíjn ogen waardoor zij gealarmeerd raakte. “Lege ogen. Hij had geen geweten meer.”
Ik staar naar haar, Monique van der Sandt die in RTL Late Night haar verhaal doet. Haar zoon Rémon W. reed in een gestolen auto een vierjarig jongetje van de sokken. Dood.
“Hartstikke ziek,” noemt Monique haar zoon. Hij heeft een bipolaire stoornis met psychoses. Al tijden was ze bang dat hij iemand de dood in zou sleuren. Ze belde GGnet, psychiaters, wijkagenten. “Niemand wilde luisteren.” Ze schreeuwde het uit toen ze hoorde wat hij vorige week aanrichtte.
Je zal maar een kind met zo’n ziekte hebben, denk ik terwijl ik naar haar verhaal luister. Dan schrik ik van mijn volgende gedachte: je zal maar een moeder met zo’n ziekte hebben.
De volgende morgen open ik Facebook en zie ik dat mijn moeder een foto heeft geplaatst met daarop een briefje. Ik glimlach om haar lieve priegelhandschrift, maar terwijl ik lees, krijg ik het warm.
‘Beste mensen. Graag een ode aan de moeder van bipolaire zoon die zo’n vreselijk ongeluk veroorzaakte. Gisteren zo moedig aangeschoven bij Humberto op tv. Kijk a.u.b. terug als je het gemist hebt. Mijn hart huilt bij zoveel miscommunicatie. Hoop zo dat het wat teweegbrengt. Wat ik nog vreselijk graag wil zeggen is dat niet alle bipolairen gevaarlijk zijn, de meesten zijn volstrekt ongevaarlijk. Liefs, Emma.’
Het is de laatste zin waardoor ik me schaam. Want ook ik legde de connectie.
Ik bel haar. “Mam, die Rémon, dat ben jij niet.” Nee, dat weet ze. “Ik ken niemand die zo agressieloos is als jij,” ga ik verder. “Ja,” zegt ze. “Mam. Dit ben jij niet.” Ze onderbreekt me. “Kreeg jij ook zo’n déjà vu?” Ik knik, onzichtbaar voor haar. De kastjes, de muren, de gebrekkige diagnoses, de GGZ-stroop, we hebben er net zo goed in vastgekleefd gezeten. “Ik ben het niet, maar ik héb het ook. En ik ben zo bang dat mensen straks iedereen eng vinden die het heeft.”
Dat zou niet raar zijn. De schutter van Orlando werd door zijn vrouw bipolair genoemd. De vrouw uit Bennekom die zichzelf in brand stak, had een bipolaire stoornis met psychosen. De moordenaar van Els Borst: kneiterpsychotisch. Overal lezen we over het Grote Gestoorde Gevaar.
“Maar we zijn niet allemaal gewetenloos, dat moeten de mensen weten.” Het is even stil.
“Ik moest erom huilen,” vervolgt ze zachtjes. “Om dat jongetje?” “Ja. En om die moeder. En om die zoon.”
Ik glimlach. Hoeveel geweten kun je hebben? Mijn adem aait de telefoon. “Denk je dat het stom was, dat ik dat briefje publiceerde? Ik vind het best eng. Straks denken mensen dat ik gek ben.”
“Ben je mal!” roep ik. Voor het eerst lacht ze. “Ja, een beetje wel. Maar volstrekt ongevaarlijk.” We hangen op. Op Twitter lees ik de terechte reacties op RTL Late Night. ‘Wat een moedige moeder,’ staat er. En dat is Monique. Net als die van mij.
Roos (1975) is columnist (Parool, Kek Mama, Libelle, Intermediair) en schrijfster van scenario’s en boeken.
Meer weten? Ga naar haar website: www.roosschlikker.nl